Onze reis door Azië

India (de laatste weekjes!)

Hee lieve mensen!!

Dit is ons laatste reisverslag want morgen stappen we in het vliegtuig en reizen we naar huis!! De afgelopen vier weken hebben we doorgebracht in India en we zijn van het noorden (grens van Nepal) richting het zuiden (Goa) gereisd. Om je een idee te geven van de grote van dit land; we hebbenonder anderegebruik gemaakt van 3 binnenlandse vluchten en we hebben 2 nachten in een slaaptrein en 4 nachten in een slaapbus doorgebracht. We hebben op deze manier veel gezien maar India is zo divers en groot dat we nog maar een kleine indruk is van het hele land. Ondanks onze eerste heftige week in Calcutta (zie vorige reisverslag) hebben we de afgelopen tijd erg genoten en hebben we naast de mindere kanten van dit land heel veel mooie en bijzondere dingen beleefd. We zouden in de toekomst dit land zeker nog wel eens willen bezoeken.

Terug naar India
Vanuit Sauraha (Chitwan Nationaal park) in Nepal zijn we met de bus naar de grens van India gereisd. Als na ruim vijf uur de bus stopt wordt omgeroepen dat we bij de grens zijn en stappen we uit. Alles is erg onduidelijk en onoverzichtelijk maar we gaan ervan uit dat de twee andere westerse ook naar India gaan en wij volgen hun naar een andere bus. Deze bus staat op het punt te vertrekken dus onze bagage wordt snel op het dak gebonden en we stappen de bus in. Als we eenmaal helemaal achter in de bus een plaatsje gevonden hebben en voor de zekerheid nog even navraag doen naar de eindbestemming van de bus blijkt dat we niet goed hebben opgelet en dat we in de verkeerde bus zitten.. shit. De bus begint net te rijden dus we springen op en wringen ons tegen de nog binnenstromende massa de bus weer uit. Onze bagage wordt weer van het dak gehaald en omdat we denken dat we misschien toch te vroeg uit de vorige bus zijn gestapt rennen we terug. De bus was echter al weg. Uiteindelijk laten we ons met een fietskar naar de grens brengen, kunnen we in het karretje even bijkomen en zien we het laatste stukje Nepal. We vonden Nepal ook weer een prachtig land!
Na de grens is het echt een chaos en er wordt flink aan ons getrokken om ons te mogen vervoeren. We waren van plan om met de bus vanaf de grens naar Varanasi te reizen maar we krijgen ontzettend veel aanbiedingen van taxi´s en busjes om ons naar deze plaats te brengen. Hoe verder we lopen hoe goedkoper het wordt en na een tijdje stappen we in bij een auto waarmee we samen met vijf Indiërs naar Varanasi rijden. We stappen achterin en meteen draaien drie bejaarde Indiërs die voor ons zitten zich met nieuwsgierige oogjes om. Een aardige tandloze bejaarde vraagt waar we vandaan komen en begint daarna enthousiast een onverstaanbaar verhaal te vertellen over zijn jonge jaren als ingenieur van de marine in onder andere Nederland. Een jongere man die naast ons zit lijkt te denken dat hij ons vanalles moet leren. Als er een aap op de weg loopt wijst hij hem aan en zegt 'monkey' en als er een paar bomen staan wijst hij en zegt 'jungle'. We knikken elke keer vriendelijk alsof deze informatie voor ons onmisbaar was.
Na een aantal uren is er nog een stop waar we de mogelijkheid krijgen om wat te eten en naar de wc te gaan. Zelf hadden we rijst en appels bij voor onderweg dus eten hoefden we niet en de aanblik van het 'open toilet' maakte dat we zelf een beschut plaatsje zochten. Deze open toillet bestond uit een open grasveldje waar we de behoefte van andere mensen en wc papier rond zagen drijven. De autorit is verder weer zoals we gewend zijn in Azië en met name in India. Tegenliggers laten vaak hun groot licht aan waardoor wij helemaal verblind worden en we elke keer af moeten remmen om niet langs de weg te belanden. Verder zijn de inhaalmanouvres weer levensbedreigend. Maar na ruim 8 uur rijden komen we veilig aan bij een hotel in Varanasi. Als we ons klaarmaken om te gaan slapen ontdekt Stan dat er nog twee ongewenste passagiers uit Nepal zijn meegereisd. Twee teken heeft hij waarschijnlijk over gehouden aan de junglewandeling in Nepal. Gelukkig hebben we daarvoor een tekentang bij waarmee Lijanne de teken snel heeft verwijderd.

Varanasi
Varanssi is de meest heilige stad van India en wordt gezien als het kloppende hart van het Hindoe universum. Door deze stad loopt de rivier de Ganges die door de Hindoes als levende Godin wordt beschouwd. Ze geloven onder andere dat deze rivier in staat is om aardse zonden weg te wassen. Ook komen zieken en oudere mensen naar deze plaats om hun laatste adem uit te blazen. Sterven in Varanasi is een reden tot feest voor Hindoes omdat ze dan meteen verlost zijn van de aardse levenscyclus. In Varanasi zie je dan ook heel veel terug van het Hindoeïsme en alle rituelen en gebruiken die daarbij horen.
We hebben boottocht gemaakt op de ganges en een wandeling langs de oever van deze rivier. Met de boot en te voet kwamen we langs de tientallen ghats aan de oever van de Ganges. Ghats zijn brede lange trappen die helemaal tot aan het water lopen. Het zijn er in totaal 90 die zich uitstrekken over 6 kilometer langs de Ganges. We zien hier mensen hun rituelen doen die onder andere bestaan uit zichzelf wassen en nippen van het water. Ook worden er kleine kaarsjes in de rivier gelaten om de rivier te groeten. Verder worden er bloemen en wierook aan de rivier geofferd. Al deze rituelen zijn een erg mooi gezicht maar het badderen is eigenlijk levensbedreigend want dit water zwaar verontreinigd. Omdat alle riolering van de stad en van steden stroomopwaarts direct in de ganges wordt geloosd bevat het water 3000 keer zoveel bacteriën dan in veilig zwemwater zou mogen. Wij hebben een heilig badje dan maar gelaten. Langs de rivier vinden verder allerlei activiteiten plaats zoals kleren wassen, yoga er zitten verkopers en er wordt cricket gespeeld.
De hindoes geloven dat wanneer je na je dood wordt verbrandt bij de ganges je uit de aardse levencyclus kunt ontsnappen en eindelijk rust vind. Daarom zijn er langs de rivier enkele speciale ghats waar 24 uur per dag lichamen in het openbaar op grote stapels hout worden gecremeerd. Deze crematieghats maakten wel erg veel indruk. Bijzonder om te zien hoe een in doeken gewikkeld lichaam door familie op een stapel hout wordt gelegd en dan met een ceremonie wordt ontstoken en verbrand. Uit respect voor de overledenen was het niet toegestaan foto's te maken van deze crematie ghats.
Langs de rivier ligt de zogenaamde Galis. Hier hebben we ook meer tijd dan gewild doorgebracht. Dit zijn de smalle steegjes tussen hoge gebouwen die te nauw zijn voor verkeer en waar je eenvoudig verdwaald. Vooral de eerste dagen zijn we verschillende keren verdwaald in dit labyrint van smalle steegjes die alle kanten op gaan, ineens dood kunnen lopen en waar alles op elkaar lijkt. Koeien zijn heilig voor de hindoes en lopen in heel India vrij over straat. We zien vooral in Varanasi opvallend veel koeien kriskras over straat lopen of liggen. Dit levert vaak erg grappige beelden op. Als Hindoes langs de koeien lopen raken ze deze ook even aan. Door al deze koeien ligt er uiteraard ook veel koeienstront op straat maar hier wordt dankbaar gebruik van gemaakt door het tegen muren te smeren of voor andere doeleinden. Naast veel koeien liepen er ook erg veel honden en geiten op straat. Ook komen er regelmatig apen voorbij geslingerd. Door deze apen werden wij geadviseerd onze balkondeur dicht te houden omdat onze spullen door hen niet veilig zouden zijn. De straathonden zorgden ervoor dat wij ´s nachts moeilijker in slaap kwamen want na zonsondergang leek het wel of er hele hondengevechten werden gehouden door de luidruchtige gepiep en gehuil en geblaf. Daarnaast was het tot een uur of 4 ‘s nachts een kabaal op straat met getoeter en geschreeuw. Op straat in de stad is het zoals het volgens ons kenmerkend is voor India altijd druk. Er is ook weer van alles te zien langs en op de weg. Wat een drukte, niet normaal. Er zijn vele verkopers langs de weg en er lopen ontzettend veel mensen, autoriksja en fietsriksja wurmen zich overal tussendoor en koeien liggen midden op straat. We komen ook steeds langs een geitenslachterij waar gevilde geiten aan vleeshaken voor de winkel hangen. Ook kippen worden hier langs de straat geslacht. De dieren die op straat leven zie je door de hopen afval struinen op zoek naar eten. Wel een apart gezicht een koe op een berg vuilnis kauwend op een plastic zak. Wij hebben in Varanasi een hotel met een dakterras (zoals veel hotels in India) waar we kunnen eten met een mooi uitzicht over de stad. Het is leuk om te zien wat er allemaal op de daken om ons heen gebeurt en tegen zonsondergang zien we vele vliegers boven de stad verschijnen. Een keer als we hier aan het eten zijn komt er ineens een aap langs. In India eten we regelmatig Indisch eten wat we erg lekker vinden. Probleem is echter dat zelfs wanneer je aangeeft dat het niet pittig moet zijn het te pittig is voor onze mond en maag.
Het personeel van het hotel is wel erg opdringerig met alle diensten en producten die ze aanbieden. Continu wordt gevraagd waar we naar toe gaan en wat we gaan doen. Toen Stan appels ging kopen wilde een medewerker van het hotel per see mee om vervolgens te beslissen welke appels Stan kocht en daarna het zakje appels terug naar het hotel te dragen. Natuurlijk verwachtte hij tevergeefs wel dat hier een beloning tegenover stond. Deze mensen gingen er ook vanuit dat we altijd in hun restaurant aten en dat we bij het hotel eventuele activiteiten zouden boeken. Ook stonden ze erop ons een gratis rondleiding te geven door de stad. Klinkt leuk maar we wisten al dat er iets achter moest zitten. En na doorvragen blijkt inderdaad het eindstation een zijdewinkel te zijn waar we dan geacht worden iets te kopen. We bedanken vriendelijk en vinden zelf wel onze weg. We merken wel dat we in Varanasi in vergelijking met Calcutta veel prettiger over straat kunnen. Deels zal dit te maken hebben met dat we na Calcutta wat zijn gewend maar in Varanasi waren ze veel meer gewend aan toeristen en dus werden we veel minder aangestaard en vielen we minder op, wat een opluchting.
Nadat we ons drie dagen lang hebben verbaasd en hebben genoten van Varanasi was onze volgende bestemming Agra. We hebben ondanks de mindere ervaring van de vorige keer weer een plaatsje in de sleeperclasse gereserveerd. Wederom waren alle betere klasse vol. We laten ons met een autoriksja naar het station brengen. Onderweg is de brandstof bijna op en valt de motor steeds uit. Elke keer als de motor is uitgevallen zet de chauffeur zijn mond op de brandstoftank en zuigt de laatste brandstof naar boven zodat we na een aantal keer bij een tankstation kunnen tanken en uiteindelijk worden afgezet op het treinstation in Varanasi. Na even zoeken vinden we onze trein. We hebben nu wel andere bedden gereserveerd waardoor we niet meer bij het gangpad liggen en deze trein is een stuk rustiger dan de vorige keer. Er zijn niet zoveel verkopers en niet zoveel mensen die geen eigen plaats hebben. Toch slapen we niet goed omdat we ons krappe bedje moeten delen met onze backpack en rugzak. We moeten steeds schuin liggen waardoor er steeds wel een ledemaat slaapt maar wij zelf niet ;)

Agra
Agra konden we uiteraard niet overslaan want hier staat een van de bekendste gebouwen ter wereld, de Taj Mahal. Aangekomen in Agra stappen we weer in een autoriksja en laten we ons naar de omgeving van de Taj Mahal brengen waar veel slaapplaatsen te vinden zijn. We vinden een hotel met een restaurant op het dak waar we met een super uitzicht op de Taj Mahal ons avondeten nuttigen. Taj Mahal wordt beschouwd als een van de mooiste gebouwen ter wereld en het is het symbool van de liefde. Vanaf het dakterras waar we zaten zagen we de honderden mensen al rond de Taj Mahal lopen. Dit gebouw wordt jaarlijks door ruim 3 miljoen mensen bezocht.De volgende dag lopen we aan als het nog donker is om zo als een van de eerste bij de Taj Mahal te zijn die open gaat met zonsopgang. Nadat we een erg duur ticket hebben gekocht moeten we door de super strenge beveiliging. Alle tassen moesten worden leeggemaakt, tijdschriften mochten eigenlijk niet mee en de man achter Stan moest het plastuitje van zijn vrouw zelfs inleveren.
Maar het is allemaal de moeite en het geld waard want ondanks dat we de Taj Mahal al vaak op foto's hebben gezien zijn we nog onder de indruk van het bouwwerk. Het is veel groter dan we dachten en het lijkt alsof het net is gebouwd. En dat terwijl het gebouw al in 1653 is gebouwd door Shah Jahan ter herinnering aan zijn tweede en lievelingsvrouw die overleed bij het baren van haar 14e kind. Verder gaan we die dag ook naar het Agra fort dat volgens ons in schril contrast stond met de Taj Mahal ondanks dat het groot en mooi was.
De volgende dag houden we een riksja aan om ons naar de zogenaamde ‘baby Taj' te laten brengen. De riksjafietser knikt en geeft aan dat hij weet waar we heen willen. Meteen valt ons al op dat hij de verkeerde kant op fietst maar we denken dat hij gewoon een andere route kiest. Dan blijkt dat hij er helemaal niets van gesnapt heeft want hij stopt en laat een Indiër die wel engels spreekt vertalen waar we heen willen. Oké, nou de andere kant weer op dus.. Als hij stopt met fietsen stappen we uit en willen we een ticket gaan halen. Dan blijkt dat we bij een of ander bloemenpark zijn maar niet op de plaats waar wij heen wilden. Er wordt weer iemand bijgehaald om ons Engels in Hindi te vertalen en we gaan weer op pad. Uiteindelijk komen we na anderhalf uur aan bij de baby taj waar we in een kwartiertje gemakkelijk naartoe hadden gekund. Zo hebben we wel een mooie rondleiding door de stad gehad waarbij we door gebieden kwamen waar normaal geen toeristen komen. Onderweg heeft Lijanne haar hoofddoek weer opgedaan want twee keer moesten voorbijgangers even haar arm voelen en een jongetje trok zelfs aan haar haren! Na de bezichtiging van de baby Taj hebben we ons bij een bazaar af laten zetten waar locals veel shoppen. Het was er overvol en chaotisch. Het was wel leuk om al die smalle straatjes te zien met kleine winkelkraampjes in de huisjes maar even rustig kijken konden wij hier niet. Algauw vragen we daarom een riksja om ons terug te brengen naar de Taj Mahal waar ons hotel in de buurt ligt. We waren verbaasd dat verschillende riksja fietsers niet wisten wat we bedoelde met Taj Mahal. Schijnbaar wordt dit gebouw in het Hindi anders genoemd want ze bleken allemaal geen idee te hebben van deze benaming, erg vreemd metzo'n wereld beroemd bouwwerk uit hun stad.

Tegen de avond gaan we naar de busstandplaats. Na onze vorige treinreis besloten we om een ander vervoersmiddel te proberen. We hadden in een sleeperbus een tweepersoonsbed geboekt. We lagen op de bovenste deel van de bus en ons tweepersoons bed konden we met een gordijntje afschermen. Dit beviel een stuk beter dan de trein en we komen de volgende ochtend om 6 uur uitgeslapen aan in Ajmer!

Pushkar
Vanuit Ajmer zijn we met een autoriksja naar Pushkar gebracht. Pushkar is een klein rustig stadje om een heilig meer. Aan dit heilig meer liggen ook verschillende ghats waar Hindoes ritueel kunnen baden. De invloed van het hindoeïsme zorgt er ook voor dat er in Pushkar in principe geen ei, vlees en alcohol verkrijgbaar is.
Aangekomen in Pushkar gaan we op zoek naar een slaappplaats. We vinden een budgethotel met een groot zwembad! Vooral Lijanne is helemaal in haar nopjes al is het maar voor kort want als ze het zwembad van dichter bij bekijkt ziet ze allemaal wormpjes zwemmen.. ieh! Toch maar niet zwemmen. Er hing in Pushkar een erg gezellige sfeer. De combinatie van een rustig plaatsje met veel cultuur zorgt ervoor dat Pushkar behoorlijk wat toeristen trekt maar toch nog authentiek is. We hadden van Pushkar gehoord dat we hier goed zouden kunnen shoppen. Dat kwam mooi uit want we hebben ons de hele reis ingehouden om souvenirs etc. te kopen omdat we het lang mee moesten nemen. Maar nu het einde van onze reis naderde wilden we inkopen gaan doen. We vonden in Pushkar verschillende leuke souvenirs maar niet echt de kleding waar wij naar opzoek waren. Hier vonden we vooral wersterse-oosterse kleding, een beetje hippie-achtige kleding waar het overgrote deel van de westerse reizigers in India graag in rondlopen maar wij niet. Op straat komen we regelmatig Indische vrouwen tegen die zogenaamd hallo willen zeggen en je daarbij een hand toesteken. Wanneer je een hand geeft krijg je hem pas terug met een henna-tattoo erop. Natuurlijk moet je hier dan voor betalen. Zo hebben we op elke plaats wel slinkse manieren gezien waarmee mensen geld proberen te verdienen.
Ook in Pushkar slingeren weer heel wat apen rond. Als we ze in de buurt van ons raam zien zitten gooien we een stukje appel naar buiten. Wat later horen we gepiep voor ons raam. Als we naar buiten kijken zien we drie smekende apengezichtjes naar binnen kijken. Om te voorkomen dat de hele apenkolonie van Pushkar voor ons raam komt te zitten besluiten we ze maar geen appeltjes meer te geven. Toch blijft ons raam een favoriete hangplek voor een aantal apen.
De laatste dag hebben we een yoga en meditatie cursusje gedaan. Aangezien yoga en meditatie oorspronkelijk uit India komen vonden we dat we dat hier wel eens gedaan moesten hebben. Het eerste uur van de cursus vertelde de yoga leraar ons over het ontstaan en het het doel van yoga. Kort gezegt richt Yoga zich op drie aspecten van de mens ; handen (praktische oefeningen met lichaam), hoofd (je gedachten) en hart (je emoties), die in balans moeten zijn om prettig te leven. Na deze theorie sloten we ons aan bij een groep gevorderde voor een yogales die gericht was op het lichaam waarbij nogal wat van onze leningheid gevraagd werd. Na een middagpauze kregen we de eerste uur van de middagsessie les in mediteren. Eerst kregen we uitleg over het ontstaan, het doel en de techniek en daarna mochten we het gaan proberen waarbij we bijna in slaap vielen. Dit schijnt normaal te zijn. De dag werd afgesloten met nog eenzelfde yogales als die morgen waardoor onze enigszins herstelde ledematen opnieuw werden opgerekt. Al met al was het een interessante ervaring.
Voor diezelfde avond hadden we een busticket voor een tweepersoonsbed om verder te reizen naar Jaisalmer. We stonden ruim op tijd klaar maar toen de bus kwam bleek dat er een probleem was (ons raam zou kapot zijn of was de bus misschien vol?) en we moesten op de volgende bus wachten. Uiteindelijk hebben we 3,5 uur gewacht voor we in konden stappen in een overvolle bus. Ons bed was helemaal achterin en twee Indiërs bleken er zich zo lang in genesteld te hebben. Verder stond en lag het gangpad zo vol met mensen dat we ons nauwelijks konden verplaatsen en op moesten letten dat we op niemand gingen staan. Uiteindelijk lagen we op onze plaats en reden we aan. We lagen boven helemaal achterin dus bij elke hobbel of gat (en die zitten er een hoop in de Indische wegen) vlogen wij omhoog. We konden ons bed weer afscheiden met een glaswandje en van de herrie die de hele nacht voortduurde hadden wij niet veel last dankzij onze oordopjes. We voelden ons wel erg bevoorrecht dat we ons voor een paar euro per persoon een tweepersoons sleeper konden veroorloven, terwijl er aan de andere kant van het glas mensen 12 uur lang in het gangpad stonden en lagen. Vergeleken met veel anderen in de bus hadden wij dus niets te klagen!

Jaisalmer
In alle vroegte komen we aan op onze volgende bestemming. We hadden vooraf een pick-up geregeld dus worden we in een jeep naar een hotel vervoerd. De stad Jaisalmer is om een groot fort van zandsteen gebouwd wat daardoor net een enorm zandkasteel lijkt. Ons hotel bevond zich binnen de muren van het fort en wij sliepen in een van de torens waardoor we een geweldig uitzicht hadden over een deel van de stad. De belangrijkste rede dat wij naar Jaisalmer waren gereisd was dat vanuit daar kamelensafari's worden georganiseerd in de naastgelegen Thar-woestijn. We kozen ervoor om een driedaagse kamelensafari te doen waarbij we eerst een uur met een jeep de woestijn in reden zodat we geen andere toeristen tegen zouden komen. We stallen onze bagage bij het hotel en stappen met onze kleine rugzak in een jeep die ons samen met 5 meiden uit Chili de woestijn inrijdt. Vooraf kopen we in de stad etenswaren en water omdat deze in de woestijn uiteraard niet te koop zijn.
Na een uur rijden stoppen we en komt een groep kamelen met begeleiders aanlopen. Alle etenswaren en bagage wordt op de kamelen gebonden en ieder klimt op een van de kamelen. In het begin is het vooral lekker door de woestijn rijden op een kameel (meestal stapvoets maar soms ook draven) al werd het na een tijdje minder relaxt. Het zit niet bepaald comfortabel en we kregen algauw last van onze bovenbenen en ons zitvlak. ‘Gelukkig' hadden de Chileense meiden hier ook last van en konden zij flink klagen waardoor we nooit te lang achter elkaar hoefden te rijden.
Het eerste stuk komen we nog door kleine woestijndorpjes en in een van deze dorpjes hebben we onze lunch gehad. Deze dorpjes waren heel primitief met lemenhutjes, veel geiten en kamelen. Er was in dit dorpje toevallig net een bruiloft aan de gang waardoor veel mensen mooi waren versierd. Als we een wandeling door het dorpje maken komen kinderen naar ons toe en vragen om geld, snoep of pennen. Na de lunch mogen de kamelen nog even drinken bij een aangelegde waterbron en gaan we richting onze slaapplaats. Het uitzicht was zoals we hadden verwacht van een woestijn; zand, zandduinen en planten die tegen de droogte kunnen. Onze kamelen werden begeleid door een man en twee jongens van 9 en 10 jaar. Een grote verantwoordelijkheid maar ze namen hun taak zeer serieus. Ze vertelde dat ze voor een maand werken 500 roepee kregen (iets meer dan 8 euro), kun je nagaan wat zijn baas en ons hotel overhouden. Ze moesten wel werken omdat zijn ouders niet werkten en broertjes naar school gingen. Als we later de oudere begeleider (21 jaar) vragen of hij zijn naam kan schrijven geeft hij ons de pen terug. Ik ben nooit naar school geweest, te duur, zegt hij. Zo worden we tijdens onze reis regelmatig herinnert aan hoe goed wij het hebben.
De nachten brachten we door midden in de woestijn in de open lucht. We sliepen met zevenen op een rij op een deken en met twee dekens over ons heen. Dat was ook wel nodig want het waaide hard en het was behoorlijk klam 's morgens. De dekens zelf werden nooit gewassen dus roken ‘heerlijk' naar kamelenzweet omdat ze dag in dag uit op de kamelen liggen. Het eten werd op een kampvuurtje bereid en bestond elke keer uit chapati (typisch indisch brood) met rijst en groenten. De afwas werd met zand gedaan waardoor het niet onwaarschijnlijk was dat ons eten of de chai (typische thee met melk en heel veel suiker) wat knarste. Een wc moesten we ergens in de woestijn zoeken. Allemaal lekker basic en soms ook smerig dus maar dat hoort bij het leven in de woestijn! De laatste dag van de camel safari was er nog veel eten over en omdat het ontbijt niet al te uitgebreid was gingen wij tweeen met de overgebleven groente aan de slag waardoor we uiteindelijk een lekker ontbijtje op het kampvuurtje hadden bereid. De derde dag waren we al optijd terug in Jaisalmer. Het was een erg gave ervaring met een kameel door de woestijn trekken en vooral ook het koken en slapen in de woestijn maar we waren blij dat we niet langer op de kameel hoefde te zitten.

Helaas was het niet mogelijk om vanuit Jaisalmer rechtstreeks naar onze volgende bestemming (Mumbai) te reizen. Daarom zijn we eerst met een slaapbus naar Ahmedabad gereisd van waaruit we naar Mumbai vlogen. We kwamen ‘s ochtends om kwart voor 4 aan in Ahmedabad en omdat ons vliegtuig vertraging had hebben we uiteindeijk 7 uur op het vliegveld moeten wachten. Maar later die dag we waren in Mumbaaai!

Mumbai
Mumbai (voorheen Bombay) is de grootste stad van India en strekt zich uit langs de westkust. Er leven 16,4 miljoen mensen en deze overvolle stad is erg divers met chique wijken en krottenwijken. Als we over Mumbai vliegen met een mooi uitzicht over de stad valt ons op hoe groot de stad is en hoe dicht de wolkenkrabbers en de krottenwijken bij elkaar liggen. In Mumbai is ook de grootste filmindustrie van de wereld gevestigd, Bollywood.
Vanaf het vliegveld pakken we een prepaidtaxi en moeten we anderhalf uur door Mumbai rijden voordat we in de reizigerswijk Colaba aankomen. Daar gaan we op zoek naar een kamer. Er zijn altijd mensen die ons willen ´helpen´ met het zoeken naar een kamer. Degene die gasten naar een hotel brengt krijgt een provisie die uiteindelijk meestal door de gast zelf betaald moet worden. Zelf heb je dit vaak niet in de gaten maar de kamerprijs wordt ongemerkt hoger. Daarom slaan wij alle aanbiedingen af en gaan zelf op zoek. Deze keer was er weer zo iemand die ons wilde ‘helpen' alleen deze bleef aanhouden ondanks dat we duidelijk aangaven geen ‘hulp' te willen. Uiteindelijk leiden dit tot een flinke scene midden op straat waarbij de man begon te schreeuwen en te dreigen. Gelukkig was deze man bekend bij omstanders en gebaarden zij al dat hij niet helemaal goed bij zijn hoofd was. Ondanks de ontmoeting met deze gek kwamen we er wel achter dat we de Indiërs hoe zuidelijker we kwamen steeds aardiger vonden. Mensen schreeuwden niet zo, ook niet naar elkaar en hebben een vrolijkere gezichtsuitdrukking. We werden ook een aantal keer aangesproken op straat door mensen die gewoon met ons wilden praten. Dat is even wennen want we hebben ons helaas in moeten prenten dat bijna iedereen die je aanspreekt uiteindelijk geld van je wil. Onze zoektocht naar een slaapplaats leidde naar een klein hokje (een van de ‘kamers' ontstaan door een grote ruimte door schotten en gaas op te delen) maar het bleek lastig om iets beters binnen ons budget te vinden. We konden meegenieten met alle geluiden van de kamers om ons heen en de badkamer. Vanaf 5 uur 's ochtends vulde de ruimte zich al met flinke rochelgeluiden uit de badkamer. Wij hebben in Azië, maar vooral in India, het idee gekregen dat het een competitie is wie zo hard en zo vaak mogelijk kan rochelen. Ook vrouwen doen hier aan mee. Wat zullen we dit gaan missen.. ahum.
We besteden veel van de tijd in de hoofdstraat van de buurt waar we sliepen. De Colaba Causeway is namelijk bezaaid met kraampjes waar van alles te koop is en hier hebben we flink wat spullen gekocht. Hierbij moesten we echter altijd flink onderhandelen om tot een goede prijs te komen. Het leuke is dat we de afgelopen maanden verschillende onderhandelingstechnieken zijn gaan gebruiken en we staan er soms zelf van te kijken hoe goed dat werkt. Uiteindelijk aanlopen werkt meestal nog het beste en hierdoor betalen we vaak niet meer dan een kwart van de aanvankelijke vraagprijs. Zoals in elke stad in India zien we weer veel bedelaars in Mumbai. Het is vaak hartverscheurend om te zien hoe moeders met kleine kinderen of verminkte mensen langs de weg tussen de vuilnis zitten. Toen we over de Colaba causeway liepen werden we ook gevraagd voor een figurantenrol in een Bollywoodfilm. We zouden dan omgerekend zo'n 8,30 euro voor een dag krijgen. Oké het is geen filmsterrensalaris haha, maar wanneer we meer tijd gehad hadden in deze stad was het misschien wel een bijzondere ervaring geweest.
Omdat we maar kort in Mumbai waren en toch zo veel mogelijk van deze stad wilden zien hadden we ons van tevoren goed georiënteerd en een route uitgestippeld waardoor we in één volle dag toch zo veel mogelijk konden zien. Onze route begon bij de ‘gateway van India'. Het is een bouwwerk in de vorm van een grote poort wat het symbool van Mumbai is. Het was er super druk, vooral met Indiërs. Bij elke toeristische attractie en ook in de hotels waar we slapen komen we altijd veel Indische toeristen tegen die in hun eigen land op vakantie gaan. In Zuid-Oost Azië kwamen we op die plaatsen alleen westerse toeristen tegen. Voor we onze wandelroute verder konden vervolgen waren we al 5 keer door (groepen) Indiërs gevraagd om mee op de foto te gaan, zo voelden we ons toch net een Bollywood-ster. We hebben een uur of 7 door de stad gelopen en hebben vele oude koloniale gebouwen gezien zoals de universiteit en het hooggerechtshof. Verder ook het indrukwekkende treinstation ‘Victoria Terminal' die op de werelderfgoedlijst staat. Onderweg staan overal kraampjes en nu we aan het einde van onze reis zijn blijft het niet meer alleen bij kijken. Ook bezoeken we een aantal bazaars en andere markten. Overal is het overvol, maar in sommige delen de stad is het zo ongelofelijk dat we gewoon met de horde mensen mee een kant op gedreven werden. Tussen de mensen, auto's en andere voertuigen door lopen uiteraard ook koeien. We hebben deze dieren op de gekste plekken al zien rondlopen. Zo kwam er een keer een koe het restaurant binnen lopen waar we zaten te eten. Niet alleen de verschillende gebouwen en markten zijn leuk om te zien maar ook de Indiërs zelf met hun aparte kledingstijl. De vrouwen met sari's in vele kleuren, sieraden en make-up en de mannen met tulband. Ook de kinderen worden flink uitgedost en de jongste krijgen een zwart rand om hun ogen. We eindigen de dag bij ‘Chowpatty Beach'. Dit is een kilometerslange boulevard waar de bevolking van Mumbai graag in hun vrije tijd heen gaan om rustig te zitten en te praten. We waren net voor zonsondergang op deze boulevard dus we zijn tussen de locals gaan zitten om van de zonsondergang met daarvoor de skyline van Mumbai te genieten.
De volgende dag vertrekken we 's avonds weer met een slaapbus richting Goa. 's Middags bezoeken we nog een arm volksbuurtje met een markt waar we ogen te kort kwamen. Die avond stonden we om half 6 bij de bus waarmee we om 6 uur naar Goa zouden reizen. Er liggen twee mannen in de bus te slapen maar verder is er niemand te bekennen. Als er een kwartier voor vertrek nog niets is veranderd loopt Stan de bus in en maakt de man wakker die op een van de bedden ligt te slapen. Je komt hier overal slapende mensen tegen. Zo zien we mensen overal op straat slapen, hebben we bediening in het restaurant zien slapen, hoteleigenaren op de receptiedesk en marktlieden tussen hun koopwaar in de kraam. De man, die de chauffeur blijkt te zijn lijkt niet erg blij mijn zijn persoonlijke wekker maar uiteindelijk rijden we een uur later dan toch richting Goa. Als we aanrijden zijn wij nog de enige inzittende maar naarmate we verder rijden wordt de bus gevuld.

Goa (Palolem)
Als we de volgende dag onze ogen open doen in de slaapbus zien al meteen het paradijsje waar we op hoopten. We willen de laatste dagen namelijk de India-gekte even uit om zo nog een beetje relaxt aan te komen in Nederland voor daar de carnvaval-gekte begint ;) We zijn daarom verder naar het zuiden gereisd, naar de provincie Goa, waar de meeste toeristen heen gaan voor een strandvakantie. Na 18 uur stopte de bus en we stappen in de volgende bus tot we in het zuidelijkste puntje van Goa, Palolem, aankwamen. Dit was echt de perfecte plaats voor ons! Niet te druk, niet te rustig, alle benodigde faciliteiten, een prachtig strand, een lekker tropisch temperatuurtje en een leuk kokosnoothutje tussen de palmbomen direct aan het strand en zee. Kan het nog beter?! Deze dagen deden we dan ook niet veel meer dan lekker van het strand en de zee genieten, kokosnoten eten op het strand en een beetje shoppen in het dorpje. Heerlijk!!
Verder zijn we 's morgens nog een keer in een klein bootje dolfijnen wezen spotten. We zagen en hoorden er tientallen om ons heen boven komen om adem te halen. Ook hebben we nog een keer tegen de avond een boottochtje gemaakt over een rivier met brak water waarbij we tussen mangrove doorvaarden en mooie natuur en vogels (waaronder de Kingfisher) zagen. Terwijl we op het strand liggen kwamen er uiteraard wel vele verkopers langs met allerlei producten en diensten. Zo worden er uiteraard sari's (soort sjaals) verkocht maar het vreemdste was wel een man die aanbood om oren schoon te maken. Verder hebben we 's avonds op het strand met de voeten in het zand voor bij de zee gegeten. Een tafeltje voor twee onder de sterrenhemel bij kaarslicht, romantisch he ;)
Na 5 dagen genieten werden we door de de eigenaar van ons hutje naar het vliegveld gebracht. Het was 1,5 uur rijden dus 2,5 uur voor we vlogen aanrijden was tijd genoeg zei hij. ‘No hurry, no worry'
Nou het was allemaal nog wel even spannend door de lange rijen op het vliegveld maar gelukkig waren we niet de enige en zaten we uiteindelijk in het vliegtuig terug naar Mumbai. Als we 's Avonds aankomen in Mumbai gaan we terug naar het guesthouse waar we vorige week ook geslapen hebben. Reserveren was niet nodig hadden ze de vorige keer verzekerd maar toen we aankwamen bleek er geen double-room meer vrij te zijn. Omdat er in de omgeving geen ander budgetslaapplaats te vinden waren hebben we uiteindelijk daar een piepklein 1 persoons kamertje (die meteen vol stond me onze bagage) met één bedje samen gedeeld. De volgende dag stonden we weer vroeg op en sleepte we we onze backpack en handbagage koffers (die we in Mumbai gekocht hadden) naar de dichtbijzijndste taxi om ons naar het vliegveld te laten brengen.

Delhi
Na twee uur vliegen landen we in Delhi, de hoofdstad van India en tevens onze laatste bestemming. We hadden van veel mensen heftige verhalen over Delhi gehoord (Delhi-Hellie). Geen wonder omdat de meesten vanuit Nederland in Delhi landen en het dan ook een extreem groot cultuurverschil is. Maar omdat we nu 5 weken door India gereisd hebben merken we dat we al erg gewend zijn aan de mensen en het straatbeeld en het is ons daarom erg meegevallen:) Nadat de taxi ons bij de goede wijk afgezet gingen we voor de laatste keer deze reis op zoek naar een kamer. Nadat we onze spullen hadden gedropt begonnen we meteen met het bezichtigen van Delhi omdat we maar anderhalve dag hadden en volgende dag (vanwege maandag) bijna alles dicht zou zijn.
We hadden tijd voor één bezichtiging en na wat navraag hadden we besloten om naar de Bahai House of Worship, oftewel de Lotustempel, te gaan. Deze was inderdaad erg mooi maar ook extreem druk! Waarschijnlijk kwam het omdat het zondag was, er waren namelijk bijna alleen maar Indiërs. Na de lotustempel zijn we wat door onze buurt in Delhi, the main bazaar gelopen en hebben we weer onze koffers nog wat bijgevuld ;)
's Avonds was ook de wedstrijd Engeland tegen India op het wereldkampioenschap cricket wat toevallig op dit moment hier in India wordt gehouden. Cricket is de nationale sport van India en we zagen veel mensen voor de tv zitten om gespannen deze wedstrijd te volgen. Het bijzondere is dat ook Nederland bij de twaalf landen hoort die zich hebben gekwalificeerd voor dit kampioenschap. En de laatste dag dat wij in India zijn speelt Nederland toevallig een wedstrijd tegen West-Indian hier in Delhi.
De volgende dag is onze laatste dag in Azië en het is een dubbel gevoel. Van de ene kant hebben we weer erg veel zin om naar huis te gaan en iedereen te zien maar aan de andere kant weten we dat na deze dag dit geweldige avontuur echt voorbij is. We hebben de laatste dag nog even flink aan het verslag gewerkt omdat we dit graag nog voor ons vertrek uit India wilden plaatsen.

Thuiskomst en bedankt!
Morgenvroeg worden we om 04.00u (Indische tijd) ‘s morgens naar het vliegveld gebracht en we landen om 15.00u (Nederlandse tijd) in Brussel. We zullen daarna samen met onze gezinnen lekker Hollandse erwtensoep en zuurkoolschotel gaan eten!!
We hebben het afgelopen half jaar echt een geweldige tijd gehad en we vonden het een super mooie ervaring die we niet hadden willen missen! We zullen Azië en het heerlijke vrije gevoel zeker gaan missen! Toch hebben we ook weer erg zin om terug naar ons veilige, rustige, schone Nederland te gaan en verlangen we weer naar ons eigen bedje en badje! En natuurlijk hebben we ook erg veel zin om onze vrienden, vriendinnen en familie weer te zien.
We willen iedereen bedanken die op wat voor manier dan ook ons heeft gevolgd en/of iets van zich heeft laten horen. Soms kwam dit uit heel onverwachte hoek maar alle reacties enzo hebben ons reisplezier extra vergroot en deed ons erg goed! Bedankt!! Als iemand denkt iets te hebben aan onze reiservaringen voor een eigen reis of vakantie dan willen wij uiteraard graag delen.

Liefs van ons.

India (Calcutta) & Nepal

Nameste!

De laatste vier weken van onze reis zijn ingegaan! We hebben een aantal intensieve weken achter de rug maar met de komende weken India in het vooruitzicht zal het niet minder heftig worden ;) Ondanks dat we steeds proberen om alles zo goed mogelijk over te brengen is met name India zo ongelofelijk dat we denken dat je het je nooit helemaal voor kunt stellen als je er niet zelf bent geweest. We zijn vanuit Bangkok naar Calcutta (inmiddels eigenlijke naam Kolkata) in India gevlogen. Achteraf kunnen we zeggen dat Calcutta een goede vuurdoop voor India was want het was veel minder toeristisch dan de andere plaatsen die we aan gaan doen in India met alle gevolgen van dien (zie verslag). Na een week zijn we per trein naar Nepal gereisd. Hier hebben we onder andere een 12-daagse trekking door de Himalaya gemaakt wat een erg gave ervaring was. We hebben zojuist Nepal verlaten om de laatste weken vanuit het noorden van India richting het zuiden te reizen. Hieronder het verslag van de afgelopen vier weken in India en Nepal.

India
India is verreweg het grootste land wat we tijdens onze reis hebben aangedaan. Dit gigantische land heeft maar liefst 1,2 miljard inwoners (ruim 1/6 van de wereldbevolking!). En daar blijft het niet bij want in de afgelopen 8 jaar is het bevolkingsaantal gestegen met 150 miljoen. Het dagelijkse leven en het straatbeeld wordt erg beïnvloed door verschillende religies met name het Hindoeisme en in mindere mate de Islam. Ook het kastensysteem speelt een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de mensen. Hierdoor wordt vanaf de geboorte iemands positie in de maatschappij bepaald.

Calcutta
Toen we aankwamen in India hadden we even het gevoel alsof we aan een nieuw stuk van de reis begonnen. We moesten weer flink wennen want alles wat we tot nu toe meegemaakt of gezien hadden was hier toch wel vele malen extremer. Als we eindelijk in de taxi van het vliegveld naar de backpackersstraat van Calcutta zitten kijken we onze ogen uit, wat een chaos! Het is echt overvol op de weg en iedereen slingert heen en weer en gaat rakelings langs elkaar af. Onze chauffeur lijkt liever iemand aan te rijden dan af te remmen want bij een oversteekplaats toetert hij al van ver en rijdt door de overstekende mensenmassa heen waarbij hij een aantal mensen op een haartje mist. We zijn dan ook niet verbaast dat we binnen 5 minuten we al een aanrijdinkje hebben met een riksja (fietstaxi). Als we in de backpackersstraat van Calcutta aankomen moeten we even wennen. Tot nu toe zagen we steeds in de ‘toeristische gebieden' relatief veel toeristen op straat in vergelijking met locals maar nu moesten we ze zoeken! Dat is ook echt gebleken de volgende dagen. We hebben soms uren door de stad gelopen en zijn dan misschien vier westerlingen tegengekomen. Het is dan ook niet zo gek dat er flink naar ons gekeken werd. Dat waren we al een beetje gewend. Maar hier doen ze het toch anders. Ze staren ons lange tijd ongegeneerd met hun ogen wijdt opengesperd aan waardoor we het gevoel kregen dat we van een andere planeet komen! Omdat we op straat het gevoel hadden dat we niet eens rustig adem konden halen wilden we vaak naar onze kamer vluchten om even te ontsnappen aan ‘India'. Al was dit ook geen pretje omdat we moeite hadden om een kamer te vinden moesten we uiteindelijk genoegen nemen met een kamer vol schimmel en zonder raam. Toch was dit schimmelhok samen met een eettentje en een internetcafé de enige plaats waar we even tot rust konden komen.
Onze activiteiten in Calcutta bestonden vooral uit het verkennen en beleven van de stad en het leven in India. Twee unieke vervoersmiddelen kwamen we veelvuldig tegen in Calcutta. Dit waren de ouderwetse gele taxi's en loopwagens (rickshaws genoemd, zie foto's). Met deze loopwagens konden mensen zich laten vervoeren en deze werden door rennende mannen voortgetrokken. Omdat Calcutta de oude hoofdstad van India was (tijdens de Engelse koloniale tijd) waren hier door de Engelsen veel indrukwekkende gebouwen gebouwd. Met name het Victorica memorial was een erg mooi gebouw. We betaalden daarvoor wel 15 keer de entree die de Indiërs zelfs betaalden (maar liefst 2,50 euro haha).
Op straat was het een gigantische drukte met veel traditioneel kleurrijk geklede mensen. Waar we ook keken, overal was volop activiteit. Mensen die zich op straat wassen, zwervers die door de vuilnis rakelen, honden die achter elkaar aanzitten, mensen die dingen op hun hoofd vervoeren, paardenwagers, straatkappers en mediterende mensen. Ondertussen was het geluid oorverdovend door het getoetter. De geur wisselde af van stank (brandend afval, uitwerpselen en uitlaatgassen) naar wierook en etensgeuren. Verder werden we constant aangesproken door verkopers en steeds aangeklampt door zwervers die vaak akelige wonden of afwijkingen hadden die ze obzichtig toonde om geld te krijgen. Daarnaast moesten we opletten waar we liepen vanwege de smerige straten, het vele verkeer dat rakelings langs ons af reed en de te ontwijken rochels die hier extreem vaak met veel geluid werden geproduceerd. Je kunt je misschien voorstellen dat dit alles bij elkaar nogal wat indruk maakte waardoor we soms de behoefte kregen om ons even terug te trekken.
Afgelopen maanden hebben we vaak raar opgekeken van hoe mensen leven maar in dit land blijven we ons steeds opnieuw verbazen. De Indiërs zijn ook weer anders dan de Aziaten die we tot nu toe hebben leren kennen. We kregen niet echt een prettig gevoel bij de Indiërs die we in Calcutta hebben ontmoet. Ze waren vaak nors en kortaf, alhoewel we daarintegen ook hele aardige ontmoet hebben. We vonden het in ieder geval weer mooi om te zien hoe deze mensen leven.

Treinreis naar de grens
Na een klein weekje Calcutta zijn we per trein in 20,5 uur naar de grens van Nepal gereisd. Dit was achteraf ook weer een bijzondere ervaring maar op dat moment voelden we ons (vooral Lijanne) uiterst onprettig!
India heeft een uitgebreid spoorwegnetwerk waar dagelijks 13 miljoen mensen van gebruik maken. Via internet konden we gemakkelijk een ticket boeken maar voor een goede plaats hadden we dit wel al maanden van tevoren moeten doen, zeker in deze tijd van het jaar. Aangezien we onze route niet al te ver vooruit hadden gepland konden we pas laat een treinticket boeken. Daardoor waren de betere wagons vol en moesten we ons schikken met een plaatsje in de sleeperklasse, de klasse waar de middenklasse Indiërs ook mee reizen. We hadden kabeltjes en slotjes meegenomen om onze bagage vast te kunnen maken want volgens medereizigers was dat absoluut noodzakelijk omdat in deze klasse zelfs de slippers aan je voeten nog niet veilig zouden zijn als je slaapt.
Toen we op het gigantische station aankwamen (een van de drukste treinstations van de wereld) werden we weer flink aangestaart. Lijanne deed voor de grap haar sjaal als hoofddoek om en we merkten meteen dat dit een beetje scheelde dus deze heeft ze gedurende de treinreis niet meer afgedaan.
De gare sleeperwagon waarin wij lagen was met schotten in kleine open ruimtes opgedeeld. In totaal lagen er 70 Indiërs én Stan en Lijanne. We hadden twee bedden bovenaan waarbij Lijanne langs het gangpad lag en Stan er vlakbij. Toen de trein na een tijdje eindelijk in beweging kwam, kwam de conducteur langs om onze kaartje te controleren. Hij vroeg of we verder nog problemen hadden en vroeg daarna aan Indiërs die in hetzelfde compartiment zaten of zij ons konden helpen als er iets was. Misschien dat ze daardoor dachten dat ze ons continu in de gaten moesten houden want ze hebben ons geen moment uit het oog verloren ;) Overdag zat iedereen op de onderste bedden en werden we constant in de gaten gehouden (lees staren). Ook de mensen in de compartimenten naast ons probeerden niets te missen. Soms dwaalden hun ogen even af maar zo gauw we een beweging maakten draaiden de gezichten weer naar ons toe. Wanneer we iets deden zoals veter strikken, water drinken of gapen werden we nog extra goed bekeken. Toen Stan zijn neus snoot gingen ze nog even verzitten om maar niets te kunnen missen. Ondanks dat het op een gegeven moment een beetje irritant werd konden we er nu nog om lachen en deden we net alsof we het niet in de gaten hadden en diep in ons boek zaten.
's Avonds werd een ander verhaal. Toen we eindelijk in bed lagen gingen de meeste lampen uit waardoor het vrij donker was in de trein. 's Nachts kreeg Lijanne de schrik van haar leven. Ze lag met haar rug naar het gangpad (nog altijd met de hoofddoek om) om zo min mogelijk op te vallen. Stan was inmiddels al in dromenland toen er een lampje in de coupé aanging. Toen Lijanne omkeek om te zien waarom het lampje aanging was het eerste wat ze zag was de loop van een geweer een paar centimeter van haar af. Ze schrok zich rot en draaide zich meteen weer om en bleef zo stil als ze kon liggen, bang om aandacht te trekken. Ze durfde Stan niet te roepen en ondertussen schoten allerlei vragen door haar hoofd: Hoe lang staat diegene er al? Waarom staat hij hier met een geweer? Hebben ze gezien dat ik geen Indiër ben? Met hoeveel zijn ze? Na een tijdje hoort Lijanne een aantal mensen weglopen en een hele tijd later durft ze zich weer om te draaien om Stan wakker te maken. Achteraf denken we dat het beveiliging was maar op dat moment schrok Lijanne zich kapot. Later die avond is er een vergelijkbaar voorval wat niet bijdraagt aan Lijanne's gemoedsrust.
Wat later ais Stan weer ingedommeld is en Lijanne zich weer een keer naar het gangpad omdraait staat er iemand naast haar bed. Ze draait snel terug en doet net of ze slaapt. Lijanne voelt zich absoluut niet op haar gemak maar ze durft niets anders te doen dan gewoon te blijven liggen. Na een kwartier staat hij er nog te kijken. Tot Lijannes opluchting wordt Stan na een tijdje wakker en maakt de jongen door obzichtig terug te staren duidelijk dat hij niet gewenst is. De jongen reageert door aan het voeteneind van het bed te gaan staan staren. Uiteindelijk besluiten we om samen in Lijannes bed te gaan zitten ondanks dat dit bed zelfs te klein voor een van ons was (Aziatische maten). Er blijven de hele nacht nog uren mensen staren maar nu Stan bij haar zit voelt Lijanne zich veilig. Dit klinkt soms misschien ongelofelijk maar het is echt niet overdreven.
Gedurende de gehele treinreis (ook midden in de nacht) kwamen er vele mensen door de trein lopen die schreeuwend vele soorten producten aanboden om geld te verdienen. Ook worden er diverse diensten aangeboden zoals schoenenpoetsen, optredens door ‘zangers', en uiteraard komen er veel bedelaars langs. Het vreemdste is wel een aantal travistieten die langs de mannen kwamen iets in het Indisch zeiden een keer met hun handen klapte en nog geld kregen ook. Als zij/hij munten kreeg vond zij/hij het te weinig en gooit zij/hij het lomp terug en kreeg vervolgens briefgeld. Om de zoveel tijd komen kinderen in vodden over de grond door de wagon kruipen om alle afval (die als het niet uit het raam is gegooid) op de grond ligt op te vegen. Prullenbakken hebben ze hier niet. Ze vragen daarna om geld maar omdat we inmiddels vaak gewaarschuwd zijn dat we kinderen geen geld moeten geven krijgt er een van de kinderen een banaan van ons en lijkt hier heel tevreden mee.
Na een reis van 20,5 uur inclusief 2,5 uur vertraging (schijnbaar erg netjes voor Indiase begrippen) komen we aan op ons eindpunt. Als we uit de trein stappen gaan we op zoek naar vervoer om de grens van Nepal over te gaan. Er staan vele paard en wagens klaar om mensen te vervoeren .
Nadat we een stempel in ons paspoort hebben gehaald in het meest armzalige en onofficieelste grenskantoortje wat we ooit gezien hebben zijn we in Nepal. Na de grens kunnen we meteen meerijden met een jeep vol locals naar de hoofdstad van Nepal, Kathmandu. We wilden ieder op een stoel plaatsnemen maar natuurlijk wordt er weer gewezen dat we één plaats samen moeten delen;) Onderweg rijden we over onverharde wegen langs mooie bergdorpjes en het is een schitterend gezicht. Na nog eens 8 uur rijden komen we uiteindelijk na een stoffige hobbel en butsrit 's avonds aan in de hoofdstad.

Nepal
Kathmandu

Kathmandu ligt een stuk noordelijker en hoger dan waar we vandaan kwamen dus het was er een stuk kouder. Met de himalayatrekking in het vooruitzicht zijn we daarom flink gaan shoppen! In de twee dagen in Kathmandu hebben we eerst een gids/porter geregeld voor onze trekking waarna we voor ons beide een windjack, trekkingschoenen, muts, sjaal, handschoenen, fleecebroek, extra fleecevest en sportshirt hebben ingeslagen. Dat moest ook wel want het zou zeker -15 gaan worden in de bergen! Wat ons opviel in Katmandu, en later ook typisch voor Nepal bleek, was dat warm water en elektriciteit schaars zijn. Slechts enkele uren per dag was er elektriciteit dus we hebben in Nepal veel tijd doorgebracht bij kaarslicht. Verder was er ook zelden warm water in de guesthouses waar wij sliepen en het was geen pretje om met ijskoud water te douchen terwijl het buiten rond het vriespunt was! Op straat is het een gezellige drukte met veel gekleurde kleding, gekleurde mantravlaggetjes en veel mantramuziek (muzikale gebeden). Wanneer het avond was werden we continu aangesproken ‘ppsssjt!''marijuhana sir?' Nog meer dan we in andere landen hoorden. Een bloeiende handel dus. Verder waren er in Kathmandu heel veel kleinere tempels te zien tussen de kleine smalle steegjes.

12-daagse trekking door deHimalaya
Na twee dagen van voorbereiding (lees: shoppen!) was het dan eindelijk zover, we hadden er erg veel zin in! Jullie kennen vast de Himalaya wel. Dit is een zeer uitgestrekt gebergte wat een groot deel van Nepal en een gedeelte van de buurlanden beslaat (o.a. India, China). Daarbinnen heb je verschillende gebergte waarvan de mount Everest (hoogste berg van de wereld) en de Annapurna het meest bekend zijn. Wij hadden voor onze trekking twee routes gecombineerd. Eerst liepen we naar de Poonhill, van waaruit we een mooi uitzicht zouden hebben op de toppen van de Annapurna en daarna liepen we naar het Annapurna Basecamp. Dit Basecamp zouden we de achtste dag bereiken en we werden dan omringt door een aantal van de hoogste pieken van het Annapurna gebergte. Vanaf de negende dag liepen we het eerste stukje dezelfde weg terug om vervolgens via een andere route na twaalf dagen bij het eindpunt aan te komen. We zullen globaal beschrijven wat we deze twaalf dagen hebben meegemaakt om jullie een idee te geven van hoe wij het ervaren hebben.
Elke ochtend stonden we om 7 uur op en ontbeten we om half 8. Ons ontbijt bestond meestal uit een flink bord noodles en daarna liepen we aan. Het was af en toe wel afzien maar dan zetten we de knop om en als we niet nadachten over hoeveel uur en hoeveel dagen we nog moesten lopen was het echt genieten. Steeds verwonderden we ons weer over wat we om ons heen zagen. De omgeving veranderde voortdurend en om de zoveel tijd kwamen we een piepklein bergdorpje tegen waar we weer terug in de tijd gingen. De eerste dagen komen we onderweg veel bewoners van de dorpjes en allerlei dieren tegen. Herders komen langs met hun schapen, buffels staan op het pad en paarden vervoeren op hun rug goederen van het ene naar het andere dorpje. Zo gebeurde het ook dat een verdwaald lammetje ons een heel stuk bleef achtervolgen. Verder zien we af en toe apen door de bomen slingeren. Wat we onderweg ook erg mooi vonden was de turquoise blauwe rivier die tussen de bergen stroomde en de vele watervallen. Het ‘pad' liep bijna altijd via een soort van trappen omhoog of omlaag wat het soms wel erg zwaar maakte.
We hadden de eerste dagen volgens de gids wel pech met het weer. Hij had in zijn 16 jaar dat hij dit werk deed nog nooit meegemaakt dat het het zo'n slecht weer was. Het was bewolkt en mistig en het had veel gesneeuwd. Hierdoor was het zicht niet goed (we misten de mooie uitzichten) maar ook waren de paden erg glad. Hij wijtte dit aan het broeikaseffect maar gelukkig waren de omstandigheden na een paar dagen verbeterd, hadden we super mooie uitzichten en waren de paden weer goed begaanbaar. Ondertussen waren Stan en onze gids beide wel een keer uitgegleden, gelukkig zonder ernstige gevolgen. De gladheid zorgde er wel voor dat het soms spannend was en we beseften dat het risico zo ook behoorlijk groter was dan normaal. Wanneer er iets zou zijn gebeurd hadden we niet kunnen bellen omdat we geen bereik hadden, iemand had dan een uur moeten lopen naar het dichtstbijzijde dorpje en vandaar uit had een helikopter gebeld moeten worden. Op de gladden paden schoot deze gedachten wel een paar keer door ons heen waardoor we extra voorzichtig werden. Uiteindelijk zorgde de sneeuw juist voor een bijzonder mooie omgeving. Vanwege de sneeuw was er ook dreiging voor lawines en moest onze gids bij elk dorp om inlichtingen vragen. Gelukkig bleek dat het deze dagen toch veilig was om naar het basecamp te lopen. Wel hebben we van een afstand een lawine gezien, dat zag er wel mooi uit.
Het lopen zelf ging heel goed. We hadden er dan ook een flink tempo inzitten waardoor we 's middags meestal optijd aankwamen in de ‘Teahouses' waar we sliepen. We waren buiten het hoogseizoen waardoor het vaak erg rustig was op de wandelroute maar ook in de slaapplaatsen. Er was altijd een gezamenlijke ruimte waar een kachel stond waar we na het lopen omheen gingen zitten om op te warmen, een spelletje te spelen en een boek te lezen. Dit was erg gezellig. Een van de avonden lieten we onze gids foto's zien van de sneeuw die was gevallen in Nederland, hij was helemaal verbaasd dat dit mogelijk was op zeeniveau.
Naarmate we hoger in de bergen kwamen waren er geen dorpjes meer en waren er alleen nog ‘commerciële' slaapplaatsen waar wandelaars konden overnachten en eten. Hoe hoger we kwamen hoe beperkter en duurder de faciliteiten werden. De slaapplaats wat hoger in de bergen bestond uit simpele gebouwtjes waar de wind dwars doorheen waaide. Het beddengoed op de dunne matrasjes was standaard ongewassen. Mineraalwater uit flessen was ook niet langer beschikbaar waardoor we bergwater dronken met een Iodine tabletje. De wc bestond uit een hurkwc waarbij we vaak geen schepje water na konden gooien omdat het water bevroren was. Elektriciteit was vaak ook niet beschikbaar. 's Nachts legde we sommige spullen ter bescherming tegen de kou bij ons in bed en 's morgens moesten we soms heel lang op het ontbijt wachten omdat alles bevroren was. Het vroor dan ook 15 tot 20 graden! In de hogere slaappaatsen was ook altijd een gezamenlijke ruimte waar we na het lopen vaak om tafel gingen zitten. De tafel was aan alle kanten aan de zijkant voorzien van dekens die je over je benen kon leggen en onder de tafel werd een kerosine brander aangestoken waardoor het onder tafel lekker warm werd en we daar natte kleren te drogen konden hangen. Ook hier deden we vaak een spelletje of lazen een boek. We moesten wel ieder omgerekend 1 euro betalen voor het stoken van de brander maar dat hadden we er graag voor over. Naarmate we hoger kwamen werd ook het eten en dergelijke steeds duurder. Dit kwam omdat alles door porters naar boven gesjouwd moest worden. We zijn tijdens onze trekking vele van deze porters tegen gekomen. Het is echt ongelofelijk hoe mannen met soms een last van 40 kg gedeeltelijk dezelfde route als ons afleggen. We kwamen zelfs een keer een kerel tegen die een mand droeg met daarin een oud vrouwtje weggestopt onder een deken. Dat was wel een heel apart gezicht. De ballast werd vaak vooral met een band over het voorhoofd gedragen. Onze gids was tevens onze porter wat betekende dat hij een deel van onze bagage met zich meedroeg. Ondanks dat we dus niet al onze spullen zelf hoefde te dragen hebben we alleen het broodnodige meegenomen en hebben we onze backpacks in een hotel achter gelaten. We hadden één set kleding voor tijdens het lopen (ja al die dagen!) en één set warme kleding voor als we aankwamen. We waren dan nat van het zweet en als we stopten voelden we pas hoe koud het is.
Het uitzicht onderweg en met name ook op het basecamp maakte alles de moeite waard. Het was echt prachtig!! Helaas kunnen de foto's niet half laten zien hoe we het hebben ervaren.
Onze gids had ons een van de laatste dagen nog meegenomen naar een heetwaterbron. Daar waren onze spiertjes wel heel blij mee! :) Daar zaten we dan in een lekker warme water omringt door hoge bergen en naast een bergrivier. Al met al was het dus een hele nieuwe en geweldige ervaring. We hebben echt genoten, zowel van het lopen (klimmen!) als van het slapen in de bergdorpjes.

Chitwan nationaal park
Vanuit Pokhara, het eindpunt van onze trekking zijn we de volgende dag meteen verder gereisd naar onze volgende bestemming. We ruilden de bergen nu in voor de jungle. We reden 's morgens om 7 uur aan en 's Middags kwamen we in Sauraha aan, een plaatsje wat direct aan het nationaal park ‘Chitwan' ligt. Toen onze bus aankwam stond er al een grote groep hoteleigenaren te wachten om potentiële gasten te winnen. Toen we uit de bus stapte doken ze bijna letterlijk met z'n allen op ons omdat we de enige westerlingen in de bus waren. Kans om samen even te overleggen kregen we niet. Toen we een kamer hadden zijn we op pad gegaan om activiteiten te regelen voor de komende dagen. Als we zitten te eten moeten we steeds een beetje lachen om wat we door de straat zien lopen. Er komen namelijk voortdurend olifanten, kamelen, ossen- en paardenwagens langs.
De volgende dag stond een ‘full day jungle walk' op ons programma. Samen met twee gidsen die gewapend waren met een bamboestok zijn we in weer zo'n typisch gammel bootje de rivier overgestoken waarna de wandeling begon. We hadden al in de Lonely planet gelezen dat de wandelingen een bepaald risico met zich mee brengen op aanvallen van wilde dieren en aan het begin van de wandeling kregen we informatie over het nationaal park en instructies over wat we moesten doen als we aangevallen werden door de vier gevaarlijkste dieren die in de Chitwan jungle voorkomen namelijk neushoorns, beren, tijgers en olifanten. Bij elk dier moesten we op een verschillende manier reageren op een aanval. We zagen ons echter toch nog niet snel in een dikke boom klimmen wanneer er een neushoorn aan zou komen stormen en we betwijfelden of we wanneer er een tijger op ons af zou komen echt rustig op onze plaats zouden blijven staan ;) Het was wel een heel apart gevoel om ineens in een gebied te lopen waar deze dieren vrij rondlopen. Het is ook een beetje moeilijk voor te stellen tot we een afdruk van een tijgerpoot en een afgeslacht hert zien. Het is spannend om zo door de jungle te lopen. Bij gekraak in de begroeiing om ons heen bleven we stil staan om te luisteren en kijken wat het gekraak veroorzaakte, gek idee wat er allemaal kan zitten! Voor en achter ons liep een gids en soms klom er een hoog in een boom om te kijken of hij ergens een dier kon ontdekken. We zien vele sporen (pootafdrukken, nesten, baden, drinkplaatsen, stront) van ‘de gevaarlijke vier' maar de dieren zelf zien we helaas niet. Wel zien we verschillende soorten herten, krokodillen, apen en verschillende vogels en wilde kippen haha!!
De volgende dag zijn we overdag vooral bezig geweest met het plannen van de route door India en het boeken van tickets. Een hele uitdaging als de stroom steeds uitvalt. Tegen de avond werden we door de eigenaar van onze lodge op een motor (ja met drieën op één motor) bij het begin van het nationaalpark afgezet waar we onze gids voor de nacht ontmoeten. Deze nacht gingen we namelijk overnachten in een toren midden in de jungle! Terwijl we naar onze slaapplaats liepen zagen we dan eindelijk twee neushoors, een moeder met een jong (wij blij!). Neushoorns kunnen agressief worden met name als ze een jong hebben dus wij moesten zachtjes in een boog om hen heen lopen. De toren was een gebouwtje van twee verdiepingen met een platform waardoor we helemaal rond konden lopen en de omgeving goed in de gaten konden houden. Tot het echt donker was hebben we steeds opgelet wat voorbij kwam lopen. We zagen vanaf het platform nog een keer neushoorns voorbij komen en nog wat andere dieren. Toen het helemaal donker was zijn we ons hutje ingegaan en hebben we bij een kaarsje gelezen. Het was toch wel spannend om daar zo te zitten terwijl we allemaal geluiden om ons heen hoorden. Vooral wanneer we door hard gekraak hoorde dat er wat groots in de buurt liep keken we elkaar met een nieuwsgierige blik aan en hadden we de neiging om buiten te gaan kijken. Maar helaas was het te donker om iets te kunnen zien. De wc was buiten op de begane grond waardoor we als we daarheen moesten een stuk onbeschermd door het pikkedonker moesten lopen. Wij hielden het toch maar even op.
De volgende dag stonden om half 7 alweer klaar om terug te gaan. We zijn meteen doorgelopen naar het ‘elephant breeding centre' waar zwangere en pasgeboren olifanten worden verzorgd. Er was ook een tweeling bij, erg schattig! Daarna zijn we terug gelopen naar onze slaapplaats. Onderweg komen we weer langs vele prehistorische huisjes. Lemen hutjes met een ouderwetse waterpomp en verschillende dieren voor het huis. 's Middags werden we opgehaald voor de jeepsafari. We reden met een jeep door de jungle in de hoop dat we nog meer dieren konden zien. Helaas was onze gids deze keer niet zo bedreven in zijn vak en moesten we zelf opzoek. Uiteindelijk zagen we wel weer neushoorns, olifanten, krokodillen, apen en een aantal andere dieren. We baalden ontzettend dat we net te laat opkeken om een tijger te zien die een van onze medepassagiers voor onze jeep had zien lopen! Ook zijn we tussendoor gestopt bij een krokodillenfarm waar honderden krokodillen werden gehouden. Hier was een apart gedeelte voor zwangere en jonge krokodillen. Die laatste zagen er nog schattig uit;)

Na deze jeepsafari zat ons verblijf in Nepal er op. Het begint nu echt voorbij te vliegen voor ons. Over ruim 3 weken zijn we alweer thuis, waar we stiekem ook al erg naar uitkijken (dat mag toch wel hè?!). Maar op dit moment zijn we al een aantal dagen in India waar we de laatste vier weken spenderen om in dit gigantische en bijzondere land nog zo veel mogelijk te zien. Wederom bedankt voor jullie leuke reacties dit doet ons erg goed :).

Liefs van ons.

Thailand

Hee lieve mensen!

We waren weer back in Thailand. De vorige keer zijn we via het zuiden naar Cambodja gereisd en nu zijn we vanuit Laos het noorden van Thailand binnen gekomen. Deze keer hebben we niet zo veel cultuurgesnoven maar vooral de feestdagen goed gevierd. Daarnaast hebben we ons duikbrevet gehaald! We zijn nu in India.. en de verhalen waren niet overdreven. We dachten dat we wel wat gewend waren na de afgelopen 4 maanden maar in India is alles nog 10x extremer, ongelofelijk! Maar daar doen we de volgende keer verslag van... We willen jullie nog bedanken voor de nieuwjaarswensen die we op alle manieren ontvangen hebben, leuk dat jullie aan ons denken. Allemaal het nieuwe jaar goed ingeluid?? Onze kerst en nieuwjaar was dit jaar natuurlijk niet zoals gebruikelijk maar het was wel heel speciaal om het zo een keer te vieren..

Kerst in Chiang Mai
Bij aankomst in Thailand viel ons pas op hoe ver dit land ontwikkeld is in vergelijking met veel andere landen in Zuid-Oost Azië. Goede wegen, veel auto's, huizen van steen, supermarkten en andere winkels. Het eerste wat we in Chiang Mai willen doen is ons visum voor India aanvragen bij het consulaat. Na veel papierwerk lijkt het drie uur later eindelijk geregeld maar als we betaald hebben krijgen we te horen dat we ons visa op 31 december pas op kunnen halen.. Wat??! Dat zou betekenen dat we nieuwjaar in de bus naar Bangkok moeten gaan vieren. Gelukkig kunnen we de aanvraag van het visum nog cancellen en besluiten we onze planning aan te passen waardoor we het visum in Bangkok aan kunnen vragen.
Het is die avond kerstavond en om het kerstgevoel op te wekken koopt Lijanne twee kerstmutsen. Vooral Stan is erg blij dat hij nu met een kerstmuts rond mag gaan lopen. Daarna lopen we door de night bazaar waar we merken dat we een goede stad uitgekozen hebben om kerst te vieren want op veel plaatsen zien we grote kerstbomen, andere versiering en horen we kerstmuziek. Kerst lijkt een beetje misplaatst hier vooral vanwege het weer maar het is wel gezellig. Door onze kerstmutsen wordt vaak ‘Merry Christmas' naar ons geroepen. Het past niet helemaal bij de kerstgedachte maar voor kerstavond hadden we kaartjes gekocht voor, de nationale sport van Thailand, thaiboxen. Helaas had kortgeleden een grote brand het stadion verwoest waardoor de wedstrijd in een geïmproviceerd station in de buitenlucht werd gehouden. Voor de start van het eerste gevecht moeten we gaan staan tijdens het volkslied van Thailand uit respect voor de koning. Daarna begonnen de 7 wedstrijden van ieder 5 rondes of tot een knock-out. Voor elk gevecht worden door de boksers verschillende rituelen uitgevoerd voor ze beginnen. De meeste gevechten eindigen na 5 rondes door een beslissing van de jury. Één van de wedstrijden eindigt in een knock-out, wel apart om te zien. Er waren door toeschouwers weddenschappen afgesloten op de winnaar van de wedstrijden waardoor er voor een aantal omstanders duidelijk meer op het spel stond dan alleen de eer. Grappig om te zien hoe deze mensen fanatiek meeleefden.
Eerste kerstdag hadden we tickets voor een X-masparty die 's avonds werd gehouden. Zoals we van tevoren gehoord hadden kwam hier de grootste vrouwelijk DJ van Azië en andere bekende DJ's (niet dat wij er een kende). Er lag sneeuw (van die chemische rotzooi) en er stonden smeltende ijssculpturen. Bij elkaar was er erg veel werk op gedaan en het zag er ook gezellig uit. Toen we het plein op kwamen waar we opgehaald zouden worden door een bus, stonden daar nog twee Australiërs en een Engelse te wachten. Toen bleek dat we niet werden opgehaald door een bus maar door een tuktuk waar we met vijven ingepropt werden. Na een wilde en krappe rit kwamen we bij het feest aan. De eerste twee cocktails waren gratis dus met z´n vijven dronken we bacardi mojito. We vonden al dat ze niet naar mojito smaakte en even later kwam de ober onze drankjes ophalen.. hij was vergeten om er bacardi in te doen, het hoofdbestanddeel notabene! We bestelden een waterpijp met appelsmaak en later kwamen er nog twee Australiërs bij. We hebben gezellig zitten praten en na een paar uur besloten we met hetzelfde groepje om in het centrum van Chiang Mai verder te feesten. Hier sluit nog een Nederlands meisje aan en zijn we nog een aantal uren opstap geweest. Het was super gezellig en de Thaien hadden hun best gedaan om voor een feestelijke kerstsfeer te zorgen met een vuurshow en versiering. Rond half 3 zijn we naar de mac gelopen, voor een verlaat kerstdiner. Toen we daarna terug liepen naar ons guesthouse was het nog druk op straat, niet zozeer met mensen maar vooral renden de ratten over straat..
Tweede kerstdag zijn we ´s middags bezig geweest met het regelen van activiteiten en vervoer voor de komende dagen. Tegen de avond liepen we naar de sundaywalkingstreet. Dit is een markt die een heel blok straten beslaat en waar van alles te koop is. Het is erg druk op de markt maar als er op een gegeven moment het Thaise volkslied klinkt om de koning te eren lijkt het alsof iemand met zijn vingers heeft geknipt, iedereen is stil en beweegt niemand meer. Het duurt even voordat Lijanne in de gate heeft dat ook zij stil moet zijn. Het was wel een heel apart gezicht. Het ene moment bruist de markt van leven, iedereen is in beweging en druk aan het praten, het andere moment staat iedereen muisstil en zegt niemand een woord tot de muziek is afgelopen en ineens alles weer in beweging komt. Op deze markt stellen we ons kerstdiner samen. We eten bij vele kraampjes allemaal kleine hapjes zoals sushi, een curry, loempia´s, padthai, fruit en spaghetti waardoor we een zeer internationaal en goedkoop ( samen voor € 3,30) kerstdiner hadden dit jaar. Na het eten is het tijd voor de nightsafari, dit is een safaripark wat je het beste 's avonds kan bezoeken. We rijden door het park en om ons heen lopen verschillende dieren. Het grappigste is als een nieuwsgierige giraf zijn kop in ons voertuig steekt. In het park zagen we ook een mooie water- licht- en geluidshow op een meer. Net als de afgelopen twee avonden is er ook deze avond weer vuurwerk te zien in Chiang Mai.
De volgende dag zijn we op tijd opgestaan voor een aantal activiteiten die op ons programma stonden. Deze dag gaan we verschilende kortere activiteiten ondernemen waaronder olifantrijden, whitewaterraften, een trekking naar een waterval en een bezoek aan de ´longneck en bigears´. We rijden twee uur naar een olifantenkamp waar de olifanten al op ons staan te wachten. Dit hebben we vaker gedaan dus we stappen snel bij de grootste olifant in het bakje. We zien al gauw dat de olifanten hier minder goed worden behandeld dan in Laos want de mahout (olifantentemmer) gebruikt een hamer met een punt om de olifant aan te sturen. We zitten drie kwartier op de olifant en onderweg rukt hij regelmatig met zijn slurf van die gigantische palmbladeren van een boom. Wat een kracht heeft dat dier. Nadat we van de olifant zijn geklommen moeten we een stukje lopen tot we bij een rivier aankomen. Wij stappen als eersten in een kooi die aan een kabel boven de rivier hangt. We weten niet echt wat er gaat gebeuren maar we krijgen een zetje en vliegen dan met flinke vaart over de rivier. Aan de andere kant worden we weer opgevangen.. het kan ook nooit een keer gewoon gaan he! Daarna begonnen we aan de trekking naar een waterval. We verwachtte er niet veel van aangezien het één uur heen en één uur terug zou zijn maar het was een mooie trekking. We moesten vaak een riviertje oversteken via stenen of over smalle houten plankjes. Verder was het een hele klim over de rotsen aan de zijkanten van de rivier. Aangekomen bij de waterval zijn we even het koude water ingegaan om een douche te nemen. Na de lunch zijn we aan de trekking terug begonnen. Onderweg zagen we nog de grootste spinsoort van Thailand. Wat een joekel! Op zijn menu staan grote insecten en soms zelfs vogeltjes. Hierna was het tijd voor het white-water-rafting. Stroomversnellingen zorgden voor een witte kolkende rivier met een aantal kleine watervalletjes waar wij met een rubberbootje doorheen vaarde. Dit was erg gaaf! Samen met twee Italianen moesten we soms flink roeien om de juiste koers aan te houden om ons tussen de rotsen door te sturen. Hierna hebben we nog een stukje bamboorafting gedaan. Dit was een stuk minder spectaculair. We stonden op een bamboevlot van 12 meter lang en werden zo langzaam meegevoerd door de rivier. Toen we weer droog en wel op de kant stonden hebben we twee dorpjes bezocht. Een bergdorpje waar de H'mong mensen leven en een dorpje van de zogenaamde ‘longnecks' en ‘big ears'. Je kent ze vast wel van plaatjes maar het is bijzonder om zo'n dorpje in het echt te zien. In het dorpje dragen alle vrouwen ringen om hun nek waardoor hun nek wordt opgerekt. Zij doen dit omdat een lange nek in hun leefgemeenschap als schoonheid wordt beschouwd. We zagen in het dorp meisjes van 5 jaar met een paar ringen om hun nek, dit aantal loopt op naarmate ze ouder worden waardoor er oudere vrouwen zijn met 25 ringen. Er zijn ook enkele vrouwen met grote ringen door hun oor. Zij plaatsen steeds grotere ringen in hun oorlel om het gat steeds verder op te rekken omdat ook dit hoort bij het schoonheidsbeeld van dit dorp.. Smaken verschillen zullen we maar zeggen..
De volgende dag vertrokken we 's avonds met de slaapbus naar Bangkok. Na een onrustige nacht waarbij er om 1 uur 's nachts weer gestopt moest worden voor het avondeten (wie verzint dat toch op dat tijdstip?) komen we de volgende dag om half 6 aan in Bangkok.

Bangkok.. visum India aanvragen
We willen vanuit Bangkok zo snel mogelijk doorreizen naar Koh Tao, een eilandje in de Thaise golf in het zuiden van Thailand, om daar nieuwjaar te vieren en ons duikbrevet te halen maar eerst moeten we in Bangkok ons visum voor India aanvragen. We willen overdag ons visum voor India aanvragen en dan 's avonds meteen weer doorreizen naar Koh Tao.
We komen om half 6 in de morgen aan op de Kho San Road (de backpackers straat) en hier is nog volop ‘activiteit'. Op deze woensdagmorgen om half zes zitten er nog heel wat mensen op een terrasje te drinken. Tussen de westerse feestvierders door lopen Thaise meisjes en ladyboys opzoek naar een werk ;) Na een ontbijtje van een straatkraampje willen we de bus en boot naar Koh Tao gaan regelen. Het is echter nog te vroeg en we zoeken eerst een goedkope slaapplaats voor een paar uurtjes. Twee uur later regelen we alsnog de bus en boot om ´s avonds te vertrekken. Helaas zijn de prijzen wel omhooggeschoten doordat het de volgende dag oudjaar is. Nu op naar de ambassade van India om ons visum te regelen. We stappen in taxi en rijden door Bangkok. Dit is ook altijd een belevenis in zo'n grote stad. We staan veel en lang in de file terwijl de teller maar doortikt (baalbaal) en moeten tol betalen omdat we over de snelweg gaan. Het grappige is dat de afslagen van de snelweg niet naar plaatsen verwijzen zoals in Nederland maar naar straten. Misschien krijg je zo een indruk hoe groot Bangkok is?! Als we dan eindelijk bij de ambassade aankomen blijkt dat we hier niet ons visum aan kunnen vragen maar dat we bij het 'visum aanvraagbureau van India' moeten zijn. Deze zit op de 15e verdieping van een ander gebouw wat gelukkig op loopafstand ligt. Als we daar aankomen krijgen we te horen dat hier andere regels gelden dan in Chiang Mai en dat we twee ingevulde aanvraagformulieren en twee kopiën van ons paspoort mee hadden moeten nemen. Er worden alleen getypte aanvragen in behandeling genomen dus we verlaten het gebouw en gaan opzoek naar een internetcafé. Gelukkig kwamen we in een internetcafeetje waar vaker gefrustreerde reizigers aankomen die een visum van India aan willen vragen dus de eigenaresse wist wat we moesten. Dat was maar goed ook want het waren onlogische formulieren en als we een punt, komma of streepje teveel hadden gezet konden we weer terug. Terug bij het ‘visum aanvraag bureau' krijgen we de volgende verassing, wij willen een double entry visa omdat we vanuit India tussendoor naar Nepal willen maar er worden tegenwoordig alleen single entry visa verstrekt voor toeristen naar India. Als we zeggen dat we wel echt een double entry visa nodig hebben moeten we in ons beste engels een brief schrijven en verder hopen dat ons ‘speciale verzoek' wordt verhoord.
Als we gaan moeten we nog 130 euro afrekenen voor het stickertje wat we hopelijk in ons paspoort krijgen en zitten we 3 uur later weer in de taxi terug. Net als op de heenweg proberen taxichauffeurs ons regelmatig een oor aan te naaien. We moeten 107 bath betalen en als we 150 geven lacht hij en zegt dat het goed is. Uhm volgensmij bepalen we zelf nog altijd de fooi?! Natuurlijk heeft hij ook geen wisselgeld. Tenslotte vermaken we ons die dag nog in Bangkok en staan we 's avonds om 18.00 uur klaar om naar Koh Tao te reizen.
Na een uur waarin we alle kanten opgestuurd zijn (Koh Tao? Rechts staan. Koh Tao? Links staan. Wat is het nou? Rechts!) en uiteindelijk een heel stuk gelopen hebben zitten we in de bus en rijden we de hele nacht door. Na een stop van anderhalf uur rond 6 uur ‘s morgens stappen we in de volgende bus die ons weer verder brengt. Wij zijn in de veronderstelling dat we om 9 uur 's morgens in Koh Tao aan gaan komen tot een vrouwtje tegen ons zegt: 'Koh Tao? Waarom zijn jullie niet eerder uitgestapt?' Als blijkt dat meer mensen die naar Koh Tao willen nog in de bus zitten horen we dat de chauffeur vergeten is om ons te waarschuwen dat we onderweg uit moesten stappen. Gevolg is dat we in plaats van 9.00 uur om 15.00 uur 's middags aankomen en dat we ruim 400 kilometer om rijden en varen. Dat was balen, zeker na twee nachten door te hebben gebracht in een bus hadden we gehoopt er toch bijna te zijn!

Nieuwjaar in Koh Tao
Op het kleine eilandje Koh Tao zitten ontzettend veel duikscholen. Om niet te verdrinken in het aanbod (lekker toepasselijk) hadden we in Laos al gemaild met een Nederlandse duikschool op Koh Tao `Impian divers´ waar we via internet goede recensies over hadden gelezen. We hadden de duikcursus vastgelegd en bij de cursus inbegrepen was ook een kamer dus daar hoefden we ons niet druk om te maken.
Om 15.00 uur komen we eindelijk op het mooie eilandje aan en stroomt de boot leeg. Als we de pier aflopen staan hordes mensen met aanbiedingen voor kamers, feestjes en duikcursussen klaar. We lopen direct naar onze duikschool waar we kennis maken met de eigenaar en tevens instructeur Robert die ons naar onze kamer brengt. De kamer is klein en basic maar zit op een super locatie. We liggen namelijk direct aan het strand en in onze kamer horen de golven. Na even opfrissen en eten gaan we terug naar de duikschool om wat zaken vast te leggen en maken kennis met de andere Nederlandse instructrice Anita die ons met name zal gaan begeleiden. We spreken af dat we na het oud en nieuwfeest nog een dagje kunnen herstellen en dan vanaf 2 januari aan de cursus beginnen. We krijgen onze theorieboeken zodat we alvast een begin kunnen maken met de theorie.
De volgende dag, oudjaarsdag, nemen we een duik in de zee voor ons kamertje en gaan daarna de theorie leren op het strand.. goh wat hebben we het zwaar ;) We hadden gehoord dat we voor het beste oud en nieuwfeest op Sari beach moesten zijn dus om een uur of 9 's avonds delen we met twee Amerikanen de laadbak van een pick-up en rijden we richting Sari beach. Als we aankomen weten we al dat het een super jaarwisseling gaat worden. Wat een sfeer! We hadden besloten om onze camera niet mee te nemen dus we zullen het maar beschrijven. Het strand ligt in een baai waardoor we links en rechts van ons over het water de lichtjes en feestende mensen bij vele strandtentjes zagen. Op het strand zitten mensen op kussens wat te drinken. Aan de rand van de zee verzorgen een paar jongens een vuurshow waarbij we wel blij zijn dat we wat verder ervan af zitten (zo goed getraind zijn ze niet). De hele avond wordt al mooi vuurwerk afgestoken. Niet veel maar vooral groot vuurwerk met mooie vuurpijlen. Verder werden er de hele avond honderden Japanse wenslantaarns opgelaten wat er super mooi uitzag. Het was echt genieten, wat een topsfeer! Na 11 uur worden alle kussens op het strand opgeruimd en staat het strand ook vol feestende mensen. Om de avond goed te beginnen bestellen we een bucket rum. We gaan ergens zitten en steeds komen er andere mensen tegenover ons zitten waarmee we aan de praat raken. Erg gezellig! We staan er zelf soms van te kijken hoe gemakkelijk contact maken hier gaat. We hebben hier trouwens al vaak gemerkt dat buitenlanders eigenlijk altijd erg positief tegenover Nederlanders staan. We kunnen dan ook steeds met trots zeggen dat we uit Holland komen als ze er naar vragen. Hebben jullie trouwens ooit van het begrip ‘dutch-courage' gehoord? Een Engels stel was echt verbaasd dat we hier nog niet van gehoord hadden terwijl het schijnbaar onder Engelse en Amerikanen een zeer bekend begrip is. Iets voor 12 uur zijn we met een Nederlands stel aan de praat geraakt. Om 0.00uur wordt er door het hele strand afgeteld en wensen we elkaar en daarna deze mensen gelukkig nieuwjaar alsof we ze allang kennen. Dan geeft de man zijn mobiel aan Lijanne en zegt: 'bel maar naar huis, de zaak betaald toch'. We hebben deze maanden nog niet gebeld dus dat was wel heel bijzonder (en emotioneel;)). Het is echt een geweldig feest, we drinken iets té veel, nemen nog een paar warme nieuwjaarsduiken in de zee waar Stan zijn slippers vergeet en liggen uiteindelijk om 5 uur in ons bedje. Nieuwjaarsdag verloopt erg rustig en we doen niet veel. Stan komt zelfs zijn bed niet uit om te eten. Een goed begin van het nieuwe jaar haha!

Duiken!
Gelukkig is Stan de volgende dag weer ‘boven water' want we gaan deze dag onder water. We willen in vier dagen een zogenaamd open water brevet halen waarmee we tot 18 meter diepte zelfstandig mogen duiken. Omdat we aan kunnen sluiten bij drie Nederlanders die al een dag eerder waren begonnen werken we iets harder waardoor we uiteindelijk ons brevet in drie (lange!) dagen halen. De eerste ochtend zijn we enkel bezig met theorie. Grappig om in Thailand in de ‘schoolbanken' te zitten. De theorie heeft een natuurkundige invalshoek en gaat vooral over de gevolgen van het diep onder water zijn op je lichaam, hoe je hier rekening mee moeten houden en over de te nemen veiligheidsmaatregelen. ´s Middags maken we onze eerste duik. Tijdens deze duik doen we op drie meter diepte verschillende oefeningen bijvoorbeeld het onderwater leegmaken van het masker en we oefenen wat we moeten doen als we geen zuurstof meer hebben. Als onze fles bijna leeg is wisselen we hem om op de boot en maken we nog een duik. We gaan nu al naar 9 meter diepte, wel spannend meteen de eerste dag. Vooral Lijanne blijkt veel moeite te hebben om haar oren te klaren (dit moet om het drukverschil van het water en de luchtholtes in je lichaam te compenseren). Maar als we na 7 minuten dan op 9 meter diepte zijn is het genieten van het koraal en de vissen. Terug in de duikschool is het avond en kijken we nog een theoriefilm.
De volgende dag beslaat de theorieles weer de hele ochtend. We krijgen veel nieuwe informatie maar het is wel interessant. We leren nu ook duiken plannen aangezien we na de volgende dag (als het goed is) gecertificeerd zijn om zelfstandig te duiken. Je moet dan met veel dingen rekening houden zoals het stikstofgehalte dat wordt opgebouwd in je lichaam tijdens een diepe duik. 's Middags maken we weer twee duiken, deze keer op 12 meter diepte. We moeten steeds eerst een aantal oefeningen doen en vervolgens gaan we rondzwemmen over de super mooie koralen. We moeten steeds proberen om door middel van onze loodgordel en trimvest ervoor te zorgen dat we neutraal drijfvermogen krijgen waardoor we niet drijven en niet zinken maar als het waren gewichtloos in het water zweven, gaaf gevoel is dat. Als dit goed is gelukt kunnen we door middel van in en uitademen stijgen en dalen in het water. Als onze flessen na de tweede duik bijna leeg zijn zwemmen we terug naar de boot en wordt er geroepen dat er een walvishaai in de omgeving is gezien. Een walvishaai is de grootste vis die er bestaat (potvis en walvis zijn wel groter maar dit zijn zoogdieren) dus die willen we wel eens van dichterbij gaan bekijken. We klimmen snel op de boot die daar heeen vaart, doen onze trimvesten en het lood af en gaan met onze snorkels het water in. We hebben geluk want de walvishaai is er nog en we zien hem van nog geen meter afstand. Het is nog een jongere van 'maar' 4 meter waardoor hij nog speels is en rustig om ons heen blijft zwemmen, wat geweldig!! Terug in de duikschool moeten we nog even in de schoolbanken voordat we gaan eten en snel naar bed gaan.
De laatste dag begint met het laatste stukje theorie waarna we om 10 uur met de boot vertrekken. We maken weer twee duiken en deze keer op 18 meter diepte. Het is gek idee om op die diepte op de zeebodem te zitten en daar verschillende oefeningen te doen. Naast de oefeningen gaan we ook weer ‘gewoon' duiken. We duiken altijd in buddyteams waarbij tweetallen elkaar in de gaten moeten houden en bij problemen moeten helpen. Nu zijn wij naast vriend en vriendin en collega's ook nog buddy's onder water ;) Deze keer zien we onder andere zeeschildpadden die bovenaan Stans lijstje stonden, jeeuh! Na de duik sluiten we de cursus af met een theoretisch examen waarbij we van de 50 vragen toevallig beide drie fouten hadden waarvan twee dezelfde, zonder te af te kijken! Ons brevet is binnen en we hebben deze dagen veel geleerd, het was echt een super ervaring en we hebben erg genoten van de mooie dingen die onder water te zien zijn.
De volgende dag stond de terugreis naar Bangkok op het programma en we hadden naast het duiken en oud en nieuw nog niet veel gezien van dit prachtige eiland. Daarom besloten we om 's morgens voor we richting Bangkok vertrokken te voet het eiland te gaan verkennen ;p. Koh Tao heeft erg mooie stranden, wat een plaatjes.. jammer dat we niet langer konden blijven om één dagje aan het strand te liggen. Die middag hebben we de boot gepakt naar Chumphon waar we uiteindelijk ruim 6 uur op de trein hebben moeten wachten. Omdat we per se naar Bangkok moesten vanwege ons visum en een vliegticket schrokken we toen we hoorden dat alle boten richting Bangkok voor de komende dagen vol zaten. Gelukkig kregen we de mogelijkheid om de kaartjes van een Nederlands stel over te kopen. Deze waren eigenlijk veel te luxe en duur voor ons maar we waren allang blij dat we naar Bangkok konden. We baalden behoorlijk toen we iets later hoorden dat er nog wel goedkope kaartjes waren. We hadden nu 50 euro te veel betaald maar we hadden dan wel een eigen coupeetje met bed in de trein naar Bangkok. Dan maar genieten van het reizen in stijl alleen wie verzint het om in ons kleine coupeetje 12 blazers van een airco aan te brengen?!

Last stop voor India.. Bangkok.
We komen 's morgens om tien uur aan in Bangkok. Twee dagen later vliegen we naar Kolkata (India) en we moeten onze visa van India de dag daarvoor nog ophalen. We hadden dus deze dag nog over om ons voor te bereiden op India. Stan gaat naar de kapper (1e keer in Azië, zijn schoonmoeder vond het nodig;)), we sturen wat overtollige spullen in een pakketje met de bootpost naar huis, we kopen een lonelyplanet en we besteden het wassen van onze kleren een keer uit. Verder lezen we ons in over India en Nepal. Dat is wel nodig want volgens de verhalen gaat dit beide heftig worden.
De volgende dag kunnen we eindelijk ons visum voor India ophalen. Toen we 's morgens voor 9 uur onze paspoorten ingeleverde zei de medewerkster doodleuk ‘bel om 4 uur maar dan hoor je wel of jullie het paspoort met visa tussen 5 en 6 kunnen ophalen'. Pardon?! We hebben het ruim een week geleden aangevraagd en zouden vandaag ons visum krijgen, het moet zelfs want we vliegen morgen. Natuurlijk wordt ook hier weer moeilijk over gedaan en moet er iemand bijkomen. Als we verzinnen dat onze vlucht om 8 uur 's morgens vertrekt stemmen ze eindelijk in en kunnen we aan het einde van de dag ons visum ophalen.. wat een gedoe was het regelen van dit visum zeg!

Liefs van ons!

Laos

Sabaidee!

Allemaal een gezellige Kerst gehad en lekker gegeten? We hebben jullie in deze tijd wel extra gemist maar we hebben er samen ook leuke dagen van gemaakt hier in Thailand. Daar vertellen jullie de volgende keer over want we willen jullie nu vertellen over de afgelopen twee weken in het noorden van Laos. Helaas was dit eigenlijk te kort voor dit mooie en bijzondere land maar dit komt omdat we rekening moeten houden met een geboekte vlucht naar India. We vonden Laos een geweldig mooi land met een authentiek karakter zoals we dat hier nog niet eerder in Azië hebben gezien. 80% van de bevolking leeft in kleine `dorpjes´ in de bergen waarvan er veel bijna afgesloten zijn van de rest van de wereld. Er is op veel plaatsen nog geen elekticiteit en 75% van de mensen leeft van minder dan 1,50 euro per dag. De mensen leven vaak nog erg primitief, echt een hele andere wereld dan de onze. Vooral tijdens de tweedaagse trekking waarbij we in een bergdorpje geslapen hebben zagen we dit terug. Ondanks dat Laos zo'n groot land is wonen er maar 5,6 miljoen mensen. Hierdoor is nog veel natuur onaangetast en onvervuild.

In Lao-style de grens over.. wat een belevenis!
Ons plan was om in drie dagen van Sapa (Vietnam) naar Luang Prabang (Laos) te reizen. We wisten dat het een lange zit zou worden maar dat het zo zou gaan hadden we ons niet voor kunnen stellen. Dag 1 worden we zoals altijd te laat opgehaald door een minibusje. Naast dat het busje al propvol zit wordt onze bewegingsruimte helemaal geminimaliseerd door de zakken rijst en koffiebonen onder onze voeten. Naast goederen en mensen werden er ook kippen en kuikens in ons busje vervoerd die er voor zorgden dat we continu in de stank zaten. Met zoveel mensen en dieren op een kleine ruimte vinden we het niet gek dat ze verwachten dat nieuwe pandemiën zullen ontstaan in Azië.
We zullen het kort houden, maar steeds als we denken dat het busje echt vol zit en er écht niemand meer bij kan stopt de chauffeur en propt er zich nog iemand bij. Onze definitie van vol hebben we in Azië al meerdere malen bijgesteld. Een wc-stop is op een grasveldje waar mannen en vrouwen door elkaar staand (?!) hun behoefte doen. Algauw blijken de wegen niet hetzelfde als eerder in Vietnam. De wegen zijn onverhard en bochtig door de bergen. Door de gaten in de weg veren we vaak omhoog en door het constante trillen en butsen moeten we steeds naar de wc ondanks dat we bijna niets drinken. Zo gaat het kilometer na kilometer door.. ondertussen komen we wel langs de mooiste landschappen. Mooie gebergten en bergdorpjes met de volken met hun typische kleding en allerlei dieren die om het huis en op de weg lopen. Na een zéér oncomfortabele reis van 9 uur hebben we eindelijk Dien Bien Phu bereikt en gaan we op zoek naar een slaapplaats. Maar als eigenaren van een guesthouse niet eens in het Engels uit kunnen leggen wat je moet betalen voor een kamer wordt het lastig. Maar het eten werd nog moeilijker. Uiteindelijk werden we mee een keuken in genomen en daar hebben we wat herkenbare etenswaren aangewezen die we later op ons bord kregen. Als Stan daarna aan tafel een cola besteld wordt er een pakje sigaretten en een aansteker gebracht. Uh ja..
Dag 2.. oncomfortabeler dan gisteren kan het vandaag niet worden dachten we. Als we om half 6 's morgens aankomen bij de bus zit deze al behoorlijk vol en wordt onze bagage op het dak gebonden. Wij mogen met z'n tweeën plaatsnemen op één klapstoeltje in het gangpad. Zo, daar mochten wij de rest van de dag blijven zitten. In het busje liggen weer overal op de grond zakken met rijst en andere goederen die onze beenruimte beperken. Na veel moeite zit iedereen op zijn plaats en moeten na 10 minuten rijden weer uitstappen. Ontbijtpauze?! Na de pauze duurt het weer even voor iedereen op zijn plaats zit, zeker omdat er nog extra mensen bij worden gepropt. Ongelofelijk. Onderweg stopt de bus nog een paar keer en steeds zeggen we tegen elkaar ‘dit past écht niet meer' maar jawel hoor.. gewoon duwen. Algauw kan de deur niet meer dicht en heeft Lijanne die al bij Stan tussen zijn benen zit nog een vrouwtje op schoot. Met 3 personen op 1 stoel, met 42 man in 1 busje. Achteraf is het grappig, maar op dat moment was het echt een hel. Om dan nog maar niet te spreken over de wegen. We hebben alleen maar op onverharde wegen gereden wat veel stof veroorzaakte waardoor we vaak met onze mouw voor onze mond zaten. En al die hobbels en gaten in de weg zijn nog minder comfortabel met meerdere mensen op je schoot. Bij de Vietnamese grens evenals bij de grens van Laos moet het hele busje leeggehaald worden wat een tijd duurt. Daar krijgen we een stempel, wordt onze temperatuur opgemeten (nog steeds vanwege H1N1) en moeten we zoals altijd te veel voor onze visa betalen omdat het douane personeel geen idee heeft van de omrekenkoers. Natuurlijk moesten we hier weer over onderhandelen. Als we terug in de bus stappen gebaard het Aziatische vrouwtje vrolijk dat ze wel weer bij Lijanne op schoot wil. Na de grens hebben we een betere zitplaats ingepikt waardoor we wat meer ruimte hadden. Tijdens zo'n oncomfortabele reis valt ons steeds op dat de Aziaten het allemaal over zich heen laten komen.
Het eerste wat we zagen van Laos is zoals we het hadden verwacht. Erg primitief, beelden zoals we ze kennen van het prehistorisch dorp. Verder is het rustig en groen. Uiteraard is er geen asvaltweg op onze route dus rijden we steeds door de stof en doorkruisen we verschillende riviertjes. Na negen uur rijden stopt de bus en hoeven we alleen nog maar met een gammel bootje een brede rivier over te steken om Muang Khoa te bereiken. We willen het liefst meteen doorreizen naar Luang Prabang maar de bus blijkt helaas net weg te zijn. Het lijkt erop dat we morgen pas het laatste stuk van 10 uur af kunnen leggen op dezelfde manier als de afgelopen twee dagen. Maar met drie andere reizigers gaan we opzoek naar een andere oplossing. We vinden uiteindelijk iemand die ons vijven voor een behoorlijk bedrag (115 dollar) dezelfde dag nog naar Luang Prabang wil brengen. We zijn allang blij dat iemand ons wil brengen en stappen na een hapje eten in zijn auto voor het laatste ‘stukje' (nog 8,5 uur rijden). Na wederom een hobbelige rit worden we om kwart voor 1 afgezet in Luang Prabang en onze chauffeur maakt dat hij weg komt. We blijken in de buitenwijk van de stad te staan, 6 kilometer van het centrum. Gelukkig zijn hier ook veel guesthouses en hotels. We gaan ze allemaal af maar we krijgen steeds te horen dat ze vol zitten.. dit hebben we nog nooit meegemaakt! We waren al vanaf die morgen half 6 aan het reizen en het was het half 2 's nachts en we konden geen slaapplaats vinden. Gelukkig komt er een tuktuk langs en helpt de local ons om een slaapplaats te vinden. Eindelijk naar bed! Achteraf kunnen we zeggen.. het is toch weer een ervaring. En.. dit is Laos. Vietnam was zo toeristisch dat het gemakkelijk reizen was. Laos is heel anders. Er zijn in verhouding niet zo veel toeristen en het land is erg arm en minder ontwikkelt dan andere landen in Azië (het hoort zelfs bij de armste landen ter wereld).

Luang Prabang
De oude hoofdstad van Laos ligt aan de Mekong rivier en heeft veel tempels en andere bezienswaardigheden. Ondanks dat het niet lijkt op de rest van Laos (logisch, want de meeste mensen wonen in hele kleine bergdorpjes) vonden wij het een erg leuk stadje. Elke avond was er een grote nightmarket waar alle soorten handgemaakte voorwerpen over de hoofdstraat werden uitgestald. Verder stonden er ook altijd de baguettestalls waar we voor 1 euro konden ontbijten en 's avonds had je de nightstalls waar we voor 1 euro een bord eten konden opscheppen van een eigen gemaakt buffetje. Hier zaten toeristen en locals door elkaar te eten waardoor er een gezellige sfeer hing. Ook stonden er veel kraampjes met vers fruit waarbij we onze eigen shake konden samenstellen voor 50 cent. Als we 's avonds door Luang Prabang liepen werd ons wel eens in het oor gefluisterd ‘pssst marihuana?!' Laos was de op een na grootste opiumproducent en ondanks dat drugs hier illegaal is, is het wel gemakkelijk verkrijgbaar.
De eerste dagen in Luang Prabang hebben we rustig aan gedaan. Deze dagen hebben we ons vorige verslag geplaatst en is Stan even ziek geweest. Gelukkig is dit ons tot nu toe bespaard gebleven ondanks dat we bijna alles eten (ook van de straatstalletjes en salades), natuurlijk alleen als het er betrouwbaar uitziet. We hadden gelezen dat 50% van de reizigers in Laos in de eerste twee weken ziek wordt en dat hebben we zelf ook aan ons lichaam gemerkt. Bij het maken van een reisplanning kwamen we erachter dat we eigenlijk niet zoveel tijd hadden in Laos en zijn we er weer flink vaart achter gaan zetten. Een van deze dagen zijn we met vier anderen naar de Kuang Si waterfall geweest. Dit is een grote waterval die zich vertakt in vele ‘kleinere' watervallen en via verschillende plateaus naar beneden stroomt. Nadat we het berenreservaat onder aan de waterval gezien hadden, volgden we de waterval naar boven. Bij elk plateau was een meertje waar we konden zwemmen (we baalden dat we onze zwemkleding niet bij hadden) waarna de waterval weer verder naar beneden stroomde. Het was erg mooi met helder blauw/turcoise water. Uiteindelijk kwamen we bij de laatste waterval. Dit was een hele hoge waterval waar het water tientallen meters naar beneden stortte. We hebben wat foto's gemaakt en ook hier moest Lijanne weer even met een local op de foto. We zijn benieuwd op hoeveel facebooks we ondertussen te zien zijn.
Verder hebben we in het centrum van Luang Prabang de Phou Si Hill beklommen waar bovenop een tempel staat. Het ging ons niet om de tempel, die hebben we ondertussen al veel gezien maar we hadden gehoord dat de zonsondergang vanaf hier erg mooi is. De zon was zo helder en ook de kleren waren erg mooi, we hebben weer genoten =)

Vang Vien
We hadden van medereizigers al veel over Vang Vien gehoord en we wilden dit graag eens met eigen ogen zien. Hier zie je niet het echte Laos maar het heeft meer weg van het Salou of Chersonissos. Die avond vertrok de bus om half 8 richting de hoofdstad en zouden wij onderweg om half 1 in de nacht in Vang Vien worden gedropt. Niet echt ideaal, maar dit ging nog vonden we. Het buskaartje was inclusief het ‘avondeten' wat we om 1 uur 's nachts kregen en bestond uit een pho soepje (typisch Aziatisch gerecht met bouillon, rijstnoodles, groeten en vlees). Uiteindelijk worden we om half 4 's nachts op een verlaten plek gedropt waar ‘toevallig' weer een tuktuk klaarstaat om ons verder te vervoeren. Zo wordt hier werk verschaft. We worden naar een guesthouse gebracht waar we snel naar bed gaan.
De volgende ochtend staan we om 10 uur op voor dé activiteit van Vang Vien, tuben. Echter bleek dat iedereen nog in z'n bed lag en tuben pas na 12 uur begon. We zijn toen maar wat gaan eten bij een van de TV-bars. Je hebt hier veel restaurants waar grote schermen hangen en de lage tafels zijn zo neergezet dat je de televisies niet kunt negeren. Normaal niet zo gezellig met die Aziatische soaps maar aangezien het hier op westerse jongeren gericht is stond de hele dag Friends aan en kijk je gezellig op de grond op een kussen met iedereen TV tijdens en na het eten.
We kopen nog een waterdichte tas en gingen toen onze band halen voor het tuben waarna we met een groep door een tuktuk afgezet werden bij de rivier. Tuben is met kleren en al in de band gaan liggen en je lekker mee laten voeren door de rivier die tussen de bergen stroomt. Langs de rivier liggen kroegen waar je aan kan leggen om een halve liter Beer Lao te drinken of een emmer sterke drank. Ondanks dat het weer niet goed was was het erg gezellig. Als we de rivier afgaan horen we de muziek en zien we feestende mensen. De kroeg zelf moet je wel op z'n Aziatisch voorstellen. Een paar tafeltjes, muziek en een zelfgemaakt kraampje waar je bier of andere drank kunt kopen. Ook zijn er bij de ‘cafés' zelfgebouwde toestellen om de tubers te vermaken. Zo is er een touwslinger gemaakt waarbij je van een hoog platform naar beneden kan zwieren. Je moet wel op het juiste moment loslaten om niet op de rotsen te landen maar in het water. Deze stunts en alcohol gaan niet altijd goed samen waardoor er de afgelopen jaren vijf personen zijn overleden om nog maar niet spreken over het aantal botbreuken. Zo zijn er meerdere levensgevaarlijke activiteiten langs de tuberoute waar veel mensen na een slok alcohol aan deelnemen. Niet zo gek dat er in dit dorp een ziekenhuis gebouwd is. Ook gebeuren er veel ongelukken bij het tuben doordat er een aantal stroomversnellingen zijn en er veel rotsen ineens opdoemen. Gelukkig zijn wij hier veilig uitgekomen ;) en het was zeker lachen om een keer te doen.
's Avonds hebben we weer wat gegeten in een TV-bar waar we iets anders zagen waar Vang Vien om bekend staat. Ze hebben hier namelijk ‘happy pizza's' en ‘happy shakes' (met marihuana, paddo's of opium). Er wordt hier veel gebruik van gemaakt ondanks dat het illegaal is dat als je wordt betrapt, je een boete krijgt en zelfs je paspoort wordt afgepakt. Sommige mensen hadden duidelijk van deze pizza's of shakes gehad ;) Ondanks dat we hier pas net waren zijn we weer opzoek gegaan naar een busticket terug naar Luang Prabang. Het was leuk om de sfeer eens te proeven maar we willen het echte Laos zien, zeker nu we zo weinig tijd hebben en het weer hier toch te slecht is voor andere activiteiten. Deze keer hadden we een minibusje waarmee we weer eens op een normale manier vervoerd werden.
Terug in Luang Prabang bleek net de optocht te beginnen om te vieren dat de stad 15 jaar op de wereld erfgoedlijst staat. Na deze optocht met vele mooi verklede en versierde mensen en wagens, zijn we opzoek gegaan naar activiteiten om zo meer van Laos te zien.

Olifantentour
Samen met drie Engelse meiden en onze tourguide zijn we naar een olifantenkamp gereden. Daar stonden de olifanten ons al op te wachten. Wat een kolossale dieren, alleen die poten al. Maar wel erg mooie en lieve beesten merken we al snel! Na wat foto's klimmen we in het zitje dat op zijn rug gebonden is. De olifant loopt met ons door de jungle en we staan er versteld van hoe de olifant met ons een steile berg op loopt. Iemand mag in de nek van de olifant gaan zitten en dat laat Stan zich geen twee keer zeggen. Dan gaan we de berg af en moeten we ons goed vasthouden. Elke stap beweeg je namelijk met de olifant mee. De olifant is ook best behaard en vooral op zijn hoofd heeft hij dikke stekeltjes, een grappig gezicht. Na een uurtje op zijn rug te hebben gezeten komen we weer terug in het kamp. De bewoners van het kamp komen met ons meekijken en er wordt van alles verteld over de olifanten. Geïnteresseerden kunnen een olifant via ons bestellen voor 15.000 euro (excl. Verzendkosten) ;) Reken wel op een behoorlijke maaltijd voor je nieuwe huisdier die bestaat uit 200 kilo bamboe per dag.. We geven ze eten en het is grappig hoe ze de bamboe met hun slurf aanpakken en het dan naar hun mond brengen waar het vervolgens met veel kabaal verpulverd wordt. Na een tijdje gaan we met de boot naar de overkant. Daar is de ´pak ou cave´ waar we veel over gelezen hebben en ook wel bekend staat als de grot met de duizend Boeddha´s. We kwamen in een donkere grot waar monniken met een ritueel bezig waren. De Boeddha´s zijn naar deze grot gebracht nadat de tempels waar ze in stonden verwoest waren tijdens de oorlog, vandaar de grote verzameling Boeddha's.
Hierna was het tijd voor het olifantenbadderen, spannend! We zaten samen op één olifant, nu zonder zitje. Het op de olifant komen was nog een hele klim. Doordat de olifant zijn voorpoot omhoog hield alsof hij een pootje gaf konden we onze voet daarop zetten en moesten we ons vervolgens aan zijn oor omhoog te trekken. Omdat Lijanne het zielig vond om aan het oor te trekken trok ze bijna Stan van de olifant. Daar zaten we dan uiteindelijk! Stan kon zich met zijn benen om de nek van de olifant vastklemmen maar Lijanne zat wat minder goed waardoor ze zich enkel vast kon houden aan Stan. Het oor van de olifant flapperde steeds precies tegen Lijannes kniereflex aan waardoor ze de olifant steeds een schopje gaf. We liepen naar de rivier voor het badderen en hiervoor moesten we een steile helling af. Wij hadden niet verwacht dat dit goed zou gaan, Lijanne durfde soms niet te kijken. Als de olifant stijl naar beneden moest lopen zakte hij eerst door zijn achterpoten en zetten vervolgens zijn voorpoten naar voren. In de rivier bleven we op de olifant zitten en gingen we zo mee het water in. Af en toe kwam de slurf boven water en kwam er eerst wat water uit gesproeid voordat hij adem haalde. Een van de olifanten kon als een rodeostier ons eraf schudden. We moesten ons vasthouden aan de oren maar omdat we dat zielig vonden vlogen we er meteen af. Van onze gids moesten we ook even op de olifant gaan staan voor de foto, even wat onwennig maar wel een grappig resultaat. Na een tijdje gebadderd te hebben met de olifanten gingen we uit de rivier en mochten de olifanten nog even grazen op de oever voor we weer met de olifant de steile berg opklommen naar het kamp. Daarna zijn we terug gereden naar Luang Prabang. Onderweg zijn we bij Wiskey Village gestopt en hebben we een paar borrels rijst wiskey, zogenaamde LaoLao geproeft.

Tweedaagse trekking
We wilden nog graag enkele van de bergdorpjes zien waarin het grootste gedeelte van de bevolking van Laos woont. Deze dorpjes moet je voorstellen als een paar bamboehutjes bij elkaar op een open plek in de bergen. We zijn op een tweedaagse trekking door de bergen gegaan en we hebben zelf ook in zo'n dorpje geslapen. Het was een geweldige ervaring! De eerste dag zijn we met onze gids door de bergen getrokken en hebben we een aantal dorpjes bezocht. Onderweg komen we ook enkele Laotianen uit de bergdorpjes tegen. Zo was er een groepje vrouwen met kinderen aan het werk. De kinderen (ongeveer 7 jaar) waren aan het werk met een kapmes ter groote van hun halve lichaamslengte om brandhout te verzamelen. Steeds als we een foto wilden maken van een vrouw die graan aan het stampen was rent ze snel weg, ze is bang voor de camera. Het is hier ook zo'n andere wereld. Bamboe-hutjes, geen elektriciteit, geen auto's of brommers en het volgende dorpje is alleen via smalle wandelpaadjes door de bergen te bereiken. Onderweg lopen we met onze blote voeten door een riviertje en als we weer op de oever staan en onze schoenen aantrekken komen we erachter dat we massaal worden aangevallen door bloedzuigers die via onze schoenen naar boven proberen te kruipen. We zetten het even op een rennen en halen vervolgens de laatste snel van onze schoenen af. Het was een mooie trekking en aan het eind van de middag komen we aan in het dorpje waar we overnachten. Dit is groter dan de eerdere dorpjes die we hebben gezien. Mensen die voor hun bamboehutjes bij elkaar zitten en aan het werk zijn, koken op een kampvuurtje en kinderen die spelen met zelfgemaakt speelgoed. Dit dorpje van ongeveer 75 families had de luxe dat ze 1 televisie tot hun beschikking hadden. Er stond een aggregaat en inwoners van het dorpje konden voor 5 cent per avond TV kijken. Ze hebben voor bezoekers een aantal biertjes op de plank staan en bij het eten krijgen we een lauw Beer Lao (omdat er natuurlijk geen koelkast in het dorp is) aangeboden waar eerst nog een stofdoek overheen wordt gehaald.
Er wordt een kampvuurtje gemaakt waar we met z'n allen omheen gaan zitten. Ondertussen zien we vuurtjes in de bamboehuisjes. ‘Hoe zit het met de brandveiligheid?' denkt Stan meteen. Onze gids kan ondertussen niet ophouden met praten en hij verteld van alles over het leven in Laos en zijn eerdere leven als monnik. Verder gooit hij een Cassave (een wortelknol) in het vuur die we nadat hij gaar is op kunnen eten. Onze telefoon heeft geen bereik maar is wel handig om als het hele dorp donker en uitgestorven is ons ‘hutje' op te zoeken. Op de bamboevloer van het hutje ligt onder het muskietennet een flinterdun matrasje. Niet echt comfortabel maar het hoort bij het leven in een Lao-dorpje.
De volgende ochtend maken we ons klaar voor een korte trekking waarna we 3 uur gaan kayaken. Aangezien Stans motto is ‘als je haar maar goed zit' gaat hij in het dorpje op zoek naar een spiegeltje. Als hij er een gevonden heeft staan een man en vrouw geïnteresseerd te kijken naar de gel en willen ze ook wel wat om in hun haar te smeren. Nadat de man wat gel in zijn kuif heeft gesmeerd loopt hij trots door het dorp. Wij worden nog gevraagd of wij iets in het ‘school donatie boekje' willen schrijven en een donatie willen doen. Veel scholen in Laos zijn namelijk gebouwd en worden onderhouden door het geld wat onder andere toeristen schenken. Na het ontbijtje namen we nog een kijkje in de school die we vet gesponsort hebben ;) en begonnen daarna aan de trekking die een uurtje duurde. We liepen naar de rivier waar onze kajakken al klaar lagen maar we moesten eerst met een bootje naar de overkant van de rivier. Gelukkig was dit bootje een stuk veiliger dan het bootje van de dag ervoor. Toen zaten we namelijk in zo'n smal, oud en vooral lek houten bootje dat we echt vreesden dat ons bootje zou zinken en dat we met onze camera's en ons laptopje in het water zouden vallen! Er zaten flinke gaten in het bootje en het water stroomde binnen. We durfden ons niet te bewegen en niet eens te omkijken, want anders zou het bootje al uit balans raken en kapseizen. Het bootje kwam steeds dieper in het water te liggen en onze schoenen werden al nat. Gelukkig kwamen we beide keren veilig aan de overkant. Voor het kajakken stopten we onze spullen in een waterdichte tas en legde eerst een kleine stukje af over de rivier. We stopten bij de bekende Ted Sea waterval voor een lunch. Ook weer zo'n brede en lange waterval, maar niet zo vol omdat het al een paar dagen niet geregend had. Na de lunch hebben we 2,5 uur gekajakt. Een hele mooie tocht tussen de bergen met de weerspiegeling van de zon op het water. Echt genieten ondanks de inspanning ;) Op de route zaten ook een aantal stroomversnellingen die er nog wat actie in brachten. Toen we aankwamen bij het eindpunt zijn we weer naar Luang Prabang gebracht en reisden we de volgende dag met de boot richting de grens van Thailand.

Reis naar Thailand
Deze boottocht duurde 2 dagen waarna we nog 1 dag met de bus moesten reizen. Omdat we pas om 8 uur bij de boot hoefde te zijn, zijn we 's morgens vroeg opgestaan zodat we om 6 uur de ‘monk proseccion' zouden zien. We hadden wat ‘sticky rice' en een gerechtje in bananenblad gekocht voor de monniken en voegde ons bij de rest van de mensen die aan de zijkant van de weg zaten. Toen kwamen er van alle kanten rijen monniken met een pot lang waarin zij eten verzamelden. De mensen aan de zijkant van de straat deden hier eten in, bij iedere monniken een beetje. Lijanne hield nog even de rij op omdat ze dacht dat de monniken zelf wel het eten pakte uit haar tas maar de eerste monnik gebaarde dat zij zelf het eten in de pot moest doen. Een mooi gezicht om rijen vooral jonge monniken met een kaal hoofd in oranje gewaden langs te zien lopen en leuk om hier aan deel te nemen. We hadden niet zo veel monniken verwacht dus helaas was ons eten al halverwege de monnikenstoet op.
Daarna pakten we onze spullen en liepen we naar het ferry station. Omdat veel mensen hier echt geen Engels kunnen, zelfs het woordje ‘boat' bleken ze niet te begrijpen, werden we steeds de verkeerde kant op gestuurd. Na een uur lopen komen we bij de boot aan waar we eerst met al onze bagage zo'n smal en gammel plankje over moesten lopen dat we opgelucht waren toen we daarna droog in de boot zaten. In de boot stonden veel kleine houten bankjes die eruit zagen alsof ze door kinderen bij bouwdorp gemaakt waren. Gelukkig waren we nog vroeg en waren er twee gewone stoelen voor ons over, een hele meevaller. We hadden ons fleecevest al uit de backpack gehaald omdat we dachten dat we dat deze twee dagen wel konden gebruiken als kussentje op die harde bankjes. Deze twee dagen op de boot varen we weer door de mooie ongerepte natuur van Laos. Links en rechts zien we bergen en soms zien we tussen de bomen door kleine bamboedorpjes liggen. Beide nachten overnachten we in een klein stadje langs de Mekong. De volgende dag gaan we de Thaise grens over waar we nog een kleine tegenvaller hebben met ons visum. We vliegen namelijk 8 januari naar India maar omdat we over land Thailand vanuit Laos binnen komen krijgen we maar een visum tot 6 januari. Dat wordt dus twee dagen illegaal verblijven en daarna een boete betalen. In Thailand reizen we verder met de bus naar Chang Mai en komen die avond rond 10 uur aan op onze bestemming.

Dit waren onze twee weken in Laos. We vinden het echt super om op verschillende manieren te merken dat, ondanks de lange verslagen, er nog zoveel mensen zijn die ons volgen! Het is erg leuk om een bericht of e-mail te krijgen vanuit Nederland omdat dit toch enige manier van contact is met het thuisfront. Bedankt daarvoor! En voor nu... een hele fijne jaarwisseling en de beste wensen voor het nieuwe jaar alvast!

Liefs van ons.

Vietnam

Hee lieve allemaal!

Is de sneeuw alweer ontdooid? We kregen namelijk verschillende berichten dat het behoorlijk koud was in ons landje..?! Terwijl jullie bezig zijn om Sint, Kerst en Oud op Nieuw samen te vieren is daar hier weinig van te merken. Toch willen wij het hier samen op onze manier ook gaan vieren, even kijken wat er mogelijk is! :) We willen jullie in ieder geval hele fijne feestdagen en alle goeds voor 2011 toewensen! Hieronder het verslag over wat we de afgelopen 4 weken hebben meegemaakt en gedaan in Vietnam.. Pap en mam Barten, bedankt voor de fotoruimte waardoor we weer foto´s kunnen plaatsen!
Vanuit Cambodja zijn we via de Mekongdelta in het zuiden Vietnam binnen gekomen. We zijn naar het noorden gereisd tot aan de Chinese grens waar we uiteindelijk aankwamen in Sapa. Dit bedraagt hemelsbreed een afstand van ruim 2000 kilometer.

Mekongdelta-tour (Chau Doc, My Tho, Can Tho)
Vanuit Phnom Penh (Cambodja) hebben we een vier-daagse tour door de Mekongdelta in Vietnam geboekt met als eindbestemming Ho Chi Minh City (voorheen Saigon). De Mekongdelta ligt in het zuiden van Vietnam en is het vruchtbaarste gedeelte van het land door de vele aftakkingen van de Mekong die door dit gebied naar de zee stromen. Daarom kom je hier ook de meest unieke vruchten tegen. Tijdens de dagen in de Mekongdelta hebben we tussen het reizen per bus of boot door verschillende activiteiten ondernomen. Onderweg zien we weer het dagelijkse leven op en langs het water. De typische Vietnamese hoedjes zijn hier (zoals ook in de rest van Vietnam) in grote getalen aanwezig. Verder zijn we naar een floating market, drijvende visboerderij, kokosnutcandymill en een rijstpapier- en rijsnoodle 'fabriek' geweest. In tegenstelling tot de Westerse fabrieken komt hier geen machine aan te pas. Verder hebben we elke avond op een andere bestemming geslapen. Dit waren niet echt toeristische plaatsen en dat was dan ook meteen te merken. We werden ongegeneerd aangestaard alsof we van een andere planeet kwamen, een voorproefje voor de rest van Vietnam. In deze stadjes ontbrak vaak een plaats waar we in het Engels iets te eten konden bestellen. Met handen en voeten hebben we duidelijk gemaakt dat iets van noodles met groeten en vlees goed was. Opzich smaakte het goed al hebben we sommige ‘niet indentificeerbare' stukjes vlees toch maar laten liggen omdat we weten dat ze hier de gekste dingen eten. Zo staat hier naast kikker en slang ook hond en rat op het menu! Daarnaast wordt orgaanvlees zoals nieren, magen, darmen en ook hersenen en geslachtsdelen gegeten. Het nagerecht hebben we besteld door watermeloen aan te wijzen op de tafel naast ons. Wanneer we in deze stadjes over een markt liepen werd er letterlijk aan ons getrokken. We waren al gewend dat er op elke vierkante meter die vrij is iemand staat die roept ‘you buy something!' (meestal spreken ze gebiedendewijs tegen je) maar dit was wel erg extreem.
We maken tijdens de tour verschillende boottochten over de Mekong en zien dat de boten in Vietnam geschilderde ogen voorop hebben. Hiermee willen ze de krokodillen verjagen. Op een van de dagen gaan we naar een dorpje in de delta, de gids verteld ons dat het water dit jaar erg laag staat (2 meter lager dan in het jaar 2000). Laag water betekent voor de locals weinig vis en dus weinig inkomsten en eten.
De kinderen in het dorpje vragen ons om pennen. Wanneer we ze een snoepje geven lijken ze er niet echt blij mee. Als we ze later een pen geven zijn ze pas echt tevreden. Onze gids vraagt hun leeftijd (6-9 jaar) en vertelt dat de oudste is ‘afgestudeerd', ze hadden geen geld meer voor school.
Na een lunch met een paar Australiërs wordt er een Phyton te voorschijn gehaald en wil Stan deze wel even vasthouden. De man probeert voor de grap de kop in Stans broek te stoppen.
Vervolgens stappen we met vier personen in een traditioneel roeibootje, krijgen een Vietnamese hoed op vanwege de felle zon en varen we door een dichtbegroeid stuk over het smalle riviertje.
Als we verder reizen zien we onderweg weer van alles. We zeggen soms tegen elkaar dat we nergens mee raar van opkijken, maar toch kijken we elkaar nog regelmatig aan van ‘zag je dat??'.
We zien ook dat er heel veel plaatsen wordt gebouwd en vragen ons af hoe Azië er over een aantal jaar uit zal zien. Verder zien we een heleboel graven in de weilanden. Dat is heel typisch voor Vietnam. Wanneer een boer overlijdt wordt hij begraven op zijn land. Door de generaties heen zijn er dus vele graven gebouwd en zien landerijen van grote families er bijna als een kerkhof uit.

Ho Chi Minh City
Aangekomen in Ho Chi Minh (voorheen Saigon) staan ons alweer een hele meute verkopers en andere mensen met aanbiedingen op te wachten. We slaan ze eerst af (ja niet de mensen hè;) tot we erachter komen dat de kamerprijzen hier een stuk hoger liggen. Dan laten we ons helpen door een local om een goedkope slaapplaats te vinden. De eerste tijd zijn we vooral bezig om het vorige verslag en de foto's te plaatsen. Het internet ligt er voortdurend uit waardoor het een heel karwei werd. Hierna zijn we de stad gaan verkennen. Wat natuurlijk meteen opvalt is hoe druk het is. Brommers, brommers en nog eens brommers! Er wonen hier 7,2 miljoen mensen dus zoals de ouders van Stan al zeiden is het een mierennest. Al doet het minder chaotisch aan dan veel andere steden in Azië door de brede straten. Hierdoor blijft het verkeer op de straten rijden en kun je gewoon op de voetpaden lopen. In veel steden in Azie worden de voetpaden gebruikt om brommers te parkeren of voor kraampjes of marktjes. Maar dat wil nog niet zeggen dat we onze ogen niet uitgekeken hebben naar hoe het massale verkeer zich een weg baande over de kruisingen.
Ook in dit land kom je regelmatig overblijfselen van oorlog tegen (we zullen jullie de geschiedenisles besparen). We hadden in Cambodja wel genoeg ellende gezien, maar we wilden toch nog wat van de Vietnamoorlog meekrijgen. Zo zijn we naar het oorlogsmuseum geweest waar weer vele verschrikkelijke gebeurtenissen werden belicht. Het museum bestaat bijna alleen uit foto's, enkele militaire voertuigen en een nagebouwde gevangenis. De beelden in Cambodja hebben ons nog niet helemaal losgelaten en we hadden er al gauw genoeg van. Er wordt in het museum een beeld gegeven van de oorlog en de gevolgen voor Vietnam. Er waren bijvoorbeeld misvormde foetussen op sterk water te zien. Het best vergelijkbaar met de figuren in een sciencefiction film. Deze foetussen maakten samen met vele foto's duidelijk wat de chemicaliën die tijdens de oorlog gebruikt werden veroorzaakten. Dit hebben we later nog een aantal keer in real-life gezien in dit land.
Verder zijn we ook naar de Cu Chi Tunnels geweest. Dit is een ondergronds netwerk van tunnels van meer dan 250 km lang. Onder de grond waren hele dorpen uitgegraven waar de guerrilla (Vietcong) zich tijdens de oorlog verscholen. De gangen lopen 3 tot 12 meter onder de grond en zijn 60 cm breed en 80 cm hoog of soms nog kleiner. Op onze foto's zie je dat de ingang van de tunnels van buiten zo goed als onzichtbaar is. Het is dus ook niet gek dat de Amerikanen al die jaren niets konden vinden. Er is een stuk van 100 meter (wat iets verbreed is) opengesteld voor toeristen om even te ervaren hoe het is om in zo'n beperkte ruimte onder de grond te zitten. Uiteraard hebben wij dit geprobeerd. We daalden af tot 3 meter onder de grond en we konden alleen maar kruipend vooruit komen. Zoals we al verwacht hadden ervaarden we een claustrofobisch gevoel. Het is er erg benauwd en warm. Om de 20 meter is er een mogelijkheid om de tunnel voor het einde te verlaten. 100 meter leek ons niet zo ver maar kruipend onder de grond leek er geen einde aan te komen. We waren blij toen we weer daglicht zagen en bleken één van de weinigen van ons gezelschap die de volle 100 meter in de tunnel afgelegd hadden. Je kunt je dan ook niet voorstellen dat zoveel mensen tijdens de oorlog hier soms maanden hebben geleefd! De Vietcong maakte gebruik van primitieve vallen gemaakt van natuurlijke producten om de vijand te doden.
Dezelfde dag hebben we ook een tempel bezocht. Ondanks dat we al vele tempels bezocht hebben was dit toch een heel andere soort en het leuke was dat er net een ceremonie begon die we dan ook bijgewoond hebben. Verder hebben we niet veel meer in Ho Chi Minh gedaan dan de sfeer geproefd. We hebben veel gelopen door de grote stad waar van alles te zien is. Het leek een van deze dagen ook wel een nationale trouwdag, we hebben zeker 10 bruidspaartjes gezien. Nadat we, voor onze doen, iets te lang in Ho Chi Minh City gebleven zijn (door het verslag) zijn we naar Mui Né vertrokken.

Mui Né
Mui Né bestaat enkel uit een lange straat langs de kust. Aan de ene kant liggen luxe resorts met het strand in de achtertuin en aan de andere kant van de weg de guesthouses en goedkope hotels, waar wij een plekje vonden. We boeken een tour om de volgende ochtend bij zonsopgang de zandduinen en een vissersdorpje te bezoeken. We willen bij zonsopgang gaan omdat er dan de minste toeristen te vinden zijn en het koeler is. In Mui Né is opzich verder weinig te doen maar we hebben ons er toch goed vermaakt. Er hangt een gezellig en exotisch sfeertje. We hebben een spelletje ‘tropisch midgetgolf' gespeeld en na een drankje zijn we op de fiets gesprongen om de enige straat in Mui Né te verkennen. Bij zonsondergang zijn we naar het strand gegaan waar Stan nog een duik heeft genomen. Mui Né heeft een erg mooi strand en ondanks dat er vrijwel alleen toeristen zijn was het er toch lekker rustig.
De volgende morgen zijn we om 4 uur opgestaan. Nadat we onze backpacks hebben ingepakt, werden we om 5 uur opgehaald door onze jeep. Deze brengt ons tot vlakbij de duinen en wij beginnen aan de wandeling terwijl de zon opkomt. De ‘sanddunes' zijn het best te omschrijven als een heuvelachtig stukje woestijn. Omdat de zon nog laag staat vallen er lange schaduwen tussen de heuvels. Een mooi gezicht. Na deze zandduinen werden we naar de rode zandduinen gebracht, ook wel ‘little grand canyon' genoemd. We lopen een uurtje tussen twee muren van rood zand door tot we bij een ravijn uitkomen waar beneden een klein riviertje stroomt en lopen terug.
Hierna zijn we door de jeep afgezet bij een vissersdorpje waar honderden vissersbootjes vooraan op zee lagen. De mensen waren met hun hele familie al druk aan het werk om vis te vangen. Mannen haalden de netten binnen en vrouwen maakte het vis en schelpdieren schoon op het strand.
Op het strand lagen vele schelpen maar ook grote zeesterren, krabben, zeeegels, zeeslangetje, inktvisjes en visjes. Uiteraard heeft Stan alle zeediertjes uitvoerig geïnspecteerd.
Na dit vissersdorpje gaan we naar onze laatste bestemming, Fairy Stream. Met een bordje is aangegeven welke kant we op moeten lopen. Na een tijdje komen we bij een riviertje en weten we niet meer welke kant we op moeten. Een jongetje lijkt behulpzaam en loopt met ons mee om de weg te wijzen door de rivier. We weten al dat hij hier naderhand geld voor gaat vragen dus we geven aan dat we geen gids willen. Omdat hij aan blijft aandringen spreken we een prijsje af, doen onze slippers uit en we volgen hem door het riviertje. Ondertussen denken we aan de vele waarschuwingen die we hebben gehad dat je kinderen geen geld moet geven. Er zijn hier namelijk veel kinderen die bedelen of kleine werkzaamheden verrichten om geld te krijgen. Kinderen zien dan namelijk dat ze op die manier makkelijk geld kunnen verdienen en zetten zich niet in om een beroep te leren. Daarnaast is het vaak ook een moderne vorm van kinderslavernij omdat zij het geld vaak af moeten geven aan volwassenen of oudere kinderen.
Het jongetje leidt ons door de rivier waar hij ons voor elke steen of gat waarschuwt. Uiteindelijk komen we op een berg waar we een mooi uitzicht hebben. We kunnen niet verder lopen volgens de jongen omdat er nog mijnen liggen. Goed mogelijk in dit land al zou het ook kunnen dat hij gewoon geen zin om verder te lopen. Wat later checken we uit in ons guesthouse en pakken de bus naar Dalat.

Dalat
Onderweg naar Dalat komen we langs vele plantages zoals aloë vera, koffie en thee plantages en rijden we door een mooi bergachtig gebied. We vragen ons af waarom de locals mutsen op en handshoenen aan hebben tot dat we een uurtje of 8 later uitstappen. In het bergdorpje is het een stuk kouder vanwege de hoogte. Dit is weer even wennen maar ook wel lekker na die hitte.
De eerste dag beginnen we zoals we in de meeste plaatsen beginnen, met een flinke wandeling om de plaats te verkennen. Dalat wordt ook wel ‘little Paris' genoemd. De communicatietoren is zo gebouwd en verlicht dat deze op de Eifeltoren lijkt en verder zijn er veel huizen gebouwd in de Franse stijl tijdens de koloniale tijd. Opvallend is dat de huizen in Vietnam bijna altijd van steen zijn in tegenstelling tot in Cambodja, dat is ook de reden waarom dit land veel ‘rijker' aandoet. De wandelroute zou om het meer van Dalat heen lopen, maar algauw bleek dat het meer geen meer meer was. Het grootste gedeelte lag droog en de waterfietsen lagen op de droge bodem van het meer. Onderweg kwamen we langs een ‘highlight' van Dalat en wel de ‘Dalat Flower Garden'. Toen we binnenstapte voelde we ons net een bejaard stel. Op een slang tussen een van de bloemenperkjes na was het weinig interessant.
Omdat we in dit rustige stadje wat meer actie wilde hebben we een dagje gemountainbiked door de bergen rond Dalat. Hiervoor moesten we nog wel even schoenen aanschaffen aangezien we, sinds we onze bergschoenen mee hebben gegeven in Phuket, altijd op slippers liepen.
We hadden voor de zwaardere off-road route gekozen en deze viel niet mee! Twee Vietnamezen wezen ons de weg in de bergen waar we langs mooie bergdorpjes en uitzichten kwamen. Uiteindelijk kwamen we terug met onze schoenen, benen en fiets bedekt met een dikke laag modder. Niemand zou meer geloven dat we die ochtend onze schoenen gekocht hadden.
Terug in ons hotel hadden we een smsje van Jan Willem en Laura die we in Bangkok hebben leren kennen. 's Avonds zijn we samen weer iets gaan drinken. De volgende dag reisden we weer verder. Maar voor de bus kwam zijn we nog even in snel tempo naar het ‘Crazyhouse' gelopen (de andere toeristische attractie van Dalat). De eigenaresse heeft er een hobby in gevonden om een huisje te bouwen in de raarste vormen en thema's met zoveel trappen, gangen en kamertjes dat je er meteen in verdwaald. Daarnaast is ook de vormgeving de reden waarom veel mensen komen kijken. Ze blijft dit uitbreiden. Maar omdat het een eind lopen was moesten we na 10 minuten alweer aan onze terugweg beginnen.

Hoi An
Vanuit Dalat pakken we de bus die ons in 18 uur via Na Trang naar Hoi An brengt. De busreis naar Na Trang leidt ons door erg mooie berglandschappen (Ho Chi Minh Trail). Over de chauffeur zijn we ‘iets minder' te spreken door zijn lompe rijstijl. Als na een tijdje de bus ermee kapt slaag hij er gelukkig na een tijdje in om de bus weer te maken. We merken aan zijn rijgedrag dat hij nu haast heeft. Helaas is er dichte mist waardoor het ravijn waar we net langs af rijden steeds moeilijker te onderscheiden is van de weg. Lijanne kijkt Stan soms met grote ogen aan als de strepen op de weg op sommige stukken niet zichtbaar zijn en de chauffeur zijn snelheid niet echt aanpast. Bij afdalingen roken we de remmen van de bus die door het rijden van de chauffeur oververhit waren geraakt.
Op een gegeven moment stapt er ineens een schaarsgeklede jongen voor de bus en houdt zijn hand op om om geld te vragen. De chauffeur toetert maar de jongen gaat niet aan de kant en de bus moet vol in de remmen. De jongen blijft staan en de chauffeur wordt woedend, hij pakt een stalen stang ergens vandaan en rent naar buiten. Even dreigt hij de jongen te gaan slaan maar de jongen rent weg. Als de chauffeur weer op zijn stoel zit gaat de jongen opnieuw voor de bus staan met zijn hand omhoog en ook nu weer rent de chauffeur scheldend en schreeuwend met zijn stang de bus uit. Deze keer zijn we bang dat hij echt gaat slaan maar gelukkig loopt de jongen optijd weg.
Deze gebeurtenis bevorderd niet echt het humeur van de chauffeur en zorgt ervoor dat zijn rijstijl nog agressiever wordt. We komen net niet vast te zitten in de modderige weg en halen gelukkig nét de aansluiting met de bus naar Hoi An. In Nha Trang hebben we nog een paar minuten om wat te eten en stappen dan in de slaapbus naar Hoi An. Dat is een bus met allemaal kleine eenpersoons stapelbedjes van ongeveer 50 cm breed. We kunnen niet helemaal plat liggen omdat de benen van degene die achter ons onder onze hoofdsteun lagen. De bedjes waren zo doorgelegen dat we op ons deken moesten gaan liggen. Na een lange rit met weinig slaap komen we rond half 7 's morgens aan in Hoi An.
En wat een leuk stadje! Lijanne bleef dit maar herhalen. Daarbij hebben we ook een geweldig hotel voor drie euro per persoon, met zwembad! Er zijn veel toeristen maar het voelt toch authentiek aan. Het is een erg gezellig stadje met kleine huisjes en winkeltjes veelal in Chinese stijl. De sfeer is super onder andere door de Japanse lampionnen die overal hangen. Het is lekker rustig op straat. En nog iets wat leuk is.. ze hebben hier zogenaamd ‘fresh bier' en dat kost 11 cent per pull en smaakt nog goed ook! Zo zijn we gaan eten (tomatensoep met beef, springrolls met shrimp, vis gebakken in banaanbladen, rijst en fruitsalade) en dronken 7 pilsjes en moesten we samen 6 euro betalen. Dat is nog eens lekker uiteten! We gaan in Hoi An naar een boekenwinkel om ons leesboek wat we uit hebben om te ruilen. Het vrouwtje van de bookshop is erg aardig en blijft maar ‘beautiful' tegen Lijanne zeggen. Vietnamezen vinden blank en blond erg bijzonder en blijven dit hardop zeggen waar in andere landen alleen aandachtig ongegeneerd werd gekeken.
Verder hadden we een dagtripje geboekt naar My Son, wat ook wel de Angkor Wat van Vietnam wordt genoemd. Wij vonden het de naam niet waard. In vergelijking met de Angkor Wat leken dit slechts enkele kleine ‘puinhoopjes' bij elkaar. Er stonden maar een paar zichtbare kleine tempeltjes. Dus binnen een kwartier liepen we al richting de uitgang. Teruggekomen bleken meer mensen dezelfde mening met ons te delen, ook zij hadden de Angkor Wat in Cambodja gezien. Hierna zijn we naar een eilandje gevaren waar van alles met de hand werd gemaakt, van boten tot houten beeldjes en tasjes en andere tirelantijntjes. Als we er niet nog drie maanden mee hadden moeten slepen had Lijanne vanalles gekocht. Het is erg goedkoop en toch netjes en met veel zorg gemaakt.
Als we terug komen in Hoi An gaan we opzoek naar een rokje voor Lijanne. Hoi An staat bekend als dé plaats om kleding te laten maken. Er zijn hier dan ook honderden kleermakers die kleding perfect (na) kunnen maken. Je gaat opzoek naar een leuk model, dat kan iets zijn wat in de winkel hangt of gewoon van een plaatje uit een catalogus. Dan kies je een stofje uit, ze meten je maten op en diezelfde dag of de volgende (afhankelijk van de grote van je bestelling) is het klaar. We waren eigenlijk van plan maar 1 kledingstuk te laten maken. Tsja je moet het allemaal meeslepen he. Dat is ook de reden waarom we deze maanden eigenlijk niets (op een paar strandjurkjes voor Lijanne na) hebben gekocht. Maar uiteindelijk heeft Stan 2 blouzen en 1 broek en Lijanne 2 rokken, 1 jurk, 1 korte en 1 lange broek laten maken. Het gaat hier ook zo makkelijk en het is ook wel erg leuk op deze manier. Uiteindelijk is alles op tijd klaar en kunnen we de volgende ochtend vertrekken richting Hanoi.

Hanoi
Vanuit Hoi An nemen we het eerste stuk de trein naar Hue omdat we dan over de Hai van Pas komen. Dit wordt de mooiste treinrit van Vietnam genoemd. De bus rijdt namelijk door een tunnel waardoor je het mooie uitzicht misloopt. We hadden gepland dat we na de treinrit nog 5 uur zouden hebben om Hue te bezichtigen voordat we vanuit daar de slaapbus naar Hanoi zouden pakken.
Kwart over 7 zitten we klaar, natuurlijk is de pickup te laat (Aziatische tijd blijkt altijd een stuk ruimer;)). Uiteindelijk zitten we om half 9 op het station. Volgens het treinticket kunnen we om 9 uur gaan boarden (ja bij treinen en ook bij een bios gaat het hier net als bij een vliegtuig). Onze trein blijkt vertraging te hebben maar we weten niet hoelang. Elke keer als er een trein moet boarden voegen we ons bij de groep mensen en worden we vervolgens weer terug gestuurd naar de wachtbanken. Kunnen wij er wat aan doen dat we het Vietnamees wat steeds wordt omgeroepen niet verstaan..? En zo wordt het uiteindelijk half 12 voor we vertrekken! Een beetje balen, want zo houden we geen tijd over om Hue te bezichtigen. Maar we zitten eindelijk in de trein en het wachten wordt beloond. Het uitzicht vanuit de trein is prachtig. Links zagen we de berg en rechts het overige stukje berg en de zee die op de rotsen sloeg. De trein komt hortend en stotend in beweging en ook het stoppen gebeurd met veel schokken. We schatten dat de recordsnelheid van de trein 30 kilometer per uur bedraagt dus dat schiet niet echt op. Nog geen 2 uur na vertrek staan we weer stil en moeten we een uur, om voor ons onbekende reden, wachten voor we weer verder rijden. We beginnen ons zorgen te maken of we de slaapbus gaan halen. Ondertussen zit er constant een Vietnamese man naar ons te staren. Toen we gingen verzitten hielp dat niet, hij draaide zich gewoon om. Gelukkig komen we nog op tijd aan voor de bus maar we hebben geen tijd meer om Hue te bekijken. We eten nog wat en stappen even later in de slaapbus naar Hanoi. Na bijna 24 uur onderweg te zijn geweest komen we aan in de hoofdstad van Vietnam.
In Hanoi merken we meteen waar deze plaats zo bekend om staat. Wat een drukte! We vonden Ho Chi Minh City een en al verkeer, zowaar is Hanoi nog erger. Overal maar dan ook echt overal zie je brommers. Op straat rijden ze kriskras door elkaar en de voetpaden wordt als stalling gebruikt. Ondanks al die drukte doet het ook heel gezellig aan. Er zijn veel kleine straatjes waarbij de huisjes hutjemutje op elkaar staan en de straat is bezaaid met brommertjes, ´wegrestaurantjes´ en verkopers. Zoals we gewend zijn van de Aziatische steden doet het chaotisch aan maar daardoor verveel je je nooit. Op elke meter is wel iets aparts te zien. We slapen in het oude centrum en leggen alles te voet af, je moet wel zeker dubbel zo veel tijd inplannen omdat je gewoon niet door kunt lopen door al die drukte. Normaal weten wij de weg in de verschillende steden op richtingsgevoel goed te vinden maar in Hanoi is het al meer dan eens voorgekomen dat we verdwalen door al die straatjes (zelfs met de plattegrond in de hand!). We doen hier niet zoveel activiteiten maar doen vooral wat bij de stad hoort. Door de vele straatjes slenteren, over de gigantische markt lopen, een vers Bia Hoi biertje drinken op het pleintje (15 cent), een militair museum bezoeken en lekker Vietnamees eten. Over dat laatste hebben we nog een grappig feitje. De Vietnamese loempia's kunnen ze beter Cambodjaanse noemen. De Vietnamese lijken er niet op, ze smaken heel anders en zijn sowieso maar zo'n 3 cm lang! We vinden hier nog iets Nederlands in de winkels. Het melk wat in Vietnam verkocht wordt is namelijk van het merk Dutch Lady. We hebben al eens de opmerking gekregen van een Vietnamees dat onze melk de reden is dat Hollanders zo groot zijn.
Verder heeft Stan zich laten scheren op een kruispunt midden in de stad. Er hangt een spiegel tegen een boom en daarvoor liggen zijn spullen op een tafeltje liggen. Beetje anders dan thuis maar met hetzelfde resultaat.

Halong Bay
Vanuit Hanoi hebben we een 3 daagse tour geboekt naar Ha Long Bay. We zijn hiervoor verschillende bureautje langsgegaan. Elk hotel, restaurant of zelfs een boekwinkel heeft een tourbureautje. Iedereen lijkt hier wel een touragent te zijn! Aangezien iedereen ongeveer hetzelfde aanbied alleen de prijzen erg verschillen zijn wij voor de goedkoopste gegaan. Zo hadden wij dezelfde tour als anderen die 2 tot 3 keer zoveel betaald hadden.
Halong Bay is een gebied wat genomineerd is om bij de zeven wereld wonderen te horen.. wat ons betreft mag deze zeker op de lijst! Onze reis voelt aan als een aan-een-schakeling van mooie en bijzondere plekken en ervaringen en toch zijn er nog dingen die eruit springen, één daarvan is Halang Bay. Het is een natuurgebied wat bestaat uit zo'n 2000 ‘eilandjes' van kalkstenen rotsen die tientallen meters uit de super blauwe Tonkinese Golf steken. De foto's laten zien dat het mooi is maar het is pas echt indrukwekkend als je er tussendoor vaart. De eerste dag hebben we uren door dit gebied gevaren. Verder hebben we een grot bezocht. Ondanks dat ze de bekende stalagtieten en -mieten bevatten zag deze er toch heel anders uit dan de vele grotten die we in de Ardennen gezien hebben. Het is een hele hoge open ruimte met vele gangen. Toen Lijanne haar hand op een rots in de grot had gelegd wees een gids naar haar en zei dat ze ‘the nipple' vast had. Dat betekende dat ze morgen zwanger zou zijn. En een lol dat hij had! Hij verwachte morgen een telefoontje, niet dus haha. Daarna zijn we naar het drijvende dorp gevaren en overgestapt in een klein bootje. Deze vaarde door een opening in de rotsen en zo kwamen we in een open plek tussen de rotsen. We waren omgeven door tientallen meters hoge kalkstenenmuren. Een indrukwekkend gezicht. De dag eindigde op het grootste en enige bewoonde eiland van Halong Bay (Cat ba) waar we overnachten. De volgende dag zijn we optijd opgestaan voor een trekking in het national park. De hike was niet zo zwaar als andere die we al eens gedaan hebben maar er zaten wel flinke stijle stukken in. Boven op de berg was een geweldig uitzicht over het national park wat uit allemaal bergjes bestond. Op deze berg stond ook een zeer gammele roestende ijzeren constructie wat een toren voor moest stellen. Er mochten maar vijf mensen de toren op en we zijn voorzichtig stapje voor stapje naar boven gegaan. Boven in de toren (die duidelijk zijn beste tijd had gehad) hadden we een nog beter uitzicht, waauw! Ondanks dat we op een eilandje zaten konden we de zee niet zien door de vele bergjes. Hierna werd het vooral wachten en werd ons geduld, zoals vaak hier in Azië, weer flink op de proef gesteld.
Om de tijd te doden spelen we een bordspelletje met een aantal medereizigers uit Frankrijk, Engeland en Australië. Gelukkig konden we rond een uur of 7 eindelijk de boot op. Hier hebben we een nachtje op de boot geslapen. In Vietnam hebben ze nogal wat regels omtrent buitenlanders die in het land zijn. We moeten bij een hotel altijd onze paspoorten afgeven en krijgen deze terug bij het uitchecken. Ook worden deze geregistreerd bij een systeem. We hadden onze paspoorten al eerder af moeten geven om te registreren en op de boot werd even gecontroleerd of alle paspoorten wel aanwezig waren. Onze namen worden gelukkig ook genoemd. Lijanne's 4 geboortenamen worden voorgelezen omdat hij zoveel namen zo grappig vind, ziet hij dat niet dagelijks? En ‘Sten ven Sies' was er ook bij. Bij het stapeltje zit ook een paspoort van iemand die niet op de boot is.. Woeps! Diegene heeft echt een probleem. Het grappige is dat het de boot ‘party cruiser' heette maar dat het bier (in vergelijking met de rest van Vietnam) er zo duur was dat niemand wat dronk. Toen het personeel uit wanhoop maar ‘happy hour' instelde waren we toch om. We hebben gezellig gekaart met verschillende nationaliteiten over de wereld. Dat is het ook leuk aan reizen, ineens lijken de andere werelddelen ook niet meer zo ver weg.
Om 11 uur werd de generator uitgezet dus hadden we geen licht meer. Na wat foto's op het dek hebben we op de tast onze hut (met gaaf uitzicht!) gevonden en zijn we gaan slapen. In ieder geval deden we een poging want we hoorden de ratten op het dek en in het schip heen en weer rennen. Enfin, de volgende morgen toch vroeg eruit en om kwart over 6 zaten we in onze Kajak. Terwijl de zon opkwam vaarden we met onze kajak tussen de hoge rotsen door. Een schitterend gezicht. Ook waren er al vele vissers actief. Na het Kajakken kregen we een karig ontbijtje op de boot. We haalden onze pindakaas, jam en pasta pot tevoorschijn, ja als backpacker moet je overal op voorbereid zijn ;) Nu begon onze weg terug en namen we rond het middaguur afscheid van Halong Bay.
Ook nu was het weer wachten. Na een busritje kwamen we rond half 6 weer aan in Hanoi waar onze zoektocht naar een kamer begon. Hier vinden we een hotel met een bad (tot nu toe alleen douche gehad)! Dit blijkt algauw minder luxe dan verwacht wanneer het warm water na een laagje wat net tot je enkels komt al op is. Agja, hebben we weer iets om naar uit te kijken 1 maart ;) Dezelfde avond gaan we opzoek naar onze volgende tour. We willen namelijk nog naar Sapa. Omdat ons visum over een paar dagen verloopt hebben we een beetje haast. De volgende dag pakken we ‘s avonds de nachttrein naar Sapa. Maar voor onze pickup komt die ons naar het station brengt, gaan we nog even wat drinken. Het is namelijk 5 december en dat we willen we ook niet ongemerkt voorbij laten gaan. Onder het genot van een hot chocolate lezen we elkaars gedichtjes waardoor we ook een beetje het Sintgevoel hebben.

Sapa
In de nachttrein sliepen we met 4 Aziaten in een cabine. De kleine cabine had aan twee kanten 3 bedden boven elkaar. Ondanks het hele dunne matrasje en het vele schokken hebben we een goede nachtrust (mede dankzij onze oordopjes) en komen we de volgende morgen aan in Sapa. Dit is een berggebied in het noorden van Vietnam. Overal waar je kijkt zie je rijstvelden in plateaus (het kenmerk van Sapa) en rond Sapa leven veel bergvolkeren. Elk volkje heeft een typische klederdracht wat een leuk gezicht is. Na een ontbijtje trekken we onze laarzen aan en beginnen we aan de eerste trekking. We hebben een groepje van zes personen en we worden begeleid door zeven Black H'mong meisjes natuurlijk in hun opvallende klederdracht. Een daarvan is onze gids. De andere zes lopen met een mand op hun rug vol verkoopwaren met ons mee om een band te scheppen en vervolgens wat te kunnen verkopen. Om contact te maken wordt door elk vrouwtje aan iedereen individueel de volgende vragen gesteld ‘whele you flom? How old ale you? What youl name?' en dan is hun vocabulaire op.
De trekking van de eerste dag leidt ons door het dorpje CatCat waar we alleen maar vrouwen, meisjes en hele jonge kinderen zien. De mannen zijn aan het werk in de bergen. Jonge jongens zien we later met buffels door de bergen lopen. De vrouwen proberen hun producten te verkopen en jonge meisjes (jaar of 10) zien we met hun broertjes of zusjes op hun rug rondlopen. Wanneer meisjes een jaar of 17 zijn is het gebruikelijk om te trouwen. Op hun 21e is het normaal om 2 kinderen te hebben. Wij zijn dus latertjes haha! We zien in dit dorpje, waar 400 mensen leven, weer de houten hutjes zoals we ze in het Mekongdelta gezien hebben. Als we het dorpje uit zijn lopen we naar een waterval waarna we de berg op klimmen we weer terug naar ons hotel gaan.
Na het eten gaan we 's avonds het dorp in. Sapa doet een beetje aan als een dorpje in Frankrijk. Er staan veel gebouwen uit de koloniale tijd. Mede door de kerstbomen die er al stonden (dit dorpje is Katholiek) kregen we al een beetje het kerstgevoel, ook omdat het hier aanzienlijk kouder is dan op zeeniveau.
De tweede en laatste dag van de tour hebben we een langere trekking gemaakt. Ook nu weer liepen er 6 verkopertjes met ons groepje van 6 mensen mee. Gelukkig kon ons gidsje ‘Ping' wel Engels (en had humor) waardoor ze deze twee dagen van alles over Sapa en de omliggende bergdorpjes verteld heeft. Deze dag liepen we naar 2 dorpjes die 12 km van onze slaapplaats aflagen. Het was een zeer mooie trekking waarbij we helemaal omgeven werden door de rijstplateaus. Helaas hebben we het niet vast kunnen leggen zoals het echt op ons overkwam. Vanwege de winter waren de rijstvelden niet zo mooi groen en was het vrij mistig maar toch zag het er erg mooi uit! Om een betere indruk te krijgen zijn via google mooie foto's te vinden. Naast de mooie omgeving was het ook weer leuk om te zien hoe de mensen hier leven. Het is weer zo anders als we tot nu toe gezien hebben.
Onze tour was voorbij en de volgende dag wilde we nog zelfstandig een lange trekking en een motortour naar een dorp aan de andere kant van Sapa maken. Helaas was het weer die dag echt slecht. Zeer mistig waardoor we niets zouden zien en regenachtig waardoor het ook minder veilig was (niet dat het verkeer hier überhaupt ooit wel veilig is;p). Deze dag hebben we gebruikt om alles bij te werken en het gezellige dorpje nog verder te verkennen. De volgende dag vertrekken we 's morgens richting Laos. De eerste nacht overnachten we in een grensplaatsje en de volgende dag reizen we door. In het volgende verslag vertellen we jullie over deze helse rit.

We vonden Vietnam een erg leuk en veelzijdig land met heel eigen identiteit. De mensen in Vietnam maken gemakkelijk contact en zijn over het algemeen heel aardig. We hadden hierover vooraf van meerdere mensen zeer negatieve verhalen gehoord maar daar zijn wij het totaal niet mee eens. Wij hebben ook van dit land weer erg genoten!

Heel veel groetjes van ons!

Thailand & Cambodja

Haa trouwe lezers!

We weten het.. dit verslag is echt té lang geworden ondanks dat we enkel de grote lijnen en typische ervaringen beschreven hebben. Afgelopen weken, vooral Cambodja, heeft veel indruk op ons gemaakt en we willen jullie dit graag vertellen! Hieronder ons verslag van Thailand (nu alleen het zuidelijke gedeelte, we komen over 1,5 maand weer terug in Thailand) en Cambodja.
We vinden het echt super om al die leuke reacties van jullie te horen (niet alleen via de site maar ook via onze ouders etc.) Het blijft fijn om iets van jullie te horen! =)

Phuket
Het is misschien moeilijk voor te stellen maar we waren toe aan een weekje niets doen. Tot nu toe zijn we steeds maar door gegaan, hebben we grote afstanden afgelegd en veel gezien. We bleven gemiddeld maar 2 dagen op een plaats en daarom was het heerlijk om deze week wat langer op een plaats te blijven. Met de ouders van Stan hebben we afgesproken elkaar in Phuket een weekje te treffen en lekker vakantie te houden. Een betere plaats hadden we niet uit kunnen zoeken!
Allereerst worden we meteen even met onze neus op de feiten gedrukt.. dit is geen Maleisië meer. Het is 23.00 uur en we zitten in een minibusje onderweg naar ons hotel. Dan stopt de chauffeur en wijst dat we hier de berg op moeten lopen om ons hotel te bereiken. Vervolgens maakt hij dat hij snel weg komt. We lopen de berg op maar zoals verwacht vinden we ons hotel hier niet. Daar sta je dan in het donker en je hebt geen idee waar je bent. Vanaf nu moeten we weer goed opletten weten we! Uiteindelijk brengt een local ons naar het hotel (dat was nog flink zoeken want het is net nieuw). Daar zien we Ron en Jacqueline en krijgen we een warm onthaal. Het was echt fijn om ze weer te zien en hier wordt dan ook op gedronken. Het hotel zelf was helemaal super. We hebben er dan ook een echte vakantie van gemaakt samen met paps en mams van Hees. Naast de zon, zee, strand en lekker eten hebben we ook genoten van Thaise massages (6 euro per uur!) . 's Avonds dronken we lekker een paar pilsjes op het balkon waar we de avonturen en ervaringen uitwisselden (Ron en Jacqueline hadden een heftig weekje India achter de rug). Het bier is hier trouwens zo goedkoop dat Stan na €2,50 aan bier zijn bed amper nog kon vinden. Verder hebben we ook een boottochtje gemaakt naar het eiland Ko Phi Phi waar we hebben gesnorkeld. Op de terugweg werd de zee zo wild dat de grote boot heftig heen en weer schommelde. De stoelen vielen om en de mensen moesten zich vast houden. Iedereen werd steeds natter door de golven die over de rand sloegen en de lucht ging ook steeds zuurder ruiken (niet iedereen kon deze bewegingen verdragen). We zagen angstige gezichten om ons heen en wij leken de enige die zaten te genieten van een beetje avontuur tijdens een rustig weekje! Wat ons op deze plaats ook meteen opvalt is de (bijna overdreven) vriendelijkheid van de mensen. Wanneer we gemasseerd waren bleven ze ons bedanken (terwijl zij toch een dienst geleverd hadden?) met hun handen tegen elkaar gevouwen en ze maakten vele kleine buigingen.
Tenslotte hebben we Ron en Jacqueline na een week weer uitgezwaaid en hebben we ze ook 15 kilo aan bagage meegegeven! Wanneer je reist wordt elke kilo je op een gegeven moment te veel dus we hebben een flinke selectie gemaakt. Verder hebben we ook wat cadeautjes voor het thuisfront en de oma's meegegeven. Paps en mams van Hees, bedankt voor deze week, wij vonden het super!

Bangkok
We zaten op de bus te wachten die ons in 17 uur naar Bangkok zou brengen, toen we het nieuws van de overstromingen hoorden. Een kwart van Thailand stond onder water en Bangkok dreigde de komende dagen te overstromen. Dat zou echt een ramp zijn met 16 miljoen mensen in één stad maar toen we rond 5 uur 's morgens in Bangkok aankwamen merkten we hier niets van. Via het nieuws hoorden we dat er een serieuze dreiging was maar de mensen in Bangkok zelf maakten zich er niet druk om. Wij vonden het toch wel een beetje spannend. Wanneer we in bed lagen dachten we het water echt te horen en 's morgens keken we steeds eerst uit het raam. Gelukkig is het allemaal meegevallen. We hebben de eerste en laatste dag een boottocht gemaakt en zagen de tweede keer dat het water wel veel hoger stond. Langs de rivier die door Bangkok stroomt zijn boven het water vele kleine houten huisjes op palen gebouwd. Zij hebben wel last gehad van natte voeten door de stijgende waterspiegel. Verder waren er 200.000 zandzakken langs de rivier neergelegd die het water tegen hielden. Tijdens de boottocht zien we langs het water veel kinderen spelen en zwemmen. Ze zwaaien naar ons en sommige springen in het water om onze aandacht te trekken. Tenslotte zagen we verschillende bootjes die voorwerpen of producten verkochten. Tijdens een van de boottochten werden we bij een snakefarm afgezet. We vonden het wat toeristisch opgezet maar toch wel apart om te zien hoe het gif van de slangen werd gewonnen. Natuurlijk hadden ze er een showtje van gemaakt waarbij een cobra en een phyton werden rond geslingerd. Lijanne had één been al buiten de piste gehangen voor het geval het beest haar kant op kwam.
Maargoed, Bangkok! Wat een stad! We zijn gewend om veel te lopen maar hier was daar geen beginnen aan. Dag 1 hadden we dit nog wel een beetje onderschat. Na 1,5 uur waren we op de helft en was de winkel waar we heen wilde al gesloten. We hebben in Bangkok dan ook veel gebruik gemaakt van een tuk-tuk, dit is al een avontuur op zich. Een omgebouwde brommer waar je met 2 westerlingen (of 10 Aziaten haha) achterin kan zitten. Echt een grappig ding! Zoals veel Thaise bij toeristen proberen, vragen tuktuk-drivers eerst veel te veel en moet je dus flink onderhandelen voor een eerlijke prijs. Maar ze hebben ook andere trucjes. Zo proberen ze je onderweg bij een of meerdere winkels te droppen voor ze je naar je bestemming brengen, daar betaalt de winkel ze 100 baht (€2,50) voor. Dat is voor hier veel geld vooral als je nagaat dat wij maar €0,50 p.p. betalen voor de hele rit. We waren hier snel achter en wanneer we een prijs afspraken zeiden we al ‘no shops' en dan was het duidelijk voor ze dat we dat dat trucje al doorhadden. Toen we een keer in de file kwamen te staan wilde de chauffeur meer hebben omdat het hem meer tijd zou kosten. Toen we zeiden dat hij dat niet kreeg, bedacht hij zich dat het dan maar beter was om te gaan spookrijden. Op de tegenliggersrijbaan was namelijk geen file. Zoals jullie al vaker gelezen hebben houden we hier in het verkeer vaak ons hart vast haha!
Verder zijn we naar de 'Chatuchak' weekend markt geweest. Dit is de grootste markt van de wereld en er is echt alles(!) te koop in grote aantallen, van sieraden, kleding en eten tot meubels en dieren die ze in het wild gevangen hebben. Ook werden er diensten geleverd zoals massages, knipbeurten en schoonheidsbehandelingen. In totaal waren er 15.000 kraampjes die elk weekend door zo'n 200.000 mensen worden bezocht!
Bangkok heeft vele gezichten zoals elke grote Aziatische stad. Zo is er een rijk gedeelte met mooie en hoge gebouwen en een ander gedeelte van de stad (waaronder Chinatown en Little India) die er ‘typisch Aziatisch' uitzien. Dit is het overgrote deel van de stad en is duidelijk minder welvarend. Er ligt veel rotzooi op straat, overal staan kleine kraampjes (vaak met tweedehandse spullen) en er zijn veel zwervers. Wanneer je aan deze ‘rotzooi en chaos' begint te wennen heeft het een gezellige en levendige uitstraling. Zwervers zie je hier sowieso erg veel. 's Avonds zie je kinderen letterlijk in de goot liggen slapen langs drukke straten. Je moet soms opletten dat je er niet op gaat staan. Op het station zagen we ´s nachts zeker 200 mensen liggen. We wennen snel aan de dingen die we hier zien, maar dit blijft voor ons moeilijk om te zien. Waar Thailand bekend om staat is natuurlijk ook in Bangkok te zien. We zijn naar het red light district geweest waar je de toeristen ziet zoals wij er ook altijd het beeld van hebben (oudere westerse man en jong thais meisje). Het heeft wel wat weg van de wallen in Amsterdam, maar dan een stuk opener zeg maar. We werden hier ook aangesproken door vrouwen met een opvallend lage stem haha! Natuurlijk hebben we hier ook de typische toeristendingen bekeken.. de tempels en Grand Palace. Deze zijn allemaal even indrukwekkend met heel veel ‘goud', typische architectuur en veel grote Boeddha's.
De lucht in Bangkok is door het vele verkeer zo vervuild dat je na een dagje rondlopen bij wijze van spreken 1 liter brandstof ingeademd hebt. Je ziet dan ook veel mensen met een mondkapje. Om het fietsen te promoten worden er gratis fietsen uitgeleend. We hebben ons met deze fietsen in het drukke verkeer begeven wat in Bangkok eigenlijk alleen maar bestaat uit taxi's, auto's, bussen, tuktuks en brommers. Alles raasde dus aan ons voorbij en ondanks dat we het linksfietsen al redelijk goed door hadden, was het nog een heel avontuur. Algauw zijn we daarom op de voetpaden (tussen alle kraampjes door) gaan fietsen. Het grappigste waren de reacties van de Thaise mensen die ‘cool' riepen of hun duim opstaken. We kregen in ieder geval veel bekijks.
In Bangkok vind je de bekende backpackersstraat, de Khoa San Road, waar het elke avond feest is. Het is er erg druk. Overal zijn kroegjes, kraampjes, hoor je muziek, worden shows geven en is er vooral veel jeugd van over de hele wereld. Na twee dagen hier met een ander Nederlands stel tot laat in de nacht wat gedronken te hebben, besloten we in deze straat een slaapplaats te zoeken. We hadden van te voren eigenlijk wel kunnen bedenken wat het nadeel is om midden in deze straat te slapen. Deze nachten wilden we op tijd slapen maar hebben (met oordopjes!) elke nacht tot 4u 's nachts wakker gelegen door de danceclub vlakbij ons die de spullen in onze kamer zelfs deed trillen. Na drie vermoeiende nachten konden we ons visum voor Vietnam ophalen en waren we blij dat we verder konden reizen. We hopen hier met oud op nieuw weer te zijn, want dat moet een geweldige sfeer zijn!

Cambodja
We merken dat we Thailand en ook Cambodja in tegenstelling tot Maleisië weer op onze hoede moeten zijn. Het is heel moeilijk in te schatten wie je wel of niet kan vertrouwen. Als een local een gesprekje met ons aanknoopt blijkt negen van de tien keer dat degene geld aan ons wil verdienen. Er worden allerlei manieren bedacht om ons in de maling te nemen. Mensen doen zich voor als gids en laten een officieel-lijkend legitimatiepasje zien, of verzinnen andere smoezen. Ze denken dat wij een geldboom in de tuin hebben en voelen zich niet bezwaard om wat van ons ‘kapitaal' op slinkse wijze te innen. Erg vervelend voor ons, al gaat het vaak om kleine bedragen, maar ook wel begrijpelijk in hun situatie. Wij betalen graag een eerlijke prijs (natuurlijk wel het liefst zo min mogelijk) en het gaat dan ook niet zozeer om het geld maar meer om het gevoel dat ze je steeds proberen op te lichten op alle mogelijke manieren. Ook tijdens onze busreis naar Siem Reap in Cambodja werd weer op verschillende manieren geprobeerd ons geld afhandig te maken. We zullen jullie het hele verhaal besparen. Achteraf kunnen we over Cambodja zeggen; het was heftig maar we vonden het wel het meest bijzondere land tot nu toe.

Siem Reap
Aangezien de meeste wegen in Cambodja onverhard zijn, hadden wij het geluk dat de weg van de grens tot Siem Reap net een maand geleden was verhard. Wat een ´luxe´! De reden waarom we naar Siem Reap gingen was de Angkor Wat, het grootste tempelcomplex van de wereld en hét symbool van Cambodja. Overal zie je het terug; op het geld, op de vlag, de hotels, restaurants, de tv-zenders en zelfs het nationale bier heet Angkor. We moeten bekennen dat het inderdaad een erg indrukwekkende tempel was. De Angkor Wat is een tempel uit de 12e eeuw. In de omgeving van de Angkor Wat liggen vele tempels die samen de Angkor Wat tempels vormen. Het totale complex is zo verschrikkelijk groot dat je het niet in één dag kunt zien. Naast de Angkor Wat vonden we vooral de Ta Prom tempel erg mooi (een scène van de Film Tomb Reader is hier opgenomen). Deze tempel wordt overwoekerd door planten en bomen. Dikke wortels van bomen komen tussen de stenen door en hebben delen van de tempel laten instorten. Dit had iets authentieks, alsof wij degene waren die deze tempel als eerste ontdekten. Als we op een van de andere tempels staan, komt er een groep monniken de trap oplopen. Die zien we hier erg veel omdat het grootste deel van de bevolking boeddhistisch is. Het is gebruikelijk als boeddhistische jongen of man om een deel van het leven door te brengen als monnik. Als we zeggen dat we uit Nederland komen bedanken ze ons voor de donatie die is aan hun dorp is gedaan door een Nederlandse organisatie (uh, graag gedaan?!) waarna ze met Lijanne op de foto willen. Zoals bij elke toeristische attractie waren er bij elke tempel vele kraampjes en kinderen die iets aan ons wilden verdienen. Zo lopen ze wapperend achter je aan voor verkoeling of ze vragen om pennen. Zoals de meest standaard vraag hier luidt vragen ze waar we vandaan komen. Deze keer ratelde een Cambodjaans meisje het volgende op ‘Holland? Capital Amsterdam. Hoe heet je? Waar woon je? Beatrix, Willem-Allexander, Maxima, Amalia, Alexia, Ariane. 10 voor 1 dollar'. Haha we waren wel even verbaasd! Dit hadden ze van toeristen geleerd. Je komt er ook niet zo gemakkelijk van af. Zo zaten we aan tafel op ons eten te wachten en zei een meisje ‘ik ga pas weg als jullie iets gekocht hebben'.
We hadden 3-daagse entreepas voor de Angkor Wat tempels gekocht. Maar na twee dagen tempel na tempel te hebben bezocht, begon er een deja-vu op te treden en vonden we het wel genoeg. Toen zijn we in een tuktuk (hier is het een scooter met aanhanger) door de countyside van Cambodja gereden. In dit land woont ongeveer 90% op het platteland en wat we daar zagen gaat wel even terug in de tijd (ja, zelfs voor jou tijd oma!). We rijden over de zandwegen tussen de hutjes die gemaakt zijn van hout en palmboombladeren. Elektriciteit hebben ze hier niet en de meeste mensen hebben wat kippen en een mager koetje voor hun hutje staan. Voor een douche springen ze in de rivier waar ook de was gedaan wordt. Het is mooi om te zien hoe ze in hun eigen levensonderhoud voorzien door te vissen en gewassen te verbouwen. We vroegen een meisje om een foto te maken van ons met onze chauffeur maar het meisje reageerde heel angstig op ‘dat ding' (onze camera). Het leek alsof ze nog nooit een camera had gezien en ze wist niet hoe ze een foto moest maken. Vanuit onze ogen is dit terug in de tijd gaan en armoedig, maar deze mensen weten niet beter. Ze zien er gelukkig uit zo en zwaaien vrolijk naar ons.
Maar naast deze vrolijkheid en mooie beelden hebben we ook een andere kant van Cambodja leren kennen. De recente geschiedenis van Cambodja is namelijk zeer heftig. Het land is ook pas ruim 10 jaar officieel oorlog vrij. De eerste dag viel het ons al op dat er zoveel mensen ledematen missen, zo zagen we zelfs iemand die enkel een romp had. We hebben een keer een boek gekocht van een man zonder handen. We voelden ons ongemakkelijk dat we niet gepast konden betalen tot we zagen hoe gemakkelijk hij zijn portemonnee en het wisselgeld met zijn stompjes te voorschijn haalde. We hadden al gelezen dat we in dit land op de paden moesten blijven omdat er nog veel landmijnen liggen. Daardoor werden we nieuwsgierig en zijn we over de geschiedenis gaan lezen. Hier in het kort de geschiedenis van dit land om wat duidelijkheid te scheppen voor de rest van ons verslag, het heeft toch een grote invloed op het huidige Cambodja:
Cambodja is lange tijd in handen geweest van andere landen die de bevolking uitbuitte. Toen het land in '53 eindelijk onafhankelijk werd begon de ellende pas echt. Tijdens de Vietnamoorlog hebben de Amerikanen meer bommen op Cambodja gegooid dan op Vietnam zelf. Daarnaast breekt er vanaf de jaren '70 een burgeroorlog uit. Als de Rode Khmer in '75 aan de macht komt, wordt er eerst blij gereageerd maar later blijkt pas wat ze van plan zijn met Cambodja. Deze communistische machthebbers willen van Cambodja een communistische en atheïstische landbouwstaat maken. Daarom moet iedereen in 48 uur de hoofdstad verlaten (er woonden toen 2 miljoen mensen) en op het platteland gaan wonen om er te werken op het veld. Bij deze volksverhuizing vinden 400.000 mensen de dood en ook tijdens het werk op het land en door verhongering sterven nog meer mensen. In de vier jaar die volgen vermoorden de Rode Khmer 25% van hun eigen bevolking (2-3 miljoen mensen). Iedereen die een geloof had, een tweede taal sprak of enige vorm van een opleiding had of zelfs een bril droeg werd vermoord. De banken werden opgeblazen en het geld werd afgeschaft. Zelfs de traditionele manier van mensen begroeten (platte handen tegen elkaar vouwen en kleine buiging) wordt verboden. Deze opdrachten gaf de leider van de Rode Khmer, Pol Pot (hij wordt hier vergeleken met Hitler) en iedereen die hem niet aanstond werd uit de weg geruimd. De mensen worden op brute wijze vermoord, maar daar komen we later op terug. Door deze gebeurtenissen wonen er maar weinig oude mensen in dit land. We hebben veel mensen gesproken die hun eigen herinneringen aan deze verschrikkelijke tijd konden vertellen. Dit vonden we zeer indrukwekkend, zeker omdat oorlog voor ons iets van vroeger is of van ver weg.
We zijn eerst naar het landmijnenmuseum geweest. Dit is opgezet door een ex-kindsoldaat van de Rode Khmer. Hij heeft duizenden mijnen gelegd in zijn land. Hij werd als kind gehersenspoeld door de Rode Khmer (zoals vele kinderen) en heeft zijn landgenoten vermoord. Nu is hij hard aan het werk om zo veel mogelijk landmijnen op te sporen en onschadelijk te maken. Met het geld wat hij verdiend met het museum, onderhoudt hij kinderen die ledematen zijn verloren. Dat gebeurd nog dagelijks wanneer kinderen iets oppakken wat een landmijn of een ander explosief blijkt te zijn.
Verder hebben we ook een kijkje genomen in een basisschool. Het is pas sinds 10 jaar dat de kinderen hier echt naar school gaan, je ziet o.a. hieraan dat het land nog opbouwende is. Er waren geen leraren aanwezig, die hadden een vergadering. Lijanne heeft met open mond staan toekijken hoe de kinderen toch hard doorwerkten, zelfs toen de bel ging en ze eigenlijk pauze mochten houden. De gids vertelde ons de rede voor deze grote motivatie. Ook hij wijst zijn kinderen erop dat ze geluk hebben dat ze naar school kunnen. Als zijn dochter klaagt over het vroege opstaan voor school (deze begint hier al om 7u) zegt hij dat hij soms 's nachts om twee uur op moest staan om te schuilen voor bombardementen. Natuurlijk trokken wij wel de aandacht van de kinderen en hadden we algauw een groepje om ons heen verzameld. Wat een lol dat ze kunnen hebben om een videocamera!
Wat we verder nog gedaan hebben in Siem Reap is fietsen. Tsja dat klinkt niet zo bijzonder maar dat is in de meeste landen in Azië dus wel! We merken steeds vaker dat ons landje bekend staat als plat, we liggen onder de zeespiegel en.. iedereen heeft een fiets! De klompen, molens en tulpen zijn wat achterhaalt. Zo zei een andere toerist dat ze tot haar verbazing de molens niet kon vinden toen ze in Nederland was. Maargoed fietsen, ons viel op dat er hier in Cambodja ook veel gefietst wordt dus dat wilden wij ook om het platteland nog eens op te zoeken. We kwamen er algauw achter dat wanneer je van de grote (en tevens verharde) weg af gaat, je meteen het ‘echte leven' van de mensen ziet.

Battambang
Vanuit Siem Reap zijn we met de boot naar Battambang gevaren over het Tongle Sapmeer, het grootste binnenmeer ter wereld. We hadden al gehoord dat dit een highlight zou zijn.. nou dat was het zeker! Onderweg zie je, buiten de mooie natuur, hoe mensen leven op het water. Dit zijn niet zomaar een paar huisjes maar hele dorpen die drijven op het water of staan op palen boven het water! De mensen verplaatsen zich per houten roeibootje en dat doen ze net zo gemakkelijk als wij de fiets pakken. Het is grappig om te zien hoe hele jonge kinderen alleen op een boot staan en zichzelf met een stuk hout in het water vooruit bewegen op weg naar hun school die.. je raadt het al.. ook drijft! Vanzelfsprekend hebben deze mensen ook geen elektriciteit en zie je het primitieve leven langs de rivier. Deze boottocht zou 3 tot 8 uur duren (nog al een verschil he?!), afhankelijk van de waterstand. Natuurlijk deden wij er de volle 8 uur over, mede omdat de motor er 1 km voor de eindbestemming mee kapte!
In Battembang hebben we eerst een rustdagje genomen en hebben we wat rond gelopen door de stad. Het is dan wel de op één na grootste stad van Cambodja, maar het is er nog erg rustig! De volgende dag zijn we met een local op pad geweest. Hij heeft ons eerst naar de oude bamboo train gebracht (door locals ‘norry' genoemd). Dit is niet meer dan een bamboe platformpje (zie foto's) met daaronder vier stalen wielen. Dit wordt tegenwoordig aangedreven door een motor. Wij hebben hier een ritje op gemaakt van 1 uur. Het maakt erg veel herrie maar het was zeker wel grappig om een keer mee te maken. Omdat er maar één rails ligt op dit traject rijden alle treinen op hetzelfde spoor. Dus wanneer er een tegemoet komt, moet degene met de minste passagiers (wij waren met 2 dus waren meestal de pineut) het platform en daarna de wielen oppakken en langs de rails leggen tot de ander gepasseerd is. Het is niet efficiënt maar toch wordt het regelmatig gebruikt door de Cambodjanen, vooral om goederen op te vervoeren.
Daarna zijn we naar de ‘Killing Caves' gereden (nog altijd in een tuktuk). Terwijl we de berg waar de grotten zich bevonden op klommen hebben we onze gids naar zijn ervaringen in de tijd van de Rode Khmer gevraagd. Ook hij vertelde dat hij in die tijd landmijnen neerlegde in dit gebied. Hij kon het gebied vanaf het punt waar we stonden aanwijzen en we zagen dat het hem opnieuw raakte. Verder vertelde hij over zijn herinneringen en zei dat hij er het liefst niet meer aan wilde denken maar dat hij het ook belangrijk vindt dat de gebeurtenissen niet worden vergeten. Op de berg vertelt hij over de tempel waar in de tijd van de Rode Khmer de priesters vermoord werden. Dan neemt hij ons mee naar de ‘Killing Cave'. Juist omdat dit voor de Cambodjanen een heilige plaats was werd dit door de Rode Khmer gebruikt om mensen te vermoorden. Als we in de grot staan kijken we zo'n 10/15 meter omhoog en zien we het gat waardoor honderden mensen naar beneden gegooid werden. De botten zijn verzameld in een grote vitrine in de grot, een vreemd gezicht. Bovenop liggen de schedels. Sommige botten zijn erg dun en soms zit er nog een stukje vel aan. De gids verteld dat dit erop duidt dat ze uitgehongerd waren. Je kunt vaak zien hoe ze zijn vermoord. Zo hebben sommigen kogelgaten of zijn stukken bot verbrijzelt in hun gezicht. Daarna lopen we de grot uit en komen we bij de grot aan waar de kinderen in gegooid werden. Vervolgens heeft hij ons naar een tempel gebracht die nog eerder dan de Angkor Wat gebouwd is. Als we aan de hoge trap beginnen zien we onderweg verschillende rode borden met ‘landmines´. Hier worden we er weer aan herinnert dat we niet van de paden af mogen. Op de berg zien we een tempel die zo vervallen is dat je niet te dicht bij sommige torens moet komen omdat deze in kunnen storten.
Op onze derde dag in Battambang hebben we ons in de keuken van een Cambodjaan gewaagd. We hadden ons opgegeven voor een Cambodjaanse kookles. Eerst gingen we met de kok naar de markt waar hij ons van alles vertelde over wat er te koop was. We lopen hier dagelijks over markten maar verbazen ons elke keer weer over wat we zien. Zo moet je bijvoorbeeld opletten waar je loopt want er kunnen vissen (snakevis) ontsnapt zijn van hun kraam en rondkruipen over de markt. Daarna hebben we bij hem thuis drie Cambodjaanse gerechten gekookt (Fish Amok, Beef Luk Lak en Cambodjaanse Springroll). Alles wordt zelf gemaakt en dus vers bereid. Leuk om te doen en het smaakte heerlijk! Natuurlijk ging het gesprek met de kok ook een deel over zijn herinneringen aan de Rode Khmer. Verder vertelde hij over de regering van nu. Deze is zeer corrupt en er zitten zelfs leden in van de voormalige Rode Khmer, voor de Cambodjanen een pijnlijk onderwerp. Vooral omdat de regering de leden van de Rode Khmer ook nog bescherming biedt. Burgers mogen ook geen openlijk kritiek hebben op de regering. Over 2 dagen wordt de onafhankelijkheid gevierd in de hoofdstad, hier willen wij ook bij zijn. Hij vertelde dat het meer een feest is van de regering dan de bevolking omdat voor hun de onafhankelijkheid in '53 juist het begin was van de ellende.

Phnom Penh
We reizen nu per bus van Battambang naar Phnom Penh. Deze verloopt tamelijk rustig op het gehobbel en getoeter na. Stan wordt nooit wagenziek maar in Cambodja is ook voor hem een reistabletje geen overbodige luxe. Het is hier een gewoonte om bij iedereen die je inhaalt, of het nu een auto, brommer of voetganger is, flink te toeteren. Dus je kunt nagaan dat, in een land waar de meeste op een brommer zitten, de buschauffeur het drukker heeft met toetteren dan met sturen. Het verkeer blijft opvallend aan Azië. Wanneer wij een weg oversteken doen we dat baan voor baan en rijden brommers voor en achter je langs. Ow en nog een feitje wat betreft het verkeer in Cambodja. In veel landen in Azië rijden ze links en zit het stuur dus rechts. In Cambodja rijden ze rechts maar hier verschilt het per auto of het stuur rechts of links zit.
Onze indruk van Phnom Penh (de hoofdstad van Cambodja) was het kort gezegd eigenlijk hetzelfde als de meeste grote steden in Azië. Aan de boulevard de typische toeristenkroegjes en hotels en verder in de stad het leven van de locals met markten, kleine huisjes en veel rotzooi op straat.
Ook hier heb je de befaamde tuktuks die je standaard een veel te hoge prijs vragen voor een rondritje. Het gemiddelde salaris in Cambodja is namelijk 2 á 3 dollar per dag maar zij vragen vlot 16 dollar voor een halve dag. Zoals op elke plaats waar veel bedelaars zijn proberen mensen hier op alle manieren geld te verdienen. We zien veel kinderen en gehandicapten met een mandje boeken om hun nek. De orgineelste vonden we toch wel een man die vrolijk een weegschaal voor ons neerzette, dat hadden we nog niet gezien. Daarnaast heb je natuurlijk de gebruikelijke bedelaars, soms met een kindje bij die je aantikt en naar zijn mond wijst.
De volgende dag zijn we op tijd opgestaan omdat we de toeristen voor wilden zijn in de ´Tuol Sleng gevangenis´. Dit is de grootste martelgevangenis in de tijd van de Rode Khmer waar 20.000 mensen hebben vastgezeten. Slechts 7 mensen hebben deze gevangenis overleeft. ‘Tuol Sleng' werd gebruikt om d.m.v. martelingen bekentenissen of informatie los te krijgen. Als mensen bekende dat ze tegen het regime waren werden ze vermoord en als ze niet bekende werden ze doodgemarteld. Het was erg heftig wat er te zien was. De voormalige school (voor de rode Khmertijd) had vier gebouwen. In het eerste gebouw zagen we zo'n 15 kamers waar gemarteld werd. Het bloed was van de muren en vloeren afgehaald maar verder was het in dezelfde staat gelaten. In iedere voormalige martelkamer staat een bed (het is niet meer dan een ijzeren frame), waar de gevangenen op werden vastgeketend. Boven het bed hangt een foto van een doodgemartelde gevangene, zoals de Vietnamezen (de verdrijvers van de rode Khmer) hen aantroffen toen ze de gevangenis in 1979 in handen kregen. In het tweede gebouw hangen de foto's. Pol Pot wilde alles vastgelegd hebben. Zo hebben ze dus van iedereen een foto zoals ze binnen werden gebracht (zeer angstige indringende gezichten of juist zonder uitdrukking) en een foto nadat ze doorgemarteld waren. Er hangen duizenden foto's van mensen die hier binnengebracht waren en ook vele van nadat ze zijn doodgemarteld. Ook staan er hele martelwerktuigen met daarbij een foto of afbeelding hoe iemand gemarteld werd. Je kunt je niet inbeelden wat voor martelmethodes ze allemaal verzonnen. Onze maag draaiden er van om. Echt ongelofelijk! Vervolgens kwamen we in een gebouw wat ze helemaal in de oude staat gelaten hadden, inclusief prikkeldraad en op sommige plaatsen nog bloed op de grond. Hierbinnen zagen we allemaal kleine hokjes. Degene die binnengebracht werden, moesten 1 tot 3 maanden vastgeketend in deze hokjes zitten. Ze mochten niet praten en wisten niet wat er met ze zou gebeuren. Als je daar staat probeer je hier een voorstelling van dit alles te maken, maar zelfs na alles wat we gezien hebben is dit niet helemaal mogelijk. Tenslotte kwamen we in het laatste gebouw waar helaas de film buiten werking was (de bekende film ‘the killing fields' speelt zich hier ook af). Verder waren hier ervaringen te lezen van verschillende mensen uit deze tijd, zowel burgers als soldaten doen hun verhaal. Nadat we alle gebouwen met een gids (die ook weer eigen ervaringen vertelde) doorlopen hadden, hebben we dat nog een keer met z'n tweeën gedaan. Het is erg raar als je probeert voor te stellen wat zich hier heeft afgespeeld. Stan is jaren geleden in Auschwitz geweest, dat was ook erg indrukwekkend maar dat is wat discreter zeg maar. Hier laten ze echt alles zien en dat maakt het allemaal nog werkelijker. Dit heeft in ieder geval erg veel indruk op ons gemaakt.
Hierna zijn we naar de ‘Killing Fields of Choeung Ek' gereden. Er zijn meerdere plaatsen in Cambodja waar massagraven zijn maar dit is de grootste. Vanuit de gevangenis van ‘Tuol Sleng' maar ook vanuit andere plaatsen werden mensen hierheen gebracht om te worden vermoord en gedumpt in massagraven. Op het eerste gezicht leek het een rustig veld met bomen en andere begroeiing. Maar de verzakkingen van de grond verraade dat er massagraven liggen. In totaal zijn er zo'n 80 tot 90 massagraven gevonden met gemiddeld zo'n 100 lichamen in één graf. Mensen werden hier op gruwelijke wijze omgebracht. Om kogels te sparen werden mensen vaak doodgeslagen. Kinderen werden door de Rode Khmer gedood door ze tegen bomen aan te slingeren. Of ze deden bijvoorbeeld spelletjes door een baby in de lucht te gooien en dan proberen het kind uit de lucht te schieten. Ook doodbloeden na een amputatie werd veel toegepast. We liepen over een groot veld en we zagen om ons heen vele grote kuilen veroorzaakt door verzakkingen, dit zijn de massagraven. Tijdens het regenseizoen komen nog steeds botten en kleding boven drijven. Op de paden tussen de graven zie je ook wel eens een stuk bot of vaker kleding uit het zand steken. Dit is heel raar en luguber om hier tussen te lopen en deze resten te zien. Ook hier is het, ondanks wat je allemaal ziet, moeilijk te bevatten wat zich hier afgespeeld heeft. Op het terrein is ook een monument geplaatst. Dit is een soort vitrinekast met de honderden schedels die gevonden zijn gesorteerd naar leeftijd en geslacht.
's Middags stond Royal Palace op ons programma. We vonden dit vergelijkbaar met Grand Palace in Bangkok. Het is gigantisch groot met veel boeddha's en veel goud. Maar in tegenstelling tot Grand Palace maakte Royal Palace vandaag geen indruk meer op ons. We hebben in hoog tempo de verschillende gebouwen bekeken binnen de muren van het paleis. Daarna hebben we even een pilsje gepakt om wat we die dag hadden gezien even van ons afzetten, want het heeft diepe indruk op ons gemaakt. Een grappig feitje: een pitcher bier was hier maar 1 euro!
Deze dag werd in Phnom Penh de jaarlijkse onafhankelijkheidsdag gevierd. De regering heeft het groots aangepakt. Wat wij ervan gezien hebben waren vele militairen op auto's die door de stad reden. 'S Avonds was er groot vuurwerk te zien en er was een fonteinenshow. De volgende dag hebben we de centrale markt van Phnom Penh bezocht. Hier wordt door de bevolking niet in supermarkten gekocht maar op markten of op straat. Zo heeft zelfs elk dorp een markt en een stad als Phnom Penh heeft er meerdere. Onderweg kwamen we nog langs een gigantisch gebouw ‘anti-corruptie-instituut' met daar boven een grote foto van de president (hoezo de schijn hoog houden?!).
De volgende dag begon onze vierdaagse trip door het Mekong Delta in Vietnam. We hebben erg genoten van Cambodja, het is namelijk nog echt authentiek. Het is mooi om te zien hoe de mensen hier leven. Verder heeft, zoals je waarschijnlijk wel gemerkt hebt, de geschiedenis een diepe indruk op ons gemaakt. Het is apart om te zien hoe een land zichzelf nu aan het opbouwen is en we vinden het ook bijzonder hoe positief deze mensen in het leven staan.

Liefs van ons!

Maleisië (Borneo & vasteland)

Hallo lieve allemaal!

We hebben nu een weekje vakantie genomen van het reizen en blijven dus een week op één plaats, wat is dat heerlijk! De ouders van Stan zijn ons deze week op komen zoeken in Phuket (Thailand). Wij hebben hier de tijd genomen om weer verslag te doen van de afgelopen drie weken waarin we weer genoeg hebben meegemaakt.

Kota Kinabalu
Drie weken geleden kwamen we in Maleisië aan op het eiland Borneo. Borneo is het op twee na grootste eiland van de wereld en staat bekend om zijn unieke natuur. Helaas hebben al veel oerwouden plaats moeten maken voor uitgestrekte palmolieplantages. Allereerst hebben we een paar dagen overnacht in de stad Kota Kinabalu (KK). Daar hebben we bekeken hoe we in een vrij korte tijd toch zo veel mogelijk konden zien van wat Borneo zo bijzonder maakt. KK is eigenlijk een grijze stad maar we hebben ons hier toch een paar dagen goed vermaakt want er was genoeg te zien.
De eerste dag in KK zijn we vooral bezig geweest met ons vorige verslag en het plannen van onze route door Borneo. Op zondag zijn we naar de wekelijkse markt gegaan. Een grote markt voor de deur van ons hostel. Hier werd echt van alles verkocht. Van huisdieren tot fruit. Voor heel weinig geld kochten we hier een lekkere ananas die meerdere avonden als ons avondeten diende. Eke dag zijn er vele gezellige markten in KK. Aan de haven wordt verse vis en fruit verkocht en in de stad kleding, schoenen en sieraden. Zo staan er ook kramen waar vlees waaronder kip de hele dag in de hete zon ligt. Grappig als je dan vergelijkt hoe voorzichtig we in Nederland met kip zijn. Ook opvallend was dat we hier vele mannen achter hun naaimachine zagen zitten om spijkerbroeken te maken. Verder zagen we in KK verschillende restaurants waarbij je uit vele aquaria met allerlei zeedieren je menu kon samenstellen. Vervolgens kon je aan tafel plaats nemen en werd je eten bereid. KK staat ook bekend als de plaats waar de mooiste zonsondergang van Zuidoost-Azië te bewonderen is. Dit hebben we dan ook meerdere keren gedaan. Naast ons hostel was er elke avond live muziek, we zijn dan vaak door twee Maleisische meisjes in slaap gezongen. Voor de kust van KK liggen een aantal mooie eilandjes waar je goed kunt snorkelen. Wij zijn 's morgens vroeg naar een van die eilandjes (Mamutik) geweest. Dit kleine rustige eilandje heeft mooie stranden en koraalriffen aan de kust. Het koraal was heel divers en kleurrijk. Al snorkelend zwommen scholen vissen met je mee. Als je stil bleef liggen kwamen de visjes heel dichtbij. Erg grappig als ze aan je happen al moest Lijanne hier wel even aan wennen;)

Beklimming Mountain Kinabalu
Na deze paar dagen in KK zijn we vertrokken naar een slaapplaats aan de voet van de Mountain Kinabalu. Deze slaapplaats was niet veel meer dan een golfplaten krotje. De Mountain Kinabalu is met ruim 4 km hoogte, de hoogste berg van Zuidoost-Azië en je kunt hem in twee dagen beklimmen. We wilden deze uitdaging graag aangaan maar hiervoor moet je eigenlijk een overnachting op de berg boeken. Omdat veel mensen deze berg graag willen beklimmen en je dan niet anders kan dan op de berg slapen hebben de eigenaren van de slaapplaatsen op de berg een monopolypositie en is het erg duur om hier te slapen (200 p.p.p.n. voor een kamertje van niets!). We hadden gehoord dat je ook in 1 dag kan proberen de berg te beklimmen, alleen weten dit maar weinig mensen. Hiervoor komen slechts 4 mensen per dag in aanmerking en je moet er speciaal toestemming voor krijgen van de parkwachter. We zijn de dag voor de klim naar de parkwachter gegaan en na 2 uur kregen we eindelijk toestemming om de volgende dag een poging te wagen om de Mount Kinabalu in 1 dag te beklimmen. Er zaten wel pittige voorwaarden aan. We moesten namelijk om 10 uur 's morgens al op het punt zijn waar normaal de mensen na één dag klimmen overnachten om de volgende dag verder naar de top te klimmen.
Erg benieuwd wat ons te wachten stond (maar ook een beetje pessimistisch vanwege de extreme voorwaarden) stonden we de volgende ochtend vroeg klaar om aan de klim te beginnen. Voordat we konden beginnen moesten we een aantal dingen regelen (een gids, klimtoestemming, parkentree en verzekering). Toen eindelijk alles was geregeld begonnen we vol goede moed aan de beklimming. En dat viel niet mee. Het was een super steile klim. De beklimming bestaat voor het grootste gedeelte uit traptreden. Doordat deze treden steeds wel 30 tot 50 cm hoog zijn kostte elke stap veel inspanning. Dat was afzien! Gedurende de klim zag je de begroeiing veranderen en werden de treden steeds meer vervangen door granieten rotsen. Na een urenlange klim kwamen we op het punt aan waar degene die de berg in twee dagen beklommen die avond zouden slapen. Helaas vertelde de gids ons dat we niet verder mochten vanwege het slechte weer op de top. Jeee dat was balen!!!! We waren zo snel mogelijk naar dit punt gelopen om de deadline te halen en dan mogen we het laatste stuk niet meer afleggen. Teleurgesteld maar wel tevreden met onze prestatie hebben we even genoten van het uitzicht op dit punt. Daarna zijn we aan de afdaling begonnen. Tijdens de afdaling snapten we waarom we niet verder mochten klimmen. Het 'tropisch regenwoud' deed zijn naam eer aan en wij kregen nu het noodweer over ons heen waardoor de berg veranderde in een waterval. De regen maakte de afdaling extra zwaar doordat de stenen steeds gladder werden. Moe maar voldaan, ondanks het niet bereiken van de top, kwamen we terug aan bij ons golfplaten krotje om daar lekker bij te komen. We hebben nog 5-6 dagen nagenoten met flinke spierpijn. ;)

Sepilok
De volgende dag zijn we met de bus naar Sepilok gereisd. In Sepilok hadden we gereserveerd bij een relaxt hotel midden in de natuur met een zwembadje om onze spieren wat rust te gunnen. Vanaf de bushalte moesten we nog een flink stuk lopen naar onze slaapplaats. Een stel Australiërs zag ons vermoeid lopen met onze backpacks en waren zo aardig om ons een lift aan te bieden. De dag daarop zijn we naar het rehabilitatie centrum voor orang-oetans gegaan. Dit is een stuk jungle waar orang-oetans opgevangen worden die door omstandigheden (vaak veroorzaakt door ontbossing) niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen. In dit centrum wordt geprobeerd de dieren te leren weer zelfstandig te overleven in de natuur. Wat zijn het leuke dieren om te zien! We waren hier tijdens de voedertijd waardoor we veel orang utans van heel dicht bij hebben gezien. orang-oetans hebben voor 97% dezelfde genen als mensen dus je ziet veel overeenkomsten wanneer je ze observeert. Erg grappig om te zien hoe zij aan touwen slingeren, bananen eten en natuurlijk het machtspelletje wat onderling wordt gespeeld.

Kinabatangan rivertour
Later die dag zijn we opgehaald voor de 3-daagse Kinabatangan rivertour. Waar we in Indonesië onderweg nog uren langs de rijstvelden reden, rijden we hier uren langs palmolieplantages. Vanaf dat moment viel het ons pas op in hoeveel producten palmolie zit verwerkt (in Nederland vast ook wel, in veel chocolade bijvoorbeeld). De Kinabatangan rivier is de langste rivier van Borneo, 560 km. Deze modderige rivier wordt omgeven door oerwouden. Helaas worden de dieren in dit oerwoud door de ontbossing steeds verder naar de rivier gedreven. Gevolg is wel dat je vanaf de rivier (afhankelijk van hoeveel geluk je hebt) vele wilde dieren kan zien zoals apen, krokodillen, olifanten en vele tropische vogels.
Aangekomen bij de rivier moesten we deze eerst oversteken om bij onze slaapplaats te komen. We moesten met onze bagage in een wiebelend, diep in het water liggend houten bootje. De volgende dagen hebben we verschillende riviertochten gemaakt. We vaarden met een gids en zes andere mensen in een smal houten boot langs de rivieroever. Een ontzettend mooie ervaring om over zo'n brede rivier door de jungle te varen. Om je heen is in bijna elke boom wel iets te zien. We zien verschillende soorten apen waaronder de hele aparte Proboscis aap die alleen op Borneo voorkomt. Ook zien er een urang-oetan, echt super mooi om zo'n groot beest in het wild op z'n gemak door een boom te zien slingeren. Het lijkt zo van een afstandje net een grote sterke man die door de boom klimt. Verder zien we verschillende mooie vogels, waaronder verschillende hornbills. Het leek soms net een film als je voor zo'n bomenrij vaarde waar in elke boom wel wat gebeurt. Je ziet overal takken bewegen. Apen zitten achter elkaar aan of doen het op z'n aapjes.. haha. Als de gids iets zag zitten legden hij het bootje vaak tegen de kant aan waardoor wij in het begin nog even bang waren dat er van alles de boot in zou lopen of springen. Helaas hebben we geen krokodillen of olifanten gezien maar het was toch erg mooi!
Naast de boottochten hebben we ook nachtwandelingen gemaakt in de jungle. Gewapend met een zaklamp en hoge rubberen laarzen liepen we door de modderige jungle. Je hoort veel dierengeluiden en natuurlijk is de gedachte dat er veel dieren om je heen zitten gaaf. Het is moeilijk om veel dieren te zen omdat ze vaak weg kruipen wanneer ze je aan horen of zien komen. Deze nachttochten zagen we met name veel tropische insecten, slapende vogels en slangen. We hebben overdag ook een junglewandeling gemaakt. Tijdens de wandeling zagen we ook weer veel insecten zoals vlinders, kleinere zoogdieren en de gids vertelde veel over geneeskundige planten die in de jungle groeien. ´s Nachts sliepen we ook midden in Jungle, wel erg gaaf omdat je dan die echte junglegeluiden hoort. Verder kom je ook allerlei insecten tegen en kwamen er verschillende aapjes op bezoek. Na deze mooie jungletocht zijn we via KK weer terug gevlogen naar Johor Bahru en zat voor ons Borneo er op. We hebben erg genoten van de mooie dingen die op Borneo te zien zijn!

Malakka
Vanaf Johor Bahru zijn we met de bus naar Malakka gereisd. We hadden gepland om hier Stan z'n verjaardag te vieren. Onderweg wordt in de bus een fijne horrorfilm getoond. Locals zitten in bijzijn van kinderen glimlachend te kijken hoe de meest gruwelijke scenes zich afspelen . Na 25 onthoofdingen en verschillende opgegeten hersenen en nog meer van die leuke beelden komen we aan in Malakka. We hebben al vaker gemerkt dat de Maleisiërs niet vies zijn van bloederige horrorfilms. Ook opvallend is het aantal roggelaars in de bus. De ene na de andere Maleisiër moet laat op luidruchtige wijze blijken zijn keel te willen legen.. niet echt smakelijk.. dit komen we overigens vaak tegen in Azië, schijnbaar vinden ze dit zelf helemaal niet onsmakelijk want het gebeurt overal en door iedereen.

We hadden een simpel guesthouse vooraf op internet geboekt. Toen we onze spullen hadden gedropt gaf de eigenaar van ons guesthouse ons de tip om naar een eilandje te gaan dat met een brug te bereiken was, om daar de ‘drijvende moskee' te zien. Het eiland zelf was nog het meest bijzonder. Het was volgebouwd met woonflats maar alles stond leeg. Er hing een vreemde en verlaten sfeer. De eigenaar van ons guesthouse vertelde dat het kwam doordat de moskee er gebouwd was. Niemand wilde er meer wonen omdat er door de aanwezigheid van de moskee zoveel beperkingen opgelegd werden. Die avond hebben we samen met de eigenaren en de andere gasten van het guesthouse nog een film gekeken en gezellig gepraat.
De volgende dag was Stan jarig! Dit hebben we goed gevierd. Lijanne bracht een ontbijtje op bed. Een cake met slagroom, M&M's en de kamer was versierd met balonnen. Daarna zijn we het Malakka gaan bezichtigen. Er is erg veel te zien in Malakka dus we hadden genoeg te doen die dag. Eigenlijk is Malakka één groot museum. Er zijn vele historische gebouwen en het leuke is dat Nederland hier ook twee eeuwen de baas is geweest. Daardoor zagen we vele Nederlandse gebouwen en invloeden zoals het Stadhuys, het paleis van de Sultan en de St. Paul kerk met graven met oud Nederlandse teksten er op. Natuurlijk hebben we op deze dag ook op tijd een pilsje (pull) bier gepakt en hebben we lekker gegeten. Tijdens een boottocht door de stad zagen we zelfs nog de krokodillen die we in de jungle hadden verwacht.. achja beter laat dan nooit! 's Avonds zijn we nog naar de film ‘eat, pray, love' in de bios geweest. Net zo luxe als in nederland alleen veel goedkoper (2 tickets voor 3 euro!) Onze film draaide om kwart over 10 en het was woensdag avond. We waren dan ook verbaasd dat de zaal helemaal vol zat. Waar in Indonesië het stil was op straat om 8uur 's avonds leek dit in Maleisië wel andersom. 's Morgens kwam het leven laat op gang en 's avonds ging het lang door. We zagen in de film meteen een stuk terug van onze reis want 1/3 van de film ging over Bali (waar we net geweest zijn) en 1/3 over India (waar we nog heen gaan). Om kwart voor 1 was de film afgelopen en we stonden ervan te kijken dat er zelfs toen nog mensen naar de film gingen. Na de film zijn we snel gaan slapen want 5 uur later stonden we op om verder te reizen richting het Taman Negara oerwoud.

Taman Negara Oerwoud
De volgende dag misten we door een vertraagde bus helaas net onze aansluiting op het station in Melakka waardoor we eigenlijk 7 uur zouden moeten wachten. Gelukkig hebben we een Lonely Planet (als reiziger ben je niets zonder dit boek;)) en zijn we via een omweg toch bij onze bestemming aangekomen. Onze eindbestemming van deze dag was Jerantut. Van hieruit zijn we de volgende dag naar het Taman Negara oerwoud gereisd. Dit is het oudste regenwoud van de wereld.
We hadden een tour kunnen boeken om dit oerwoud te ontdekken waardoor je vervoer, verblijf en je activiteiten worden geregeld. We kwamen erachter dat door het terplekke zelf te regelen het 2/3 van de prijs scheelde.
We zijn met een busje naar de ingang van het Taman Negara oerwoud gebracht vanwaar we met een boottocht van bijna 3 uur het oerwoud in werden gevaren. Onderweg zagen we waterbuffers aan de oever van de rivier. In dit oerwoud hebben de dieren in tegenstelling tot bij de Kinabatangan rivier nog wel de ruimte. Hierdoor is de kans minder groot dat je veel dieren spot maar dat maakt de natuur er niet minder bijzonderder op. Diep in deze jungle leven nog wel tijgers, olifanten en allerlei andere diersoorten. We waren van plan om 2 nachten in de jungle te blijven. De dag van aankomst hebben we meteen een aantal activiteiten gepland. Zo zijn we eerst met een bootje naar een ‘Orang Asli village' gegaan. Dit was een klein dorpje waarin 7 families van de oorspronkelijk junglebewoners woonden (deze mensen worden ook wel Aboriginals genoemd). Ze leven van alles wat de jungle te bieden heeft. Ze maken nog vuur met een stokje en jagen met een blaaspijp. Wel interessant om te zien hoe zij leven. Lijanne deed nog een poging om contact te maken met de kinderen. Dat viel nog niet mee omdat Lijanne geen Orang Asli's spreekt en meer dan oogcontact werd het dan ook niet. Op de terugweg zijn we door stroomversnellingen gevaren met ons bootje. We waren voorbereid op een nat boottochtje en dat werd het ook. Het bootje lag net boven het water dus doordat de stuurman nog eens flink wat bochten maakten werden we kletsnat. Op de terugweg hebben we even aangelegd bij een rivieroever waar we nog hebben gezwommen met onze kleren aan want die waren toch al nat. Toen we terug naar onze slaapplaats liepen om ons om te kleden werd Stan door enkele kindjes uitgedaagd om een potje te voetballen. Na een potje waarbij Stan niet veel raakte, alhoewel hij wel een kokosnoot uit de boom schoot, hebben we ons klaargemaakt voor de nightsafari. Met een jeep reden we door de palmbomen plantages. Dit wordt hier ook wel de tweede jungle genoemd omdat veel dieren door de kap van het oerwoud nu hier leven. Helaas hebben we niet zoveel dieren gezien.
De volgende morgen zijn we vroeg opgestaan om op ons eigen houtje een jungletrekking te doen. In het oerwoud zijn een aantal wandelroutes behoorlijk goed aangegeven waardoor je deze zelfstandig kan bewandelen. Toen we vooraf bij één van de op de rivier drijvende restaurantjes wilden gaan ontbijten zagen we dat het personeel nog tussen de stoelen lag te slapen. Wel een apart gezicht, ik zie ons bij Heidehof in ieder geval nog niet liggen slapen tussen de stoelen terwijl gasten binnen kunnen komen. Na een ontbijtje bij een restaurant waarvan het personeel wel al wakker was zijn we vertrokken. De tocht bracht ons op de langste (touw)loopbrug van de wereld, de Canopy walkway. Deze touwbrug is gespannen tussen grote bomen en is 500 meter lang. Daarna hebben we nog een tocht gemaakt naar de top van de Indah berg. Onderweg kom je weer allerlei mooie flora en fauna tegen. Na een paar uur lopen kwamen we aan op de top. Dan ben je duizenden kilometers van huis, uren lopen in de jungle en wat kom je daar tegen op de berg, juist twee Nederlanders. Wel even gezellig mee gepraat en natuurlijk ideaal om even een foto te maken. Nadat we van het uitzicht hadden genoten zijn we terug gelopen naar onze slaapplaats. Zo´n jungletocht is echt ontzettend zwaar, door het klamme hete klimaat in het oerwoud zweet je continue en je loopt steeds over gladde stenen of boomstammen omhoog en omlaag. Nadat we even uitgerust hadden van de jungletocht stond ´s avonds een nightwalk op het programma. Net als bij de nightwalk bij de Kinabatangan gingen we met een zaklamp opzoek naar alles wat leeft in de jungle. De eindbestemming van de tocht was een zogenaamde hide, dit is een soort observatiehutje hoog boven de grond. Daar moesten we onze zaklampen uitdoen en enige tijd wachten. Het was pikdonker en je hoorde de geluiden van de jungle. Heeerlijk! Toen de gids zijn zaklamp aanzette en de omgeving afspeurde zagen we enkele Tapirs onze richting op komen lopen. We zagen hoe de Tapirs langzaam richting ons liepen en uiteindelijk onder de hide doorliepen. Mooi om te zien!
Nadat we terug waren gelopen was het tijd om te gaan slapen. De volgende morgen zijn we na een ontbijtje aan een rivier de jungle weer uitgevaren. Tijdens deze drie uur durende boottocht hield motor er halverwege mee op. En nu? Daar zaten we dan met 13 chinezen en met 6 (!) Nederlanders op een rivier midden in de jungle. We waren even bang dat we moesten zwemmen maar gelukkig werd de motor weer aan de praat geholpen. Dezelfde dag zijn we doorgereisd naar Kuala Lumpur.

Kuala Lumpur
Dit is de hoofdstad van Maleisië en we kregen bij aankomst al gauw hetzelfde gevoel als in Singapore, wat een wereldstad! Heel veel hoge gebouwen en vele winkelcentra. Deze winkelcentra zijn groot en zeer chique. 's Avonds was het ook nog erg levendig en gezellig met vele marktjes en kleine locale eettentjes. Naast de luxe en grote gebouwen zijn er ook wijken die er minder florissant uitzien.
Onze slaapplaats vonden wij in een heel smerige wijk waar de ratten en kakkerlakken over straat liepen. Gelukkig was ons hostel in vergelijking met zijn omgeving opvallend schoon en redelijk ongediertevrij. We zijn drie nachten in Kuala Lumpur gebleven en we hebben overdag de tijd genomen om de stad te ontdekken. Het verschil was wel groot met waar we vanaf kwamen. De dag van aankomst zaten we ´s morgens aan een rivier midden in de jungle te ontbijten en ons avondeten hadden we tussen de wolkenkrabbers.
Kuala Lumpur bestaat net als veel grote steden uit vele typische wijken met allemaal een ander uiterlijk. Zo heb je een Chinatown, Little India maar ook typisch voor Kuala Lumpur de ‘Golden Triangle' waar veel grote luxe gebouwen bij elkaar staan. De dagen in Kuala Lumpur hebben we vooral gevuld met het wandelen door de verschillende stadsdelen om een goed beeld te krijgen van de stad. We zagen invloeden van vele geloven in Kuala Lumpur door moskeeën en tempels. Met name de islam had door Moskeeën, boerka's en hoofddoeken een belangrijke invloed op het straatbeeld. Opvallend zijn de grote (soms wel 14 verdiepingen hoge) en overdreven luxe winkelcentra waar we uren doorheen hebben gelopen. In het begin voelde dit nog een beetje raar aan omdat we het idee hadden dat we op deze manier Kuala Lumpur niet echt zagen. Maar na een tijdje realiseerde we ons dat dit gewoon Kuala Lumpur is. Ook is het door de verzengende hitte overdag in de stad vaak een verademing om in de geairconditioneerde winkelcentra rond te lopen. Ze zijn vaak zo overdreven chique dat je je afvraagt waar het van wordt betaald. Het kan niet gek genoeg. Een van de winkelcentra had een binnenattractiepark. Ook hier merken we dat het allemaal wat extremer moet. Waar wij normaal geen probleem hebben met wilde attracties werden we bij de eerste attractie al zo vaak rondgeslingerd dat we er beiden ziek uit kwamen. De Maleisiërs zijn er schijnbaar zelf ook nog niet helemaal aan gewend want bij de volgende attractie moest Stan zelfs gebaren naar de man achter de knopjes dat de attractie stopgezet moest worden. De jongen tegenover hem was namelijk zo ziek dat het er naar uitzag dat Stan niet lang droog op zijn plaats kon blijven zitten. Hij rolde letterlijk uit de attractie. Na nog een lekker wild ritje in de achtbaan vonden we het wel genoeg geweest. Ook zijn we naar de ‘gold class' geweest van de golden cinema. Dit is een super deluxe bioscoop, er stonden maar een paar grote stoelen in de zaal. We hadden ieder een grote luxe stoel die we elektronisch konden bedienen en een dekentje. Dat moesten we gewoon een keer meegemaakt hebben. Ondanks dat het een spannende film (Wallstreet) was moesten we opletten dat we niet in slaap vielen in die heerlijke stoelen. ;) In een van de winkelcentra was ook een soort interactief wetenschapscentrum waar wel leuke en interessante dingen te zien en te doen waren. Lijanne zag zich er al helemaal lopen met haar klas :p Wat wij wel grappig vonden om te zien was dat mensen met grote groepen in een electronica winkel voor een tv staan te staren.

Uiteraard hebben we ook het symbool van Kuala Lumpur (en misschien wel heel Maleisië) de Petronas twin towers bezocht. Deze torens hebben 88 verdiepingen en zijn ruim 450 meter hoog. Het is het op één na hoogste gebouw van de wereld. Er worden per dag 1640 mensen toegelaten in de torens om van het uitzicht te genieten. We wisten dat we op tijd moesten zijn om een kaartje te bemachtigen. Om half 9 begon de verkoop, toen we om 9uur aankwamen waren de tickets al vergeven. We zijn toen de volgende dag nog maar wat vroeger opgestaan om Kuala Lumpur van boven af te kunnen zien. Na twee uur in de rij te hebben gestaan mochten we naar binnen, het was wel de moeite waard want het uitzicht was erg mooi. Ook zijn we in de 421 meter hoge telecomtoren van Kuala Lumpur geweest. Omdat deze op een bergje staat heb je vanuit hier een nog hoger uitzichtpunt op de stad. We zijn hier ‘s avonds geweest waardoor de stad mooi was verlicht. We kregen door middel van mp4 speler uitleg over wat er per raam te zien was. Toen Lijanne voor de grap vroeg of we ook uitleg in het Nederlands konden krijgen was dit nog mogelijk ook!

Na drie dagen in de luxe van Kuala lumpur te hebben vertoeft zijn we naar Phuket in Thailand gevlogen en lieten we het derde land achter ons. Ook Maleisië heeft op ons weer veel indruk gemaakt. Vooral de mooie natuur was indrukwekkend. Verder hebben we ook wel genoten van de luxe in Maleisië. Deze luxe verwachten we niet meer terug te zien tijdens ons verblijf in Azië.
Ook zagen we weer veel tegenstellingen in Maleisië aan de ene kant heb je de grote steden met veel hoogbouw en chique winkelcentra en aan de andere kant de dorpen van krotjes die midden in de jungle liggen. Opvallend is hoe makkelijk en relaxt het reizen in Maleisië is. De mensen spreken (bijna) allemaal Engels en als toerist betaal je vaak dezelfde prijs omdat de prijs ‘vast' staat (onderhandelen kan nog altijd). Daarnaast staat alles goed aangegeven, de infrastructuur is goed en de mensen zijn over het algemeen erg eerlijk en behulpzaam. Waar we niet aan kunnen wennen is het geroggel en gespuug dat je overal terughoort en ziet. Man of vrouw, arbeider of zakenman het lijkt wel een volkssport.Verder moet het allemaal net wat extremer in Maleisië, of het nou de films op tv zijn, de attracties in het pretpark of de grote en luxe van een winkelcentra.

Nou dit was ons derde verslag. We zullen volgende keer een nieuwe poging doen om het korter te houden ;) We bljiven het super leuk vinden om iets van jullie te horen. Helaas hebben we wel gemerkt dat niet alle smsjes hier aankomen. Tot over een paar weken!

Liefs van ons!

Indonesië (Bali) & Singapore

Hoi lieve allemaal!

We zijn alweer ruim 2 weken, 2 landen en vele kilometers (& natuurlijk indrukken) verder! We willen jullie bedanken voor de super leuke reacties op ons vorige verhaal! We vinden het erg leuk om te merken dat zoveel mensen ons volgen en om iets van jullie te horen.. vooral blijven doen dus!

Java
Waar waren we? Owja, we zaten vast Yogyakarta door de Ramadan en waar we bang voor waren bleek te kloppen. Vanaf die vrijdag was (bijna) alles dicht. Na het suikerfeest op vrijdag werd het einde van de ramadan nog drie dagen gevierd met familie en vrienden. Dit betekende dat deze dagen alles gesloten was. Gelukkig hadden we een fijne kamer (met zwembad!) dus wij hebben ons daar goed kunnen vermaken. Verder was de hele stad uitgestorven en er was weinig te beleven. We liepen door de stad en werden niet eens aangesproken. Even wennen omdat je als toerist normaal continu aangesproken wordt wanneer je over straat loopt (room? taxi? transport? cheap!). Gelukkig was er later op de dag wel een eetgelegenheid open zodat we niet drie dagen zonder eten zaten. Deze dagen konden we niet verder reizen. Achteraf kwam dit goed uit zodat we ons even op konden laden voor de komende dagen...

Bromo-Ijen tour
's Maandags was de eerste mogelijkheid om Yogya te verlaten. We vertrokken die dag met een drie-daagse tour richting Oost-Java. Onderweg hebben we twee vulkanen beklommen en zijn we uiteindelijk afgezet bij het ferry-station naar Bali. De eerste dag zouden we 11 uur rijden. Maar helaas was het erg druk op de weg door Ramadan en deden we er 17 uur over! De chauffeur reed 15,5 uur achter elkaar en hij nam enkel een lunchpauze en een sanitairestop (en wij dus ook).
Als je zolang op de weg bent is er van alles te zien. Je ziet bijvoorbeeld mooie taferelen zoals mensen werkend op rijstvelden met een vulkaan op de achtergrond of volgepakte brommers met allerlei ladingen, van tientallen gasflessen tot balen stro. Verder zie je mooie stukken natuur soms afgewisseld met bergen rotzooi. Vuilnis ligt her en der verspreidt en je ziet de krotten langs de weg. Af en toe voel je je net een beroemdheid in de auto. We zaten in een redelijk luxe busje met getint glas. Als je het raam opendoet kijken kinderen je met open mond aan alsof je van Mars komt. De Indonesiërs begroeten je, zwaaien en kijken naar je. Vooral Lijanne trekt met haar blonde haar de aandacht. Opvallend is verder dat de Indonesiers over het algemeen erg vriendelijk zijn maar in het verkeer veranderen in a-sociale, roekeloze bestuurders die onverantwoorde risico's nemen. Inhaal manoeuvres zijn vaak ongelofelijk en het komt niet zelden voor dat een tegenleger moet afremmen of moet uitwijken om een aanrijding te voorkomen. Een eenbaansweg wordt moeiteloos een driebaansweg waarbij de berm zelfs als dubbele rijstrook wordt gebruikt om in te halen. Zo wordt er bij een stoplicht door veel bestuurders via de berm naar voren gereden om vooraan te gaan staan. In Nederland zou dit ongetwijfeld leiden tot slaande ruzie maar in Indonesië laat iedereen het ogenschijnlijk makkelijk over zich heenkomen. Er wordt volop getoeterd als medeweggebruikers bij een inhaal manouvre niet genoeg plaats maken en als ze na een voordringactie er niet snel genoeg tussen worden gelaten. Bij het invoegen is het een kwestie van wie durft het grootste risico te nemen op een aanrijding. Dit scheelt ooit niet meer dan een paar centimeter voordat een van de twee toegeeft. Kortom genoeg te zien zo onderweg.
Toen we om 1 uur 's nachts aankwamen doken we snel ons bed in aangezien we om half 4 weer gewekt zouden worden. Na deze korte nacht reden we naar de Bromo vulkaan. Allereerst hebben we de zon op zien komen vanaf een viewpoint boven op een berg. Het zag er geweldig mooi uit. Je zag verschillende actieve vulkanen waaronder de Bromo en een vulkaan waarbij je om de 20 minuten een kleine eruptie ziet. Vanaf het viewpoint keek je bovenop het wolkendek waaruit de vulkanen omhoog kwamen en daarover zag je de zon opkomen.. wauw! Daarna zijn we naar de voet van de Bromo gereden. Na een vrij korte beklimming van een uurtje stonden we bovenop de vulkaan. Helaas is dit echt een toeristische attractie, wat niet wegneemt dat het nog wel heel gaaf is om te zien. Als je boven op de krater van de vulkaan staat zie je beneden in de krater kokend heet water waar veel waterdamp vanaf komt. Deze stoomwolken zie je al van ver uit de vulkaan komen. Na een aantal foto's van de krater en het vette uitzicht van de omgeving (en locals die met ons op de foto wilden) zijn we terug naar beneden gelopen. Het was nu 8 uur 's morgens en we konden de auto weer in op weg naar onze volgende bestemming..
Rond de avond kwamen we aan bij de hotel die de touroperator had geregeld. We hadden die middag bij de lunch al gehoord dat dit hotel bekend stond als het 'horror-hotel' vanwege de smerige kamers en het vele ongedierte. We kwamen met drie busjes aan en je zag de mensen van de tour selecteren wie waar kwam te liggen. We moesten met twee andere stellen mee komen het gebouw in. De rest lag in de andere kamers. Wat bleek? We hadden de beste kamer van de home-stay! Wat een geluk, want het scheen in de andere kamers wel echt erg te zijn. Niet voor niets dat er wat jaloerse gezichten naar onze kamer kwamen kijken. Op 1 hagedis, 1 kakkerlak en 1 muisje tussen de twee bamboemuren in na hebben wij nergens last van gehad;) We zijn meteen gaan slapen want deze nacht moesten we om 3 uur opstaan.
De volgende morgen zagen we de zon vanuit het busje opkomen en even later kwamen we aan bij de voet van de Ijen vulkaan. Hier wachtte ons een steile en zware klim! Onderweg raakten we aan de praat met een local die daar werkte om in manden zwavel uit de krater naar beneden te dragen. Hij legde deze klim twee keer per dag af met manden van ruim 50 kg op zijn schouders. Ongelofelijk! De Ijen is gelukkig niet zo toeristisch als de Bromo en vele malen mooier! De local boodt ons en twee andere stellen aan om in de krater af te dalen naar de zwavelbron. Wat een gaaf aanbod! We roken tijdens het beklimmen van de vulkaan de zwavel al, maar dit werd nog vele malen erger toen we afdaalden in de krater. We moesten een doek voor onze mond houden vanwege de zwavelrook en klommen tussen de rotsen door naar beneden. De zwavelrook werd steeds erger en we kregen hierdoor steeds meer last van onze ademhaling en ogen. Na enige tijd stonden we onder in de krater.. wat gaaf!!!! Hier lag een helder blauw meer met heet water. Onze longen voelde door de zwavelrook aan alsof we al ons hele leven flink hadden gerookt. We moesten even op adem komen voordat local ons nog dichter meenam naar de bron. Toen de wind zo waaide dat de zwavelrook de andere kant op werd geblazen klommen we snel achter hem aan. Bij de bron is een buizensysteem aangelegd waardoor uit de zwavelgassen zwavel gewonnen kan worden. We zagen onze 'gids' steeds in de rook verdwijnen om uit de gloeiend hete bron voor ieder van ons een stukje zwavelgesteente te halen. Ondertussen stonden wij in de buurt weer uit te hoesten en op adem te komen. Het zag er wel erg gaaf uit als we om ons heen keken, zo midden in de vulkaan. Door de zwavelaanslag waren de rotsen geel en broos. Toen we daarna weer langs de bron liepen op onze weg naar boven, draaide de wind ineens en stonden we midden in de rook. We zagen helemaal niets en de zwavelrook was verstikkend. Wat een eng gevoel! We gingen automatisch rennen om zo snel mogelijk uit de rook te komen, wat niet zonder gevaar was tussen de rotsen. Gelukkig waren wij snel uit de rook. De local moest terug om drie anderen uit de rook te halen. We zijn daarna weer snel naar boven geklommen om daar op adem te komen. Boven aangekomen zagen we pas het bordje waarop stond dat het strikt verboden was om in de krater te gaan.. he toch, te laat. Daarna wachtte nog de tocht naar beneden, waar de chauffeur op ons stond te wachten. Wat een spannende maar zeer gave ervaring was dit zeg! Nu weer ons busje in op weg naar het ferry-station richting Bali. Onderweg rijden we door een nationaal park waar we nog een laatste glimp opvangen van het mooie Java. Hier komen we maar weinig verkeer tegen maar het werd toch een ruige rit omdat af en toe de weg ineens ophield.

Bali
Het Paradijs waar je zoveel over hoort.. we hadden dan ook hoge verwachtingen en waren erg benieuwd! Voor de bus op de ferry ging passeerden vele verkopers onze zitplaats. Eten, drinken, zonnebrillen, horloges en nog een keer eten en drinken. Daarna volgden nog bedelaars en mensen die geld vragen voor het gepingel op een 'instrument' of ander geschreeuw (zingen??). Na drie dagen weinig slapen, weinig eten, veel klimmen en reizen kwamen we uitgeput aan op Bali. Na de ferry moesten we nog een paar uur in de bus die ons naar de hoofdstad van Bali, Denpaser bracht. Omdat we gehoord hadden dat we weinig te zoeken zouden hebben in Denpaser hebben we samen met twee Amerikanen en twee Vietnamezen meteen na aankomst in de hoofdstad een busje gepakt naar Ubud, het culturele hart van Bali.
Het eerste wat we van Bali zagen beviel ons al. De natuur is nog net wat groener dan op Java. Het valt ons ook meteen op dat het in vergelijking met Java veel welvarender is. De infrastructuur is beter, er zijn veel huizen van steen/beton, er zijn 'echte' winkels, het is schoner op straat en krottenwijkjes zoals op Java zien we nauwelijks. Het meest opvallend aan Bali is de invloed van het Hindoeisme. Dit is in de hele architectuur terug te zien. Je ziet veel mooie en sierlijke gebouwen. Ook zie je vele tempels en gedenkplaatsen op de meest vreemde plekken. En overal, maar dan ook echt overal, zie je kleine offers in de vorm van bamboebakjes met bloemetjes en koekjes, rijst of snoepjes erin. Vaak steekt er ook een stokje wierook in. Zo staan ze voor winkels, huizen, zelfs in de auto en in pinhokjes. In Bali zie je ook veel straathonden. Zij kunnen makkelijk overleven, simpelweg van de offers die mensen overal neerzetten. Ook zie je op straat veel kooien met hanen daarin. Ons werd verteld dat dit was voor de illegale hanengevechten die soms worden georganiseerd. De invloed van toerisme is overduidelijk terug te zien in Bali. Je merkt wel dat het een belangrijke inkomstenbron is op dit eiland. De prijzen liggen dan ook aanmerkelijk hoger dan op Java. Waren we op Java voor 4 uur internet 85 cent kwijt, op Bali betalen we ruim 2 euro per uur.

Ubud
We hebben de eerste twee nachten midden in het centrum van Ubud geslapen. Hier zijn we even lekker bijgekomen van de afgelopen dagen. De morgen na aankomst begon Stan gretig aan de chips die we in Java gevonden hadden. Lays nog wel. Natuurlijk niet zoals thuis maar met 'zeewiersmaak' en 'zalmsmaak'. Opeens hoorde Lijanne 'Gadverdamme!!!' De kakkerlak van het horrorhotel bleek zich in de chips genesteld te hebben. Stan tufte de hele inhoud van zijn mond uit. Hij had geen honger meer voor die dag. Na de tweede nacht zijn we vroeg opgestaan (we staan hier vaak rond 6 uur op omdat het dan nog koeler is) om een nieuwe slaapplaats te zoeken. Na uren rondfietsen met onze gehuurde mountainbikes hebben we een geweldig plekje gevonden. Het was bamboehutje waar we op de 1e verdieping sliepen. Ons grote balkonterras had uitzicht over rijstvelden en palmbomen. Wauw!! Een nadeeltje voor Lijanne, het was wel helemaal open dus alles kon zo binnenlopen/vliegen. Maar we hebben hier toch heerlijk geslapen.
De volgende dag zijn we weer vroeg opgestaan en hebben we wandelend de dorpjes rond Ubud verkend. We liepen dwars door dorpjes en rijstvelden. Dat was erg mooi en zo zie je het 'pure' Bali. Daarna zijn we naar de Pasar (markt) van Ubud geweest. Dit is een hele grote markt met heel veel kleine kraampjes dicht op elkaar waar van alles wordt verkocht voor weinig geld. Lijanne heeft hier voor 11 euro twee zelfgemaakte Balinese jurken gekocht. Hiermee hadden we nog relatief veel betaald maar het was zo'n lief vrouwtje dat we niet verder konden afdingen. Vervolgens zijn we naar Monkey Forest gefietst om aapjes te kijken. Monkey Forest is een tropisch park waarin apen leven. Er zijn twee tempels in dit park die door de apen worden bewoond. Bij de ingang staan vele regels waaronder 'verstop geen eten in je tas, ze vinden dit toch wel'. Grappige beestjes zijn het maar niet altijd zo lief als ze lijken. Als je door het park loopt zijn overal apen om je heen. Je ziet ze overal liggen, zitten, hangen of ze zijn druk met vlooien of andere dagelijkse aap-bezigheden. We zijn op tijd naar huis gegaan want we wilden om half 7 de zonsondergang zien vanuit ons terrasje met het geweldige uitzicht. Daar zaten we dan lekker romatisch.. maar we werden algauw van ons balkon verdreven door flinke regen en onweersbuien. De onweer ging de hele nacht door met ontzettend harde donderslagen. Dat dreunt lekker door in zo'n bamboehutje.

Padang Bai
Nu we in Bali waren, wilden we natuurlijk ook de mooie stranden te zien die je altijd op plaatjes ziet. Daarom zijn wij op zoek gegaan naar een mooi wit strandje met palmbomen. Ondanks dat Bali een eiland is en omringd met zee, was dit nog aardig moeilijk. Veel stranden zijn namelijk van lavazand, zwart of grijs dus. Daarnaast wilden we niet naar de badplaats van Bali genaamd Kuta. Hier zie je namelijk niets wat met Indonesië te maken heeft, het is precies zo vormgegeven naar de wens van toeristen. We hebben een klein plaatsje aan de kust gevonden waar we drie nachten bleven. Het strandje voor ons hotel viel wel wat tegen. Het was ongeveer 4 meter en lag vol met rotzooi. De zee was bezaaid met vissersbootjes, evenals het strand. We zijn toen opzoek gegaan naar een ander strand in de omgeving. Doordat we op de gok liepen kwamen we ineens te recht in een open plek (tempel) waar net een Hindoeïstische ceremonie aan de gang was, oeps. Maar daarna vonden we een geweldig mooi strand (bleu legoon beach)! De foto's zullen dit wel bevestigen.
We hebben deze dagen ook heerlijk gegeten (bedankt voor de tip Kees!). Naast de kleine dagelijkse wasjes hebben we hier de grote was gedaan. Omdat we geen warm water hebben, hebben we het water verwarmd met ons gloeispiraaltje (die we normaal gebruiken om een bouillonsoepje te maken). Daarna hebben we alles met de hand gewassen en het laten drogen aan de waslijntjes die we in onze kamer gespannen hadden (lekker primitief he!). Verder hebben we in Padang Bai lekker uitgerust. Er is hier verder ook niet veel meer te beleven. We hebben ons nog wel lekker laten masseren, samen voor 7 euro! Op Bali viel ons verder nog op dat we vooral vrouwen aan het werk zien. Ze doen vaak erg zwaar werk. Veel voorwerpen of materialen werden door de vrouwen op het hoofd gedragen. Zo zagen we vrouwen stapels stenen, pakken hout, volle manden met zand en zelfs een tafel op hun hoofd dragen. Veel mannen zagen we de hele dag bij elkaar in de schaduw zitten om aan toeristen te vragen of ze een taxi nodig hadden of wilden snorkelen. Goede taakverdeling vond Stan.. ;)
De volgende dag werden we om 16.30u met een busje naar het vliegveld gebracht voor onze volgende bestemming: Singapore. We werden in een klein verroest busje (in Nederland bedoeld voor 8 personen) met 14 toeristen (plus backpacks) vervoerd. We hadden pas een vlucht om 6.40u de volgende morgen maar omdat we zo vroeg nog geen vervoer konden regelen naar het vliegveld moesten we de hele nacht op het vliegveld doorbrengen. We vermaakten ons die nacht door voor het glas in de vertrekhal van het internationale gedeelte te gaan zitten op onze bagagekarretjes. Ondertussen waren er vele Japanners die voor onze neus hun koffer openmaakte en opnieuw inpakte om een voor ons onbekende reden. Geloof ons, daar kan je echt uren naar kijken, erg vermakelijk! Later, bij het nationale deel van het vliegveld kwamen we nog een andere toerist tegen (een Nederlander nog wel) waar we gezellig mee gepraat hebben. Tijdens het gesprek zag Lijanne een grote zwarte rat vlakbij. Een rat zoals in Nederland zou er vier keer in kunnen. Dat maakt deze nacht er niet aangenamer op. Maargoed 's morgens vliegen we dan eindelijk naar Singapore en sluiten we ons eerste land af. We hebben erg genoten van Indonesië, wat een geweldig land! Nu op naar het volgende avontuur!

Singapore
Singapore is een klein land, al is het eigenlijk is het niet meer dan een grote stad. Maar wel echt een wereldstad! En wat een verschil met Indonesië! De eerste indrukken van ons: veel wolkenkrabbers, zeer goede infrastructuur, heel schoon, alles is goed geregeld en veel moderne gebouwen. Het was hier voor ons makkelijk reizen want alles staat goed aangegeven en het MRT-netwerk (metro) zorgde ervoor dat we ons snel en gemakkelijk konden verplaatsen. Alles lijkt in dit land bij wet geregeld en de boetes kun je maar beter serieus nemen. Als je bijvoorbeeld een sigaret opsteekt in de MRT betaal je S$6000,- (ongeveer €3000,-). Zelfs water drinken mag in de MRT niet. Je kunt aan de mensen zien dat ze veel welvarender zijn dan de Aziaten die we eerder hebben gezien. We moeten er aan wennen dat we niet aangesproken worden tot we in ons hostel aankomen. In Indonesië hoorde je steeds 'room? transport? taxi? cheap!'. In het begin voelde dit echt als een verademing. Maar na enige tijd zoeken naar een goedkope kamer zonder resultaat zouden we toch heel blij zijn wanneer iemand ons zou roepen voor een goedkope kamer. Uiteindelijk vonden we een backpackershostel waar we maar een nacht konden blijven en wat ook nog boven ons budget was (en dat voor een ienieminikamertje met stapelbedje). Wat blijkt.. dit weekend is de formule 1 race in Singapore. Alle hotels zaten vol en als er ergens nog een kamer te krijgen was, was deze veel duurder dan normaal (en sowieso te duur voor ons). Nadat we onze backpacks gedropt hadden in het hostel gingen we de stad lopend verkennen en opzoek naar een kamer voor de volgende nacht. We zagen zo een groot gedeelte van de stad maar helaas was er nergens een kamer te krijgen. Dat betekende dat we de volgende dag Singapore toch echt weer moesten verlaten. Jammer maar helaas! We hadden zelf ongeveer 4 dagen in Singapore willen spenderen. Zo hadden we de tijd om de stad beter te bezichtigen bijvoorbeeld door middel van de boottocht over de rivier door de stad en een ritje in het grootste reuzenrad van de wereld met uitzicht over de stad. Dat is dus helaas niet gebeurd. We hebben verder wel de belangrijkste gebieden in het centrum van Singapore gezien en een goede indruk gekregen van de stad. We zagen in Singapore invloeden van verschillende culturen en geloven. We zijn bijvoorbeeld in de wijken 'Chinatown' en 'Little India' geweest die allebei weer een heel eigen uitstraling hebben. Balend dat we Singapore al zo snel moeten verlaten hebben we 's avonds meteen ons reisplan aangepast. We vliegen over twee dagen vanuit Johor Bahru (net over de grens in Maleisie) naar Borneo. Dat wordt dus ons volgende avontuur..!!

We hebben dit verhaal in Singapore geschreven. Ondertussen zijn we al in Borneo beland.. maar hier vertellen we in ons volgende reisverslag over een paar weken meer over!

Groetjes van ons!